Zwemeenden
Wilde eend
broeden: heel Europa (NL: 350.000 tot 500.000 paren)
overwinteren: westen, midden en zuiden van Europa (NL: in januari 600.000)
biotoop: overal. Na het broedseizoen woerden grote wateren om te ruien.
foerageren: ’s avonds en ’s nachts.
Paartjes gevormd in de wintermaanden
Leg (8-15 eieren (vuilwit tot vuilgroen), waarvan gemiddeld 7 uit komen): eind februari.
Broeden (28 dagen): tot in juni (struikgewas, riet, griend onder rietmijten, knotwilgen)
vliegvlug: 7 weken
volwassen: plantaardig voedsel
pullen: dierlijk voedsel
jacht: 15 augustus tot en met 31 januari.
58 cm
Slobeend
broeden: in Europa erg uitgestrekt (NL: 8.000 tot 9.000 paren, in laag NL), op natte
weidegebieden/plassen met rijk begroeide oevers en voedselrijk water.
buiten broedtijd: in groepen in zoet en brak water van moerassen, kleine veenplassen en mondingen
van grote rivieren.
doortrek (van en naar het noorden en noord-oosten van Europa): augustus – oktober en maart –
mei(30.000 slobeenden geteld)
hele jaar door in NL
foerageren: ’s avonds
komen in paartjes in de broedgebieden aan.
nest (8-14 eieren, grauwgroen): in een graspol midden in het grasland.
leg (25 tot 27 dagen): april tot begin juni.
vliegvlug: 7 weken.
zeefsnavel: uit het water zeven van planten en diertjes open en ondiep water.
51 cm
,Krakeend
broeden: Rusland (ook West-Europese landen) (NL: 8.000-9.000 broedparen)
overwinteren: noord-west Europa en rond de Middellandse Zee.
doortrek: maart t/m mei en augustus t/m november.
winter in NL: 77.000 krakeenden
biotoop: zoet voedselrijk binnenwater, in goed begroeide ondiepe plassen.
foerageren: ’s nachts
overdag: in kleine groepen in beschutte plaatsen in het riet van kleine plassen en in polderslootjes,
kleigaten, duinplassen, weteringen.
paartjes: gevormd in de winter.
nest (6 tot 13 eieren, roomgeel): op droge, vaak dichtbegroeide plaats.
leg (27 dagen): begint eind april
vliegvlug: 7 weken
voedsel: grootste deel plantaardig (ook slakken, wormen en waterinsecten)
51 cm
Zomertaling
broedgebied: Oost-Europa (Rusland), westen. NL: Friesland, kop van Overijssel, Noord- en Zuid-
Holland, rivierengebied. (NL: 1500 paren)
wegtrek: augustus en begin september.
overwinteren: ten zuiden van de Sahara.
biotoop: voedselrijke en begroeide binnenwateren en in vochtige hooilanden.
38 cm
,Wintertaling
broedgebieden: west-, midden- en noord-Europa. (NL: 2000-2500 paren)
overwinteren: noord-west Europa en rond de Middellandse zee en de Zwarte zee. (NL: 20.000-
70.000)
Nederland: broedvogel, doortrekker en overwinteraar.
najaarstrek: begint half augustus. (veel in het waddengebied, meeste in oktober en november)
herfst en winter: Lauwersmeer, Waddeneilanden, zuidelijk Flevoland, delta- en het rivierengebied)
broeden: rustig binnenwater met begroeiing (duinmeren, kleiputten) droge gronden.
tijdens de trek en in de winter: overal waar het water ondiep is.
foerageren: in de schemering in kleine groepjes. ’s Ochtends terug naar dagverblijven.
kenmerkende roep: ‘kruuk kruuk’.
paartjes: gevormd in de winter
nest (5 – 12 eieren, geelgrauw): in dichte begroeiing, in de buurt van water.
leg (21-22 dagen): begint eind maart of in april.
vliegvlug: 40 dagen. Familieverband verdwijnt snel.
voedsel: voorjaar en zomer: dierlijk. Rest van het jaar: plantaardig
36 cm
Smient
broedgebied: Scandinavië en noord-Rusland.
overwinteren: Noord-west Europa en rond de Middellandse Zee en Zwarte Zee.
NL: doortrekker en wintergast (september tot mei) in januari: 750.000 stuks (Waddenkust,
Friesland, Noord- en Zuid-Holland en in het deltagebied)
april: naar noordelijke gebieden
overdag: drassige graslanden, meren, plassen, petgaten, grotere kanalen.
foerageren: ’s nachts op natte graslanden, akkers met wintertarwe en kwelders.
leven in grotere groepen.
paarvorming: in de winter
nest (9 eieren, roomgeel): 22 tot 23 dagen bebroed.
46 cm
, Pijlstaart
broedgebieden: Noord- en Noordoost-Europa. (NL: 50 tot 150 paartjes bij de Oostvaardersplassen)
overwinteren: Noordwest-Europa, rond de Middellandse Zeen en West-Afrika. (NL: 15.000 – 35.000)
doortrek: augustus tot november en februari tot mei. (In NL: waddenkust, ijsselmeer, deltagebied)
broeden: open water.
tijdens de trek: langs de kust, op kwelders en slikken
foerageren: ’s nachts
trekken en overwinteren in groepen
nest (7-11 eieren, groengeel): droge plaatsen ver van het water.
broeden (22-23 dagen): van half april tot in juni.
vliegvlug: 7 weken.
voedsel: plantaardig (waterplanten en zaden)
56 cm
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur florentinevanbouwdijkbastiaanse. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.