Metabole aandoeningen - Calders
Lichaamssamenstelling
1 Soorten
Endomorfie Mesomorfie Ectomorfie
Relatieve graad van MSK
Relatieve graad van Graad van relatieve lineariteit
ontwikkeling
vetheid
Uitgestrektheid, fragiliteit
Robusticiteit, spieren en
Rond, zachte contouren, ledematen, afwezigheid van
botten, relatief volume van
relatief volume van spiermassa (spier, vet, of
de thorax en mogelijk
abdomen andere weefsels)
verstopte spiermassa
2 Invalshoeken
Voor lichaamssamenstelling beoordelen we o.b.v.:
1. Uiterlijk
2. Antropologie
3. Medische aspect: gezondheid, levensverwachting, inspanningscapaciteit
1
, Metabole aandoeningen - Calders
3 Terminologie
Lichaamssamenstelling is de relatieve hoeveelheid van vetmassa en vetvrije massa:
1. Vetmassa (VM), spreken we over:
Essentieel vet is noodzakelijk voor normaal metabolisme en kunnen we ook zien als het
bepaald aantal vet dat we nodig hebben om te kunnen overleven. Rondom de organen, zoals
de lever, hart, … is er een heel dun laagje vet aanwezig. Deze vetcellen hebben een
communicerende en beschermende functie tussen de vetcellen en de levercellen.
Normaal EV% mannen Normaal EV% vrouwen
3 – 5% 8 – 12%
Niet-essentieel vet is de adipositeit. Dit gaan we zien bij iemand die obees is en dat een
overmaat heeft aan vetcellen. De vetcellen hebben zijn een endocriene functie en scheiden
het hormoon adipokines af. De adipokines hebben als functie het onderhouden van de
metabolische homeostase. Obesiteit induceert productie van inflammatoire cytokines, de
adipocytokines, en infiltratie van immuuncellen in het adipeuze weefsel en zal een chronische
laaggradige inflammatie induceren. Deze metabolische inflammatie zal beschadigende
invloed hebben op gezonde vetcellen en een breed spectrum pathologische condities in de
hand kan werken zoals levercirrose.
2. Vet Vrije Massa (VVM), we spreken dan over: bot, water, spier, bindweefsel, organen,
tanden, …
De normale typische samenstelling van de mens:
- Veel spiermassa
- Botmassa
- Andere zoals bindweefsel, boedvaten en dergelijke
Indien nodig kunnen we ook als extra informatie refentiewaarden gebruiken o.b.v.
de leeftijd, geslacht, …
2
, Metabole aandoeningen - Calders
4 Overzicht van de compartimenten
5 Determinanten
We hebben een bepaalde lichaamssamenstelling met een bepaald aantal vetmassa en een
bepaald aantal vetvrije massa.
De verhoudingen VM en VMM kunnen van persoon tot persoon verschillen, dit is te wijten aan
een aantal factoren:
1. Genetische factoren: dit wordt bepaald door een aantal enzymes, transcriptie factoren die
het vetmetabolisme gaan bepalen. Bij sommigen gaat dat de turnover juist groot zijn
waardoor ze meer VVM hebben maar bij anderen is de turnover juist trager waardoor ze
meer gaan neigen naar meer VM.
2. Omgeving:
- Sociale/familiale omgeving: nutrienten opnemen
- Slechte levenstijl: wordt meestal meegegeven door de maatschappij en de sociale
omgeving. Bvb de maatschappij maakt de ongezonde dingens juist goedkoper en
gezonde dingens duurder à men pusht eigelijk de mensen die het iets moeilijk hebben
meer naar de goedkope ongezonde voedselpakkettten te neigen.
3. Ras (beetje meer genetische context): In bepaalde culturen is iemand die heel mager is
juist heel mooi, in andere culturen is dik dan weer juist heel mooi en wordt je op een
piedestal gezet omdat dit zou willen zeggen dat je het juist goed hebt.
4. Fysieke activiteit
3
, Metabole aandoeningen - Calders
De 3 basisstoffen die ons lichaamssamenstelling bepalen, belangrijk om naar een goede
balans te streven:
1. Vetten
2. Koolhydraten
3. Eiwitten
Sommige yoghurtjes zeggen dat ze 0% vet hebben maar als we gaan kijken we naar het
suikergehalte dan blijkt dat er enorm veel toegevoegde suikers zijn. dus soms kunnen
aanwijzingen in de maatschappij een heel vertekend beeld geven.
6 Klinisch belang
Overgewicht is een RF voor Ondergewicht is een RF voor
Hypertensie, hypercholesterolemie, DM en
Osteoporose en sarcopenie
coronair lijden
Drie belangrijke componenten
1. Resistentie
2. Inflammatie
3.
Insuline resistentie, hoe komt het dat het lijkt op …?
In de eerste jaren gaan vetten zich stapelen in de vetcellen en zal het vetweefsel prominent
toenemen. Eerst nemen de vetcellen toe in volume, maar daarna gaan ze evolueren in
dysfunctionele vetcellen door beschadiging.
Dit zal een beperkte capaciteit van suikers opnemen in de hand werken. M.a.g. dat die vetten
niet meer in vetcellen gestockeerd gaan worden maar gewoon ergens anders geplaatst
worden waar er nog plaats is zoals rond het hart, de lever, de zenuwen (= leidt tot
neuropathieën doordat het de myelineschede gaat schaden), … en nog veel andere plaatsen
waar het niet hoort. Ons lichaam wilt dit niet en gaat alles doen om dat tegen te gaan.
4