Richtlijnen
,Valpreventie bij thuiswonende ouderen (>65j)
https://domusmedica.be/sites/default/files/2017_10_02_EVV_richtlijn-valpreventie.pdf
Van de 65+ers valt 24-40% minstens 1x/jaar (+dementie tot 72%!) – 21-45% herhaaldelijk
Verhoogd valrisico
- Aanmelding wegens een valincident/letsel
- 2 of meerdere valincidenten in het afgelopen jaar
- Gang- en/of evenwichtsproblemen
Etiologie
- Biologische factoren: leeftijd, chronische aandoening, fysieke of cognitieve achteruitgang
o Stoornis in evenwicht, spierkracht, gang en/of mobiliteit, cognitieve stoornis,
verminderd zicht, orthostatische hypotensie, pijn, urine-incontinentie, laag vit D
- Gedragsmatige factoren: te weinig lichaamsbeweging, opgepast/onveilig schoeisel
- Omgeving-gebonden factoren: gladde vloer, weinig verlichting, losse matten, medicatie
- Socio-economische factoren: laag inkomen, laag opleidingsniveau, gebrek sociale interactie
Gevolgen
- Fysiek: open huidwonde en distorsie (meest freq), hoofdtrauma, fracturen (vnl heup)
o Tot 3m na heupfractuur een hogere mortaliteit – nadien frailty
- Psychosociaal: valangst; afname activiteiten, sociale interactie, zelfvertrouwen en QOL
- Financieel: gezondheidszorg (heupfractuur is gem €11500 pp)
Fysieke inactiviteit = het niet behalen van de beweegnorm (=30min matig intensieve beweging/dag)
Beleid – multidisciplinair thuiszorgteam
- Multifactoriële aanpak op maat, rekening houdend met de geïdentificeerde valrisicofactoren
o Focus op de beïnvloedbare risicofactoren
▪ Intrinsiek: stoornis in evenwicht, spierkracht, gang en/of mobiliteit,
cognitieve stoornis, verminderd zicht, orthostatische hypotensie, valangst,
risicogedrag, pijn, urine-incontinentie, laag vit D
▪ Extrinsiek: medicatie, onveilige omgeving, onaangepast schoeisel
,Pijn
https://www.domusmedica.be/richtlijnen/aanpak-van-chronische-pijn-de-eerste-lijn
https://www.nhg.org/standaarden/volledig/nhg-standaard-pijn
Vroegtijdige identificatie van chronische pijn is belangrijk. Breng aard (neuropathische, nociceptieve
of gemengde vorm), ernst en functionele gevolgen van pijn in kaart.
- Maak onderscheid tussen acute en chronische pijn (houdt langer aan dan verwacht).
- Beoordeel of er sprake is van nociceptieve en/of neuropathische pijn.
- Let op discrepantie tussen bevindingen en mate van pijngedrag (bezorgdheid,
vermijdingsgedrag, ziektewinst, catastroferen).
- Overweeg een (comorbide) depressie, angststoornis of SOLK.
Acute pijn Chronische pijn
- In beweging blijven en doorgaan met dagelijkse - Pijneducatie is gericht op het veranderen van
activiteiten, ook in aanwezigheid van pijn, voor maladaptieve pijncognities, bevorderen van
zover mogelijk; zelfinzicht en de patiënt de regie te geven bij de
- Pijnstiller innemen op vaste tijden en in behandeling.
voldoende hoge dosis met streven om pijn - Leg uit dat:
onder controle te krijgen; o Lang aanhoudende pijn zonder
- Zodra mogelijk dagelijkse lichte werkzaamheden duidelijke oorzaak in de regel geen
weer op te pakken; waarschuwingssignaal van
- Bij afname klachten pijnstiller geleidelijk af te weefselschade is (adviseer te stoppen
bouwen; met zoeken naar lichamelijke oorzaak);
- Contact opnemen: o Pijn vervelend maar niet gevaarlijk is;
o Als pijn niet afneemt of pijnmedicatie o In beweging blijven met gespreide
onvoldoende werkt; dagelijkse activiteiten goed is, tenzij de
o Bij sterke toename van pijn substantieel toeneemt;
disfunctioneren; o Afleiding pijn kan verminderen en
o Bij onacceptabele bijwerkingen; stress, frustratie, depressie, angst en
o Als pijn langer aanhoudt dan verwacht; overbelasting pijn kunnen verergeren;
o Bij dreigende chroniciteit. o Verdwijnen van pijn vaak niet mogelijk
is, maar verbeteren van functioneren
en kwaliteit van leven wel;
o Behandeling plaatsvindt met hulp van
een integraal zorgplan, uitgaande van
SCEGS-model.
- Contact opnemen bij:
o Aanhoudende onacceptabele pijn en
verergeren van pijnklachten;
o Sterke toename van disfunctioneren;
o Onacceptabele bijwerkingen;
o Aan de pijn gerelateerde emotionele
problemen, depressiviteit en gevoelens
van onmacht.
, Medicamenteuze behandeling
Acute en chronische nociceptieve pijn
Geneesmiddel Oraal of dermaal Rectaal Opmerkingen
Stap 1
Paracetamol 3-4 dd 500-1000 mg 3-4 dd 1000 mg
max 4 g/dag bij
gebruik < 1 maand en
bij afwezigheid van
risicofactoren
bij gebruik > 1 maand
max. 2,5 g/dag kind 2-3 dd 20
kind 4 dd 10-15mg/kg mg/kg
Stap 2
Naproxen 2 dd 250-500 mg 2 dd 250-500 mg Dermale NSAID’s bij
Ibuprofen 2-4 dd gel 5% gelokaliseerde spier- en
3-4 dd 400-600 mg gewrichtspijn.
Ibuprofen kinderen 4 dd 5 mg/kg kinderen 4 dd 5 Vermijd systemisch gebruik van
max. 30 mg/kg/dag mg/kg max. 30 NSAID’s bij kwetsbare ouderen
gedurende 3 dagen mg/kg/dag met relevante comorbiditeit.
gedurende 3
dagen Naproxen: laagste
Diclofenac* 2-4 dd gel 1-3% 2-3 dd 25-50 mg cardiovasculaire en hoogste GI
2-3 dd 25-50 mg of 2 zetpil risico; diclofenac heeft hoogste
dd 75 mg of zo nodig 2 dd cardiovasculaire en laagste GI
of zo nodig 2 dd 100 100 mg zetpil risico.
mg gedurende max. 1- gedurende max.
2 dagen 1-2 dagen
Stap 3
Tramadol Start met 1-4 dd 50 3-4 dd 50-100 Bouw dosering bij ouderen
mg (ouderen 10-25 mg langzaam op. Probeer chronisch
mg druppels), zo gebruik te voorkomen vanwege
nodig elke 3-5 dagen risico op afhankelijkheid en
verhogen tot max. 400 onthoudingsverschijnselen. Start
mg/dag (bij ouderen met kortdurende opioïden.
langzamer verhogen
tot max. 100 mg/dag).
Zet eventueel om naar
gereguleerde afgifte.
Stap 4
Morfine Start met 1-2 dd 10-30 3-4 dd 5-10 mg Schrijf zo kort mogelijk
mg retard (> 70j of (tijdelijk, als voor om risico op bijwerkingen
<50 kg: 2 dd 10 mg noodoplossing) en overmatig gebruik door
retard). gewenning en afhankelijkheid te
Fentanylpleister Start met pleister 12 beperken. Voeg direct laxans toe
(bij slikklachten, µg/uur, na 3 dagen vb. macrogol 1 zakje/dag.
aanhoudende
misselijkheid, braken of vervangen. Geef bij initiële misselijkheid
darmobstructie) kortdurend een anti-emeticum.
Kortwerkend opiaat
bij doorbraakpijn.
Stap 5
Sterk werkend opioïd subcutaan of intraveneus