Samenvatting van alle literatuur die gelezen moet worden voor project 4 van blok 4.2 van de master Klinische Kinder- en Jeugd Psychologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Carruth. 2004. Developmental milestones and self-feeding behaviors in infants and toddlers
Abstract
Het doel van deze studie was om leeftijden te identificeren waarop grove en fijne motorische
ontwikkelingsmijlpanen die vereist zijn om zelf te kunnen eten bereikt worden. Dit werd gedaan op basis van
rapportages van de primaire verzorgers en deze vaardigheden werden vervolgens gerelateerd aan self-
feeding vaardigheden en voedingsstoffen innamen.
Het design van de studie is cross-sectioneel en de kinderen zijn 4-24 maanden oud. De meting werd
afgenomen aan de hand van een telefonische enquête. Primaire verzorgers rapporteerden de voedselinname
van hun kind (one 24-hour recall), de leeftijden waarop verzorgers rapporteerden dat self-feeding
vaardigheden getoond werden, en de hoeveelheid tanden die de kinderen hadden.
De gerapporteerde leeftijden voor grove motorische ontwikkelingsmijlpalen, self-feeding skills en het aantal
tanden werden samengevat. Met T-testen werden verschillen in energie- en voedingsstoffeninname bepaalt
per leeftijd en op basis van afwezigheid of aanwezigheid van elke self-feeding skill.
Self-feeding skills werden bereikt in de eerste twee levensjaren. De leeftijden waarop gerapporteerd werd dat
kinderen grove motorische mijlpalen bereikten en tanden kregen, vielen binnen de verwachte ranges. Een
meerderheid van de kinderen die op vroegere leeftijd (7-14 maanden) klaar waren om zelf te eten hadden
hogere innames van energie en de meeste voedingsstoffen. Vanaf 15-18 maanden lieten de meeste kinderen
vergelijkbare self-feeding skills zien onafhankelijk van of ze vroeg of laat begonnen met self-feeding.
Het aanmoedigen van self-feeding door verzorgers kan geen kwaad voor de energie- en voedingsstoffen
inname. In het eerste levensjaar zou het toevoegen van voeding die tanden vereisen het aantal tanden van
het kind moeten reflecteren.
Introduction
Er zijn geen recente grote cross-sectionele onderzoeken gedaan naar de ontwikkeling van grove en fijne
motoriek bij kinderen en de relatie hiervan met de readiness om zichzelf te voeden. Het is ook niet bekend of
de inname van voedingsstoffen verschilt tussen gezonde baby’s en peuters die qua ontwikkeling van self-
feeding voorlopen en hun leeftijdsgenootjes die niet voorlopen.
Doelen van het onderzoek:
o Bepalen op welke leeftijd kinderen de ontwikkelingsmijlpalen voor grove en fijne motoriek die nodig is
voor het zelf voeden bereikten volgens de primaire verzorgers
o De self-feeding skills relateren aan de inname van energie en voedingsstoffen op deze leeftijden.
Method
Primaire verzorgers die baby’s en peuters hadden tussen 4-24 maanden werden gerekruteerd uit een groot
onderzoek (FITS; Feeding infants and toddlers study). Er deden 3.022 baby’s en peuters mee aan de FITS.
De primaire verzorgers namen deel aan een telefooninterview. Er werden onder andere vragen gesteld over
etniciteit van het kind, aantal tandjes, een aantal grove en fijne motorische vaardigheden en een 24-uurs
recall van wat het kind in die 24 uur had gegeten.
Results
Het gemiddeld aantal tandjes op de verschillende leeftijden waren binnen de normale grenzen:
o 4-6 maanden 0.4 tandjes
o 7-8 maanden 1.9 tandjes – komt overeen met de opkomst van de eerste primaire tanden (centrale
snijtanden).
o 9-11 maanden 4.4 tandjes – centrale snijtanden van de bovenkaak.
o 12-14 maanden 7.4 tandjes – laterale snijtanden
o 15-18 maanden 11 tandjes – hoektanden en eerste kiezen
o 19-24 maanden 15.2 tandjes – hoektanden en eerste kiezen
Gross motor developmental milestones
o Het stabiliseren van het hoofd en balanceren van de romp zijn ontwikkelingen die nodig zijn om goed
te kunnen zitten zonder steun en om handen en armen te gebruiken tijdens self-feeding.
o Hoofd optillen en ondersteunen: de meerderheid van de baby’s tillen hun hoofd op en ondersteunen
het zonder hulp tussen 4-8 maanden (98%).
o Omrollen: 78% van de baby’s kon dit tussen 4-6 maanden en 50% hiervan kon de richting waarin ze
rolden, veranderen. Tussen 7-8 maanden hadden 96 en 92% deze mijlpaal bereikt (dus: range tussen
4-8 maanden).
o Zelfstandig zitten: ongeveer 33% van de kinderen zat alleen zonder steun zitten tussen 4-6 maanden.
97% zat zelfstandig tussen 9-11 maanden (dus: range tussen 4-11 maanden).
1
, o Kruipen: tussen 7-8 maanden kon 57% van de kinderen kruipen wanneer ze op hun buik gelegd
werden. 88% kon dit tussen 9-11 maanden (dus: range tussen 7-11 maanden).
o Optrekken en staan zonder hulp en 1 of 2 stappen langslopen: 47% van de kinderen kon dit tussen 7-
8 maanden en 85% tussen 9-11 maanden (range van 7-11 maanden). Dit illustreert ook dat er veel
variatie zit in de leeftijd waarop jonge kinderen grove motorische vaardigheden aanleren.
o Het onafhankelijker worden van peuters en de groeiende zelfstandigheid is te zien tussen 9-14
maanden.
o Een aantal stappen los lopen: 35% kon dit tussen 9-11 maanden, 83% kon dit tussen 12-14 maanden
(range van ongeveer 9-14 maanden).
o De kamer doorlopen zonder zich vast te houden: 20% kon dit tussen 9-11 maanden, 76% kon dit
tussen 12-14 maanden. Tussen 19-24 maanden liep de meerderheid van de peuters zonder steun
(94%) (range van ongeveer 9-24 maanden).
o Ook bij dit domein vielen de ontwikkelingen binnen de normale range.
Self-feeding skills and nutrient intakes
o Het kind grijpt voedsel met de hand: er werden geen significante verschillen gevonden in voeding
gevonden voor de verschillende niveaus van deze vaardigheid.
4-6 maanden: 68% van de kinderen grijpt voedsel met de hand.
9-11 maanden: 98%
o Het kind haalt voedsel van een lepel met de lippen, zonder veel te morsen:
7-8 maanden: 77%.
19-24 maanden: 96%
o Het kind eet zelf met een lepel zonder veel te morsen:
7-8 maanden: 5%
19-24 maanden: 97%
o Het kind drinkt uit een tuitbeker zonder hulp:
7-8 maanden: 42%.
9-11 maanden: 70%.
o Het kind drinkt uit een gewonde beker zonder hulp:
9-11 maanden: 10%.
19-24 maanden: 57%
o Het kind eet voedsel waarop het moet kauwen:
7-8 maanden: 53%
19-24 maanden: 99%
o Samenvattend kan er gesteld worden dat hogere inname van voedingsstoffen geassocieerd was met
het beheersen van self-feeding vaardigheden op jongere leeftijd. Bijvoorbeeld: kinderen die al tussen
7-8 maanden voedsel van een lepel kunnen halen met hun lippen zonder veel te morsen, kregen
meer energie, proteïne, carbohydrate, vitamine B-6, vitamine C en magnesium binnen dan
leeftijdgenootjes die dat nog niet konden.
2
, Discussion
De hoeveelheid energie en voedingsstoffen die de kinderen binnenkregen was voldoende of zelfs meer dan
de aanbevolen hoeveelheid. De resultaten leken te suggereren dat kinderen die eerder self-feeding
vaardigheden vertoonden, meer energie en voedingsstoffen binnenkregen dan hun leeftijdsgenootjes die het
nog niet konden. Deze verschillen leken echter van tijdelijke aard te zijn (dus: het verschil was niet blijvend).
In dit onderzoek werd gevonden dat slechts 57% van de peuters tussen 19-24 maanden uit een gewone
beker kon drinken. Dit komt niet overeen met de gerapporteerde leeftijdsranges (15-24 maanden) waarin de
meeste kinderen dit kunnen. De auteurs nemen aan dat ze dit gevonden hebben omdat kinderen langer
gebruik maken van een tuitbeker.
De resultaten van de FITS ondersteunen eerdere bevindingen dat er veel variatie is in de leeftijd waarop
kinderen de verschillende self-feeding skills gaan vertonen. Door Thelen et al. werd gesteld dat ontwikkeling
een gevolg is van het systeem en actieve exploratie gerelateerd aan het oplossen van het probleem,
bijvoorbeeld hoe men zelf moet eten met een lepel. Een verklaring voor de verschillen tussen energie en
voedingsstoffen die geassocieerd waren met self-feeding skills en met leeftijd, zou liggen in het gedrag van de
verzorger. De verzorger kan het kind in staat stellen om zelf te eten als een exploratie-activiteit, of dit wel of
niet gebeurd is zou een verklaring geven voor de verschillen.
De verschillen in inname van voedingsstoffen geassocieerd met self-feeding skills zijn waarschijnlijk het
gevolg van inter- en intra-individuele ontwikkelingsverschillen tussen baby’s en peuters van dezelfde leeftijd.
Energie-inname was hoog bij alle kinderen die deelnamen aan de FITS. In eerder onderzoek is gesuggereerd
dat ouders de hoeveelheid voedsel die hun kind binnenkrijgt, overrapporteren.
In dit onderzoek zou dat echter geen verklaring bieden voor de hogere voedingsstofinname bij kinderen met
betere self-feeding skills. Het is echter mogelijk dat bij de verschillende self feeding skills sprake was van
verschillende overreporting (bijv. ouders houden geen rekening met hoeveel voedsel er naast de lepel valt als
het kind zelf eet), zodat het wel invloed had op de resultaten.
Conclusie: de bevindingen van de FITS suggereren dat het bereiken van mijlpalen in de grote motoriek en
self-feeding skills op jongere leeftijd dan de norm was geassocieerd met een hogere inname van sommige
voedingsstoffen bij kinderen tussen 7-24 maanden. De inname van voedingsstoffen was echter goed voor alle
leeftijdsgroepen, ongeacht de self-feeding skills.
Owens. 2008. Sleep and sleep disorders in children
Normal sleep in infants, children, and adolescents
Naarmate kinderen ouder worden komt het slaap-waak patroon steeds meer overeen met die van
volwassenen. Ten aanzien van slaaparchitectuur is er een grote afname in de proporties van REM-slaap en
slow-wave sleep (delta ofwel diepe slaap) vanaf de geboorte via de kindertijd tot de volwassenheid. Slaapcycli
gedurende de nachtelijke slaapperiode worden langer, waardoor er minder spontane aorusals optreden.
Er zijn een aantal algemene trends in de ontwikkeling van slaappatronen over tijd. Allereerst is er een afname
in de totale slaapduur gedurende 24 uur vanaf de babytijd tot de adolescentie. Daarnaast is er een
significante afname in slaap overdag tussen de 18 maanden en 5 jaar. Ook is er een circaans gemedieerde
verandering naar een latere bedtijd en latere slaapaanvang, welke begint in de midden kindertijd en zich
versnelt in de vroege tot midden adolescentie. Tot slot worden slaap-waak patronen op schoolnachten en
niet-school nachten toenemend irregulier vanaf de midden kindertijd tot adolescentie.
Sleep in newborns: nieuwgeborenen slapen gemiddeld 16-20 uur per dag en over het algemeen zijn er 1-4
uur periodes van slaap die gevolgd worden door 1-2 uren van wakker zijn. De hoeveelheid slaap overdag is
ongeveer gelijk aan de hoeveelheid slaap in de nacht. Slaap-waak cycli zijn grotendeels afhankelijk van
honger en verzadiging. Slaap bestaat voornamelijk uit: REM-slaap 50% van slaap (= lachen, grijnzen, zuigen
en lichaamsbewegingen) en non-REM slaap (baby is stil). Er is ook een derde onvastgestelde
staat.Nieuwgeborenen en baby’s tot ongeveer 6 maanden beginnen met slapen in de actieve REM-achtige
slaap, oudere kinderen en volwassenen doen dit niet.
Sleep in infants (1-12 maanden): baby’s slapen gemiddeld 14-15 uren per 24 uur wanneer ze 4 maanden
oud zijn en 14-14 uur wanneer ze 6 maanden oud zijn. Er lijkt echter veel individuele variatie te zijn.
Slaapperiodes duren ongeveer 3-4 uur gedurende de eerste 3 maanden en verlengen zich naar 6-8 uur
tussen 4-6 maanden. De meeste baby’s tussen de 6-12 maanden oud doen dutjes van 2-4 uur verspreid over
2 dutjes per dag. Twee belangrijke mijlpalen worden in de eerste 6 maanden behaald, namelijk:
o Slaapconsolidatie: het vermogen van infant om voor een aaneengesloten periode in de nachturen te
slapen, dat groter is dan de kortere periode van slaap overdag. Dit ontstaat tussen de 6 weken en 3
maanden. Rond 9 maanden kunnen ze de hele nacht slapen (70-80%).
o Slaapregulatie: het vermogen van infant om interne toestanden van arousal te controleren, zodat de
baby tijdens bedtijd vanzelf in slaap valt en weer terug in slaap te vallen na de normale korte arousals
tijdens de nachten.
Zelf-kalmering ontwikkelt in de eerste 12 weken. Dit is wel per kind afhankelijk. Mede omdat verzorgers
hier invloed op hebben.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur DePsychologieStudent. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.