Samenvatting - Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding
83 vues 7 fois vendu
Cours
Aansprakelijkheidsrecht
Établissement
Tilburg University (UVT)
Book
Studiereeks burgerlijk recht 5 - Verbintenissen uit de wet en Schadevergoeding
Samenvatting van het studieboek 'Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding'. In deze samenvatting zijn alle hoofdstukken opgenomen die onderdeel zijn van de verplichte tentamenstof.
Samenvatting Aansprakelijkheidsrecht Open Universiteit
Samenvatting aansprakelijkheidsrecht
Samenvatting + hoorcollege + alle opdrachten met antwoorden Aansprakelijkheidsrecht
Tout pour ce livre (48)
École, étude et sujet
Tilburg University (UVT)
Fiscaal Recht
Aansprakelijkheidsrecht
Tous les documents sur ce sujet (3)
Vendeur
S'abonner
Anonymouss
Avis reçus
Aperçu du contenu
Hoofdstuk 1: Algemene inleiding
§ 1.1 Het thema
1. Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding
In de juridische volksmond worden verbintenissen uit de wet en schadevergoeding ook wel
aansprakelijkheidsrecht genoemd.
2. Verbintenis, rechtsplicht, vermogensrecht, nakoming
Een verbintenis is een rechtsplicht waarmee een subjectief vermogensrecht correspondeert.
Deze verbintenis heeft:
Een passieve zijde: op wie door toerekenbaar onrechtmatig handelen schade
veroorzaakt, rust een verbintenis om schade te vergoeden (art. 6:162 BW).
Een actieve zijde: degene die door de onrechtmatige daad is benadeeld heeft een
aanspraak: het recht op schadevergoeding.
Van rechtsplichten kan in beginsel – binnen de grenzen van art. 3:296 BW – nakoming
worden gevorderd.
3. Plaats van ‘verbintenissen uit de wet’ in de wet
De verbintenissen uit de wet zijn geregeld in 6:74 BW e.v. en 6:162 BW e.v. Het gaat hier om
verbintenissen en dus zijn telkens ook de algemene bepalingen van BW6 van toepassing.
In art. 6:95 BW e.v. zijn regels over schadevergoeding neergelegd.
4. Samenloop wanprestatie en onrechtmatige daad
Er moet onderscheid worden gemaakt tussen verbintenissen uit de wet en verbintenissen uit
de overeenkomst. Men spreekt van primaire verplichtingen als de overeenkomst zelf een
verbintenis in het leven roept. Niet-nakoming van die primaire verplichting kan leiden tot
schadevergoeding (dit volgt uit de wet).
Uitgangspunt bij samenloop van rechtsgronden is dat zij cumulatief van toepassing zijn.
Indien de rechtsgronden verschillende rechtsgevolgen hebben die niet tegelijk kunnen
intreden, kan de eiser daaruit naar eigen inzicht een keuze maken.
Beperking: Omdat de wet een regeling kent voor niet-nakoming (art. 6:74 e.v. BW), dient
deze regeling telkens te worden toegepast in geval van niet-nakoming.
Indien op grond van onrechtmatige daad een verbintenis tot schadevergoeding ontstaat (art.
6:162 BW), wordt ook die verbintenis (tot schadevergoeding) beheerst door de regeling van
art. 6:74 BW.
Het is dus van belang om goed te kijken waar de verbintenis haar oorsprong vindt.
6. Vertrekpunt: ieder draagt zijn eigen schade…
Uitgangspunt: van het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht is dat ieder zijn eigen
schade draagt.
Uitzondering: wanneer iemand anders op grond van een verbintenis uit de wet
verantwoordelijk kan worden gehouden voor het ontstaan van schade, kan die schade op
hem worden afgewenteld.
,7. Doelen van het aansprakelijkheidsrecht
Het aansprakelijkheidsrecht regelt wie onder welke omstandigheden aansprakelijk is voor
welke gebeurtenissen en hun gevolgen (passieve zijde) en dus ook wie welke aanspraken
geldend kan maken (actieve zijde). Men kan dus zeggen dat het aansprakelijkheidsrecht tot
doel heeft aanspraken vast te stellen – en met behulp van rechtsvorderingen – te
handhaven.
9. Aansprakelijkheid en verzekering
Firstpartyverzekering: indien een benadeelde zichzelf verzekert tegen bepaalde schade. De
verplichting tot schadevergoeding berust dan op de verzekeringsovereenkomst en is geen
wettelijke verplichting tot schadevergoeding als in art. 6:95 BW.
Thirdpartyverzekering: indien een aansprakelijkgestelde zichzelf verzekert tegen bepaalde
schade.
Aansprakelijkheidsverzekeringen zijn van grote betekenis voor het aansprakelijkheidsrecht:
zonder verzekeringen zouden veruit de meesten niet in staat zijn om de lasten van hun
aansprakelijkheid te dragen. Tegelijkertijd kan het bestaan van een
aansprakelijkheidsverzekering de rechter in verleiding brengen om aansprakelijkheid aan te
nemen.
Hoofdstuk 2: Aansprakelijkheid voor eigen gedrag op grond van art.
6:162 BW
§ 2.1 Inleiding
In dit hoofdstuk worden de voorwaarden besproken om een gedraging als onrechtmatig te
kunnen aanmerken en wat de vereisten zijn om die gedraging aan de dader te kunnen
toerekenen.
14. Het wettelijk systeem
De grondslag van de schadevergoedingsverplichting van art. 6:162 BW is de toerekenbare
onrechtmatige gedraging van een persoon. Als niet aan deze voorwaarden is voldaan, blijft
de schade liggen waar zij is ontstaan (dit is immers uitgangspunt).
In ons BW is gekozen voor het plichtverzakende gedrag van de dader als grondslag voor de
onrechtmatige daad. Het moet gaan om een gedraging die rechtens verboden is.
15. De onrechtmatige gedraging
Art. 6:162 lid 2 BW: noemt een drietal gronden, waarop een bepaalde schadeveroorzakende
gedraging als onrechtmatig kan worden aangemerkt:
1. Een inbreuk op een recht;
2. Een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht;
3. Een doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het
maatschappelijk verkeer betaamt.
De laatste grond is opzettelijk zo ruim geformuleerd. Hierdoor kan de rechter in vrijwel alle
gevallen waarin iemand naar algemeen gedeeld inzicht onbehoorlijk jegens een ander heeft
gehandeld, die persoon tot schadevergoeding veroordelen.
,16. De toerekening
Art. 6:162 lid 3 BW: noemt de 2 omstandigheden waarin een onrechtmatige daad aan
iemand kan worden toegerekend.
Fout: is een toerekenbare onrechtmatige daad.
17. Aansprakelijkheid van rechtspersonen
Er zijn 2 mogelijke gronden waarop een rechtspersoon aansprakelijk kan worden gesteld
voor onrechtmatig handelen:
1. Als door een formeel bevoegd orgaan (bijv. directeur) namens de rechtspersoon
onrechtmatig wordt gehandeld.
2. Als de gedragingen van een niet-formeel bevoegde persoon toch aan die
rechtspersoon worden toegerekend omdat zij in het maatschappelijk verkeer als
gedragingen van die rechtspersoon hebben te gelden. (Vereenzelvigingstheorie)
Verder kan een rechtspersoon ook kwalitatief aansprakelijk zijn voor het gedrag van
natuurlijke personen. Bijvoorbeeld als werkgever voor fouten van haar ondergeschikten (art.
6:170 BW).
18. De onrechtmatigheid van de gedraging en de betekenis van de rechtvaardigingsgrond
In art. 6:162 lid 2 BW is een voorbehoud gemaakt voor de mogelijke aanwezigheid van een
rechtvaardigingsgrond. (Denk hierbij aan Strafrecht)
19. De relativiteit van de normschending
Art. 6:163 BW: er bestaat geen verplichting tot schadevergoeding, wanneer de geschonden
norm niet strekt tot bescherming tegen de schade die is geleden (relativiteitsvereiste).
Een onrechtmatige daadsvordering wordt dus niet toegewezen indien schade is geleden die
niet wordt beschermd door de wettelijke norm. (Het kan dan nog wel strijdig zijn met
ongeschreven normen)
21. Strijd met de wet en inbreuk vroeger als enige criteria
HR Zutphense juffrouw: in deze tijd waren slechts de eerste twee
onrechtmatigheidsgronden in de wet verankerd. Hierdoor werd niet getoetst aan hetgeen
volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Hierdoor was in deze
zaak geen sprake van een onrechtmatige daad.
22. De verruiming door Lindenbaum-Cohen
HR Lindenbaum/Cohen: is het arrest waarin een verruiming werd gemaakt van de wettelijke
onrechtmatigheidsgronden. Dit arrest heeft eraan bijgedragen dat ook de betamelijkheidseis
in art. 6:162 lid 2 BW is opgenomen.
§ 2.2 Strijd met een wettelijke plicht
23. Hoofdregel
Het is algemeen aanvaard dat in beginsel ieder handelen, doen of nalaten, in strijd met een
wettelijke plicht onrechtmatig is. Het kan gaan om:
Verdragen;
, Wetten in formele zin;
Wetten in materiële zin;
o Algemene plaatselijke verordeningen;
o Vergunningen;
Het overtreden van een wettelijke gedragsnorm levert in beginsel een onrechtmatige daad
op jegens degene voor wiens bescherming die normen zijn gesteld.
24. Specifieke voorschriften
Als het gaat om specifieke voorschriften ligt het voor de hand om de onrechtmatigheid van
bepaalde schadeveroorzakende gedragingen aan te nemen vanwege het in strijd handelen
met dat wettelijk voorschrift.
25. De rol van wettelijke strafbepalingen
Iemand die zich schuldig maakt aan een strafrechtelijk vergrijp (diefstal/moord etc.) handelt
uiteraard in strijd met de wet en zal ook civielrechtelijk onrechtmatig handelen.
26. Sterkere positie bij schending wettelijke norm
Indien het ontstaan van bepaalde schade het gevolg is van het overtreden van een wettelijke
bepaling, dan rust de bewijslast van niet-onrechtmatigheid in beginsel op de gedaagde. De
gelaedeerde heeft in dergelijke gevallen dus een sterkere positie.
27. Bijkomende voordelen van het zich kunnen beroepen op de schending van een
wettelijke norm
Een ander voordeel bij overtreding van geschreven regels is dat het strookt met het karakter
van geschreven regels dat daarbij niet afzonderlijk behoeft te worden vastgesteld dat de
dader bedacht was of behoorde te zijn op de belangen van de benadeelde die de
geschonden norm beoogt te beschermen.
28. Som speelt de overtreding van een wettelijke bepaling een minder prominente rol
De overtreding van een wettelijk voorschrift is niet altijd van doorslaggevende betekenis om
te bepalen of gedrag onrechtmatig is. Het kan immers zo zijn dat de wettelijke bepaling een
andere doelstelling wordt toegeschreven dan de bescherming van het geschonden belang,
of dat de bepaling verouderd is.
29. Overtreding van een wettelijk voorschrift ook door de eiser zelf
Indien de eiser zelf ook een wettelijk voorschrift overtreedt, kan hij zich niet beroepen op
een onrechtmatige daad. De eiser heeft zichzelf dan onttrokken aan de bescherming van het
wettelijk voorschrift.
§ 2.3 De rechtsinbreuk
32. De inbreuk op een (subjectief) recht
Waar art. 6:162 lid 2 BW spreekt van ‘inbreuk op een recht’ wordt bedoeld de schending van
eens anders subjectief recht.
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Anonymouss. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.