Thema 5 | Presentatie pijn op de borst 205
HC26 | Inleiding pijn op de borst 206
HC27 | Hart-long chirurgie 209
HC28 | Farmacologie pijn op de borst en hartfalen 211
WC03 | Pijn op de borst 219
Studieopdrachten en casuïstiek 220
Blokleerdoelen
Na dit blok is de student in staat om
I. Thoracale, nefrologische en bovenste luchtweg klachten en symptomen te herleiden tot een
klinische entiteit met de bijbehorende differentiaaldiagnostiek; de daarbij behorende
diagnostische overwegingen aan te geven en een eerste onderzoeksprogramma ter
differentiatie en analyse op te stellen
II. Kennis betreffende etiologie, pathogenese, pathofysiologie, symptomatologie, epidemiologie
toe te passen op casuïstiek betreffende
A. De belangrijkste aandoeningen die thoracale klachten kunnen geven
B. De meest voorkomende nefrologische aandoeningen
C. De meest voorkomende ziektebeelden van de bovenste luchtweg
D. De meest voorkomende oorzaken van stemklachten
III. Te beschrijven welke fysische diagnostiek moet worden uitgevoerd bij thoracale, nefrologische
en bovenste luchtwegklachten
IV. Het benodigde diagnostische hulponderzoek te beschrijven alsook op welke manier ziekten
tot afwijkingen leiden daarbij; kennis van diagnostische methoden toe te passen op casuïstiek
alsmede diagnostische gegevens te interpreteren rekening houdend met meetfouten en
voorspellende waarden
V. Op grond van pathofysiologisch inzicht en klinisch epidemiologisch onderzoek aan te geven
welke behandeling gesteld dient te worden en wat het te verwachten effect daarvan is
VI. Het kunnen opstellen van een therapeutisch behandelplan met kennis over indicatie,
werkingsmechanisme en bijwerkingen van kernmedicatie rekening houdend met lifestyle,
waarbij de patiënt zelf bijdraagt aan gezondheidsbevordering
VII. Aan te geven wat de gevolgen van ziekte en de behandeling daarvan zijn voor het individu,
met inbegrip van de prognose, en voor zijn omgeving
VIII.Ethische dilemma’s betreffende orgaandonatie te herkennen en rekening te houden met de
afhankelijke positie van de patiënt
IX. Kennis over de gedragsmatige, genetische, psychosociale, economische en biologische
determinanten van het ontstaan en voorkomen van long-, hart- en nierziektes toe te passen op
casuïstiek en een beredeneerd voorstel te doen voor maatregelen die de gezondheid
betreffende deze ziekten van indivdu en groepen bevorderen
X. De juiste zoektermen te gebruiken met betrekking tot een controversieel onderwerp binnen de
discipline long-, hart- en nierziekten en aan de hand daarvan een beperkt literatuuronderzoek
uit te voeren, waarbij de student in staat is argumenten vanuit een gegeven perspectief te
selecteren, te evalueren op inhoudelijke relevantie en zodanig mondeling te presenteren in
een pro-con discussie dat het standpunt over het controversiële onderwerp overtuigend en
inhoudelijk correct wordt overgebracht
XI. Met behulp van feedback van de docent en medestudent te reflecteren op omgang met een
patiënt en op de impact die een ziekte heeft op deze patiënt
4
,R.J.C. G2vBo Hoest en hemoptoë
Thema 1 | Vraagstukken hoest, hemoptoë en
stemveranderingen
Algemene leerdoelen
Na dit blokonderdeel is de student in staat om:
I. Klachten en symptomen van hoest en hemoptoë te herleiden tot een klinische entiteit met de
bijbehorende differentiaaldiagnostiek; de daarbij behorende diagnostische overwegingen aan
te geven en een eerste onderzoeksprogramma ter differentiatie en analyse op te stellen.
II. Kennis betreffende etiologie, pathogenese, pathofysiologie, symptomatologie, epidemiologie
toe te passen op casuïstiek betreffende hoest en hemoptoë.
III. Te beschrijven welke fysische diagnostiek moet worden uitgevoerd bij thoracale, nefrologische
en bovenste luchtweg klachten.
IV. Het benodigde diagnostische hulponderzoek te beschrijven alsook op welke manier casuïstiek
alsmede diagnostische gegevens te interpreteren rekening houdend met meetfouten en
voorspellende waarden.
V. Op grond van pathofysiologisch inzicht en klinisch epidemiologisch onderzoek aan te geven
welke behandeling ingesteld dient te worden en wat het te verwachten effect daarvan is, met
kennis over indicatie, werkingsmechanisme en bijwerkingen van leefregels en kernmedicatie
rekening houdend met factoren en maatregelen waarbij de patiënt zelf bijdraagt aan
gezondheidsbevordering.
VI. Aan te geven wat de gevolgen van de ziekte en de behandeling daarvan zijn voor het individu,
met inbegrip van de prognose, en voor zijn omgeving.
Leerdoelen hoest/hemoptoë
De student is in staat om:
I. Een patiëntenprobleem met hoest of hemoptoë te plaatsen in de flowdiagrammen en daarvan
vast te stellen of de huisarts het probleem kan aanpakken of dat verwijzing nodig is.
II. Een spirometrie te beoordelen op aanwezigheid van reversibele of irreversibele obstructie.
III. Hoestklachten te kunnen relateren aan anatomie en fysiologie van de luchtwegen.
IV. De ziektebeelden astma, COPD, longcarcinoom, pneumonie, recidiverende luchtweginfecties,
bronchiëctasieën, CF, en tuberculose te beschrijven qua epidemiologie, pathogenese,
pathofysiologie, klinische beeld, diagnostiek, differentiaal diagnostiek, therapie en prognose.
Zie ook tabel op pagina 7.
V. Anatomie, fysiologie en pathofysiologie van de long (zoals bestudeerd in eerstejaars blok BTH)
te gebruiken om klachten en symptomen te verklaren van de onder 4 genoemde
ziektebeelden
Leerdoelen stemveranderingen
De student is in staat om bij een stemklacht:
I. De relevante gegevens uit de anamnese en het lichamelijk onderzoek te identificeren, deze te
verklaren en aan elkaar te relateren gebruik makend van anatomische, fysiologische en
pathofysiologische kennis (zie schema’s stemverandering). Aandachtspunten hierbij zijn:
A. kraakbenig skelet, musculatuur, innervatie, vascularisatie, microscopische structuur van de
stembanden.
B. De fysiologische functies sluiting en trilling (Bernoulli-effect, randgolven, de borst- en
kopstem).
5
, R.J.C. G2vBo Hoest en hemoptoë
C. Relatie stem-spraak (bron-filtertheorie, boventonen/formanten).
II. Te beslissen welk aanvullend onderzoek verricht moet worden en kan bevindingen bij
aanvullend onderzoek interpreteren.
III. Een differentiaaldiagnose op te stellen op basis van bevindingen bij anamnese, lichamelijk
onderzoek en aanvullend onderzoek. Deze differentiatie richt zich vooral op ziektebeelden, die
berusten op:
A. Structurele afwijkingen van de stembanden
B. Een sluitingsdefect van de larynx
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur robinvanvliet82. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.