Opname 20
1.1
Cellen in uw lichaam, in uw orgaan of weefsels zweven daar niet vrij, die bevinden zich in
een netwerk van allemaal extracellullaire moleculen. Dit is uw celmembraan. Die
extracellulaire matrix, zijn best veel structurele elementen, macromoleculen.
1.2
Illustreert mooi dat cellen en beperkte bewegingsvrijheid hebben, zitten echt in een netwerk
van macromoleculen ingeweven, en dat gaat ervoor zorgen dat uw cellen beschermd
worden, niet zo vatbaar voor traumas van buitenaf, en zal ons in staat stellen om bepaalde
weefsels meer en andere minder rigiditeit te geven. Bv botten, zeer dense extracellulaire
matrix, terwijl in heel elastische weefsels zoals dat rond uw grote bloedvaten, zal er een
minder dense structuur zijn.
2.1
Extracellulaire matrix opgebouwd uit drie belangrijke structurele elementen. Voorbeeld van
de eerste is bv collageen. Die extracellulaire matrix eiwitten stellen cel in staat om voeling te
hebben met het extracellulair milieu, daarvoor heb je die gespecialiseerde, die zitten
meestal zoals die fibronectines, verbindingen tussen extracellulaire ruimte en intracellulair
milieu. Vaak verbonden met cytoskelet, met actine en myosine ketens, en zal cel in staat
stellen om te voelen wat er in de omgeving aan de hand is en daar gepast op reageren.
Laatste groep, de proteoglycanen, belangrijk vooral als je praat over metabole ziekten. Dat
zijn hele grote structureel ingewikkelde macromolecule. Als je zo iets wilt aanmaken of
afbreken kan er wel eens iets verkeerd lopen.
2.2
Die gespecialiseerde eiwitten zijn er voornamelijk om interactie tussen uw intra en extra
cellulair milieu teweeg te brengen. Bv daarvan zijn integrines, die hebben zowel verbinding
met eiwitten uit uw extracellulair milieu, zoals bv uw collageen, en verbindingen aan de
andere zijde met uw cytoskelet zoals uw actine en myosine filamenten. Duchen musculaire
dystrofie, verbinding tussen intra en extracellulair milieu, daar liep iets mis, door genetische
mutaties, uiteindelijk lijde dat tot cellen die niet meer kunnen interageren met hun milieu,
dus spierdegeneratieve aandoening.
3.1
Macromolecule waar we naar gaan kijken, zijn er voornamelijk voor structuur te geven.
Collageen is er voor structuur te geven aan orgaan, weefsel, extracellulaire matrix. Zo een
bundel van collageen is op zo een georganiseerde manier opgebouwd, gelijkaardig een
gestreept spierweefsel. Als je terugleidt naar de grote georganiseerde structuur van bv een
pees, waarvan collageen een heel belangrijk bestanddeel is. Collageen is zowel bij ons als
andere zoogdieren, het meest voorkomende eiwit is, 25 procent van eiwitten in ons lichaam
is collageen belangrijk strcutureel element.
,3.2
Al die elementen in uw extracellulaire matrix worden intracellulair gesynthestiseerd. ER
maakt basistructuren aan en excreteert naar extracellulaire ruimte. Collageen bestaat uit
verschillende organisatie structuren, maar begint bij een eenvoudige AZ sequentie. Het feit
dat collageen zo belangrijk is voor de structuur en zo een regelmatige opbouw heeft, wilt
zeggen dat die AZ sequentie altijd hetzelfde zal zijn. In pezen collageen type 1, en daar zullen
we zien dat de AZ sequentie altijd hydroxyproline, glycine en proline zal zijn, die drie AZ gaan
elkaar altijd afwisselen. Belangrijk want eenmaal je die primaire AZ sequentie hebt, gaan die
alfa ketens zich organiseren tot een triple helixstructuur. Die gaan zich om elkaar
heenwinden, het AZ dat in het midden van die winding zit, moet heel klein zijn, anders
kunnen die ketens nooit zo dicht naar elkaar komen om een stevige pees te vormen. Kleinste
is glycine, zal altijd in het midden van die winding aanwezig zijn. Hydroxyproline, afgeleiden
van AZ, belangrijk omdat ze cross linking kunnen doen. Bij de vorming van die triple helix
structuur, ga je cross linking doen tussen de verschillende filamenten om die stevigheid te
kunnen bekomen.
4.1
Alfa helices zullen zich organiseren tot triple helix structuur begin van collageen. Triple
helix structuur heeft bepaalde lengte, kunnen onmogelijk alle cellen met elkaar verbinden.
Die gaan zich organiseren in een grotere structuur door crosslinking te vormen met elkaar,
waar opnieuw die hydroxyAZ belangrijk zullen zijn, die laten toe dat je een grotere afstand
kunt overbruggen en heel uw extracellulair matrix met elkaar in verbinding kunt brengen.
Microfibrillen, doordat die zo georganiseerd zijn, krijg je uiteindelijk ook een gestreept
uitzicht van dei collageen fibrillen.
4.2
Macromoleculen in uw extracellulair matrix, die komen daar niet uit het niets, die hebben
een bepaalde nut voor uw cellen, dus uw cellen zullen die zelf aanmaken. Intracellulair gaan
die cellen die aanmaak van de extracellulaire eiwitten opstarten en dan secreteren naar de
extracellulaire ruimte. Collageen: aanmaak van AZ keten, glycine altijd in het midden,
gehydroxyleerde AZ ook altijd aanwezig. Die Az ketens zullen zich organiseren tot een triple
helix structuur, gebeurt in ER cel, eenmaal je die hebt, gaan we die uitscheiden naar
extracellulaire ruimte. Dan noemen we dat procollageen, wnt nog niet in staat verschillende
crosslinks te vormen, eerst ga je die uiteinden, die terminale propeptiden, wat ervoor zorgt
dat die procollageen extracellulair naar de juiste plaats wordt uitgescheiden, die gaan we
afbreken eenmaal we extracellulair zitten, en dan heb je uw basisstructuur voor uw
collageenfibril, uw tropocollageen, die gaan we crosslinken zodat je heel uw extracellulaire
matrix kunt overbruggen.
5.1
Onmogelijk om met zo een AZ sequentie heel uw extracellulaire matrix met elkaar te
verbinden, organiseren tot tropocollageen, uw basisstructuur, verbinden met elkaar tot we
fibrillen hebben, en die zullen uiteindelijk allemaal uw collageenvezels vormen, waarbij je
ziet dat je een grote toename hebt in afstand dat je in uw extracellulaire matrix kunt
overbruggen. Vormen van crosslinks van groot belang, want als er hier iets misloopt, zal uw
bindweefsel in grote mate aan rigiditeit verliezen.
, 5.2
Mutaties thv genen die coderen voor collageen, gevolg is dat die extracellulaire matrix niet
zoveel rigiditeit biedt als normaal, gevolg is dat je extreem flexibele gewrichten hebt,
overdreven houdelasticiteit. Als collageen evenveel flexibiliteit vertoont rond uw grote
bloedvaten, dan zal dat later cardiale problemen geven, ernstige uitting van Ehler Danlos,
kans op schade van grote bloedvaten veel groter. Vrij frequent 1/2500 mensen. Het is een
syndroom, dat wil zeggen, dat je verschillende fenotypes hebt. Epidermolysis bulosa, veel
zeldzamer, kinderen ‘butterflywings’, huid van die kinderen zo kwetsbaar, door inefficiente
aanmaak van collageen, dat het minste trauma, bv krabben, extreme blaarvorming geeft.
6.1
Dupuytrens contractuur, vaak geassocieerd met diabetes. Thv de handen zijn er
collageenstrengen die zich verstevigen, grotere collageen rigiditeit, mobiliteit thv de vingers
vermindert sterk. Men injecteert thv deze collageenstrengen, verdikkingen, collagenase,
waarbij je dat collageen gaat afbreken en terug uw mobiliteit gaat winnen.
6.2
We moeten ook een beetje flexibiliteit hebben, afhankelijk van waar in uw lichaam je kijkt,
bv thv de longen de huid. Daarom zijn er in die extracellulaire ruimte ook componenten die
aan die eis tegemoet komen, elastine en fibrilline. Fibrilline, molecule die als een
handschoen rond ellastine zitten om die elastische moleculen vorm te geven. Die elastische
moleculen zijn ook AZ sequenties, maar zo opgebouwd, veel minder gestructureerd, veel
minder rigiditeit, zodat je bij het maken van crosslinks een elastische structuur krijgt die uw
extracellulaire matrix de capaciteit geeft om uit te zetten en in te krimpen. Bv zoals rond uw
longen en grote bloedvaten nodig is. Die crosslinks noemt men desmosines, specifiek voor in
elastisch deel extraclelulaire matrix. Ook bij aanmaak van deze kunnen problemen optreden.
7.1
Marfan syndroom, daar loopt iets mis bij de aanmaak van die fibrillines. Waardoor die
ellastische moleculen niet mooi hun vorm zullen houden. Opnieuw een syndroom,
verschillende uittingen. Meest karakteriserende is uiterlijk, lange smalle magere mensen, die
in verhouding veel langere grotere ledematen hebt dan je normaal zou verwachten. Door die
deficientie in die fibrilline aanmaak, gaat die aandoening resulteren in grote instabiliteit. Dat
leidt thv het oog tot lensdislocatie, maar ook inwendig cardiaal gaat dat problemen geven.
7.2
Noemen ook proteoglycanen of mucopolysachariden, veerachtige structuren in
extracellulaire matrix. Complexe opbouw, bestaan uit grote suikerketen waar eiwitten op
gebonden zijn, die eiwitten zijn de grote takken, en op die grote takken zitten disachariden
sequenties, altijd dezelfde van dezelfde suikers die gaan terugkomen. Een van de grootste
structurele elementen die je terugvindt in uw lichaam, bestaan voor 95 procent uit suikers
en 5 uit eiwitten. Suiker gaan zich onmiddellijk hydrateren, nu komt ons dat ten goede. Die
structuren gaan een grote watermantel met zich meedragen, extracellulaire matrix wordt
heel visceus, wat opnieuw de besherming van dei cellen tot gevolg heeft. Afhankelijk van
naar welk weefsel we kijken zijn er verschillende glycosaminoglycanan. Afhankelijk van
welke dissachariden krijg je een ander. Die moet je niet bij naam kennen, maar wel weten