Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Introduction to sociology H1-H7 samenvatting €7,49
Ajouter au panier

Resume

Introduction to sociology H1-H7 samenvatting

2 revues
 131 vues  7 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting Introduction to sociology van Frank van Tubergen voor het vak Inleiding sociologie. Bevat H1-H7.

Aperçu 3 sur 25  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1 t/m 7
  • 13 octobre 2020
  • 25
  • 2020/2021
  • Resume

2  revues

review-writer-avatar

Par: veerletegrotenhuis • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: theresiagroeneveld • 3 année de cela

avatar-seller
Introduction to sociology samenvatting

Hoofdstuk 1 Questions

Individueel perspectief= Soort uitleg/verklaring van menselijk gedrag dat zich richt op individuele
oorzaken

Sociologen kijken met een ander perspectief naar menselijk gedrag. Ze ontkennen niet dat er
individuele oorzaken zijn. ze komen met verschillende verklaringen en oplossingen. Ze proberen
menselijk gedrag te begrijpen door te kijken naar hun sociale context= sociale omgeving waarin
mensen zijn ingebed.

Sociologische verbeelding/sociologisch perspectief= soort verklaring van menselijk gedrag dat zich
richt op sociale oorzaken

Sociaal/maatschappelijk verschijnsel= collectief menselijk gedrag

Individueel perspectief Sociaal perspectief
Fenomenen die van belang Individueel fenomeen, Sociaal fenomeen, gezamenlijk
zijn individueel gedrag (Waarom gedrag (Waarom neemt
heeft John obesitas?) obesitas toe in de
maatschappij?)
Verklaringen voor gedrag Individuele eigenschappen Sociale context, sociale
(genen, persoonlijkheid) oorzaken (land, buurt, school,
familie)


Drie mogelijke relaties tussen individueel perspectief en sociologisch perspectief

1. Aanvullende perspectieven
De perspectieven zijn niet in conflict maar de twee perspectieven samen geven een
uitgebreidere verklaring voor het menselijk gedrag. Als alleen individuele oorzaken ten
grondslag liggen aan het gedrag, dan zouden individuele behandelingen zeer effectief
moeten zijn, maar dit is niet zo.
2. Alternatieve perspectieven
Men kan beweren dat sociale contexten er helemaal niet toe doen bij het verklaren van
menselijk gedrag en dat alleen individuele oorzaken er toe doen. Of dat er alleen sociale
oorzaken zijn en geen individuele oorzaken voor het gedrag.
3. Proximate and ultimate causes
Sociologen stellen soms dat individuele oorzaken van menselijk gedrag proximate causes van
gedrag zijn. Proximate causes zijn de factoren die dicht bij de fenomenen staan die de
onderzoeker wil verklaren, terwijl de ultimate causes dieper op de achtergrond liggen.
Proximate causes worden verklaard met ultimate causes.
Ultimate causProximate causeconsequence

Microniveau= verwijst naar het laagste niveau, namelijk individuen en hun gedrag, houding,
middelen enz. Het niveau waar individuelen handelen.
Mesoniveau= duidt sociale condicties aan die individuen delen in hun directe omgeving.
Voorbeelden zijn: familie, buurt, school, werk, organisatie, religieuze gemeenschap, politieke
organisatie en sociale netwerken.
Macroniveau= geeft het hoogste niveau aan dat individuen delen. Meestal zijn dit landen of groepen
van landen.

,Maatschappelijk probleem/openbaar probleem=

1. Gaat verder dan de persoonlijke problemen van het individu (het raakt veel mensen)
2. Is een kwestie waarover mensen zich zorgen maken

Drie doelstellingen van de sociologie

1. Beschrijf
Het bedenken van nauwkeurige beschrijvingen van sociale fenomenen. Mensen zouden er
verkeerde opvattingen over kunnen hebben.
2. Verklaar
Wetenschappelijke verklaringen voor sociale fenomenen.
3. Pas toe
Maatschappelijk werk kan waardevol zijn voor het doen van voorspellingen. De tweede
manier waarop sociologen hun kennis toepassen om sociale interventies te ontwikkelen en
te evalueren= sociale beleidsmaatregel.

Maatschappelijke relevantie= relevantie van sociologisch werk voor het begrijpen van sociale
problemen.

Drie typen sociologische vragen

1. Normatieve vraag= vraag die waardeoordelen met zich meebrengt (wat moet er gedaan
worden). Moeten we de inkomensongelijkheid verminderen?
2. Wetenschappelijke vraag= vraag die geen waardeoordelen met zich meebrengt. er zijn drie
types als wetenschappelijke vragen:
a. Beschrijvende vraag= type wetenschappelijke vraag gericht op het beschrijven van
verschijnselen. (hoeveel, wat gebeurt er). observeren wat er gebeurt.
b. Theoretische vraag= soort wetenschappelijke vraag gericht op het begrijpen van
fenomenen (waarom vragen).
c. Toepassingsvraag= soort wetenschappelijke vraag gericht op het toepassen van
wetenschappelijke kennis (wat gebeurt er in de samenleving).

De kunst van het stellen van goede sociologische vragen

Slecht gedefinieerde vragen= Vraag die vaag en dubbelzinnig is
Nauwkeurige vraag= vraag met duidelijke interpretatie
Vraag ingrediënten= elementen van een vraag die gespecificeerd kunnen worden. Deze zijn:

1. Het menselijk gedrag waarin u geïnteresseerd bent
2. De sociale context
3. De periode
4. De bevolking

Het eerste elementen in het stellen van goede vragen is dus het zo precies formuleren van vragen en
hiervoor helpen de vraag ingrediënten. Het tweede elementen voor een goede sociologische vraag is
relevantie.

Wetenschappelijke relevantie= relevantie van sociologisch werk voor de accumulatie van
sociologische kennis.

Drie uitdagingen voor de relevantie van een sociologische vraag en wat we daarvan kunnen leren

, Literatuuroverzicht= systematisch overzicht van de bekende theorieën en observaties
(achtergrondkennis), typisch voor een bepaald gespecialiseerd onderzoeksgebied.
Valse theoretische vraag= theoretische vraag die tot doel heeft iets te verklaren wat niet bestaat.
Vergelijkende-case vraag= vraag die enige vergelijking van cases bevat, zoals meerdere sociale
contexten, meerdere momenten in de tijd en/of meerdere populaties.
Gezond verstand= dagelijks denken, intuïties, overtuigingen en percepties

Privé-sociologen= de manier waarop de mens in het dagelijks leven de sociale wereld zinnig maakt.
Als zodanig zijn ze gevoelig voor onder andere intuïtief denken, impliciet redeneren, het ontwikkelen
van onsamenhangende en vage ideeën, het privé houden van kennis en het zoeken naar
conformaties.
Academische sociologie= de manier waarop academische intuïties de sociale wereld ontkiemen en
verklaren. Kenmerken zijn de systematische manier van kennisvergaring, het openbaar maken en
bekritiseren van verklaringen, het ontwikkelen van coherente theorieën en rigoureuze toetsing.

Privé sociologen Academische sociologie
Betreft: sociale fenomenen Betreft: sociale fenomenen
Particuliere kennis Publieke kennis
Intuïtief en verhandeld denken Systematische en rationele discussie
Onsamenhangende en vage ideeën Coherent en nauwkeurig
Beschrijvingen en verklaringen zijn waar Beschrijvingen en verklaringen kunnen waar of
onwaar zijn
Weinig behoefte aan empirische testen Belang van empirische testen
Zoeken naar bevestigingen Open voor tegenbewijs

Cumulatieve wetenschap= de praktijk dat theorieën en observaties van eerdere studies worden
opgenomen in het werk van opeenvolgende studies.
Achtergrondkennis= de theorieën en observaties die bekend zijn voordat het onderzoek begint.

Background knowledge (O1)Theoretical question (Q(t)1)Theory
Study 1 Study 2 Study 2

Hoofdstuk 2 Theories

Poppers universele uitsprakenhypothesen van het karakter van natuurwetten en vandaag de dag is
het gebruikelijk om deze universele uitspraken stellingen te noemen.

Proposition= universele verklaring, d.w.z. verklaring over het oorzakelijk verband tussen twee of
meer begrippen.
Theorieschema= type theorie-instrument waarin stellingen, voorwaarden, hypothesen en
observaties als een samenhangende set van verbale uitspraken zijn geschreven.



P. Propositions:…
Explanation
C. Conditions:…

O. Observation

Conditie= veronderstelling over de specifieke setting die stellingen relateert aan observaties en
hypothesen.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emmavandijk2. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

51292 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€7,49  7x  vendu
  • (2)
Ajouter au panier
Ajouté