Dit betreft een samenvatting voor het vak kennislijn (psychologie en filosofie). Dit vak wordt gegeven tijdens het 2e leerjaar van de studie Social Work op de HAN, in de module Empowerment. In deze samenvatting van 29 pagina's staan alle begrippen die je moet kennen voor het tentamen: Kennistoets E...
Samenvatting HELE Praktische psychologie voor Sociaal werk - Praktische psychologie voor sociaal werk
Samenvatting kennislijn, Social Work, leerjaar 1, menstheorie B, individu
Samenvatting kennislijn individu menstheorie A
Tout pour ce livre (86)
École, étude et sujet
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Sociale Studies
Kennislijn
Tous les documents sur ce sujet (21)
14
revues
Par: pienhoekman • 1 année de cela
Par: mitch_janssen • 2 année de cela
Par: lukasvanheumen • 2 année de cela
Par: JEPE • 3 année de cela
Par: femkeversleijen • 3 année de cela
Par: marlou-rondhout • 3 année de cela
Par: marlenehendriksma • 3 année de cela
Afficher plus de commentaires
Vendeur
S'abonner
SocialWorkDaisy
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting kennislijn Empowerment, filosofie en
psychologie
Les 1: filosofie (cultuur en erkenning)
Empowerment (Van Regenmortel) = een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en
gemeenschappen greep krijgen op de eigen situatie en die van hun omgeving, en dit via het
verwerven van controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en het stimuleren van participatie.
Identiteit = het beeld dat iemand van zichzelf heeft, ook wel zelfbeeld genoemd
(micro-niveau). Je identiteit is altijd persoonlijk.
Cultuur = iets wat je deelt met mensen in een groep (meso-niveau) of iets wat een land deelt met
elkaar (macro-niveau).
Voorbeeld: een bepaald doel of een bepaalde taal.
Multiculturalisme =
Betekenis 1: uitgaan van de gelijkwaardigheid van verschillende culturele gemeenschappen
binnen een bepaald afgebakend gebied. Je gaat ervanuit dat verschillende culturen evenveel
waard zijn en erkent dat de cultuur die jij niet gewend bent, evenveel waard is als jouw
cultuur.
Betekenis 2: het bij elkaar leven van verschillende culturen binnen één samenleving.
Rotterdam en Amsterdam zijn bijvoorbeeld multiculturele steden.
Diversiteit = datgene waarin mensen van elkaar verschillen. Er zijn nooit twee mensen hetzelfde: er
is altijd diversiteit.
Culturele competentie = rekening houden met en inzicht krijgen in de culturele achtergrond van de
ander. Hierbij is het ook van belang dat je jouw eigen cultuur goed kent. Voorwaarden voor culturele
competentie:
1) Oog hebben voor de verschillen in de cultuur
2) Oog hebben voor de overeenkomsten van de cultuur
Communitarisme = de filosofie van het belang van de groep/de gemeenschap/de cultuur als geheel.
Dit is het tegenovergestelde van liberalisme.
Voorbeeld: Charles Taylor is een filosoof van het communitarisme. Nadenken over: worden we
ergens beter van? Regels stellen.
(Neo)Liberalisme = de filosofie en het belang van het individu: mensen moeten niet allerlei regels
opgelegd krijgen van de overheid, maar dienen altijd een vrije keuze te hebben.
Voorbeeld: sigaretten mogen door iedereen gerookt worden, zo heeft het individu, ongeacht
zijn/haar leeftijd, vrijheid.
Differentiedenken (Charles Taylor, 1931) = oog hebben voor de verschillen van verschillende
culturen.
,
, Hoe samen te leven in een diverse samenleving? (Charles Taylor, 1931) =
1) Erken het unieke van de cultuur
2) Herken het gezamenlijke: in welk opzicht lijken de culturen op elkaar?
Normatief multiculturalisme (Charles Taylor, 1931) = het is een norm (regel) om multiculturalistisch
te zijn. We moeten actief bijdragen aan het behouden en stimuleren van multiculturalisme. Ondanks
dat je niet tot een bepaalde cultuur behoort, moet het een norm zijn om verschillende culturen te
behouden en de eigen cultuur te stimuleren.
Voorbeeld: regels maken om de cultuur te behouden. Canada is bijvoorbeeld half Engels en half
Frans, waarbij het Franse deel in de minderheid is. Charles Taylor was voorstander om alle
universiteiten in het Franse deel verplicht te stellen om hier Frans te spreken. Op deze manier heeft
de Franse cultuur meer kans op behoud van deze cultuur.
Grens multiculturalisme (Frans Taylor, 1931) = wanneer een cultuur mensenrechten schendt, mogen
we daar tegenin gaan.
Cultureel relativisme = je relativeert je eigen cultuur: je mag alleen iets over de andere cultuur
zeggen/vinden als het je eigen cultuur is.
Voorbeeld: ook al vind je vrouwenbesnijdenis of hoofddoek eigenlijk niet kunnen, je vind dat je hier
niets van kan zeggen/vinden, want je behoort niet tot die cultuur.
Normatief universalisme = het feit dat dezelfde regels over de hele wereld gelden, moet de norm
zijn.
Voorbeeld: ik vind vrouwenbesnijdenis niet kunnen, ondanks dat ik niet tot deze cultuur behoor,
vind ik hier iets van. Alle regels moeten voor iedereen gelden, ongeacht de cultuur of waar je woont.
Cultureel relativisme en normatief universalisme zijn uitersten.
Hokjesdenken (Amartya Sen, 1933) = mensen categoriseren: mensen zijn niet gelijk. Mensen
behoren/passen tot verschillende hokjes tegelijkertijd.
Voorbeeld: een filosoof behoort in het hokje filosoof, maar dit betekent niet dat de filosoof niet
verschilt van een andere filosoof, of dat de filosoof niet ook in het hokje “man” past.
Mono-identiteit = als je mensen in één hokje plaatst, doe je aan mono-identiteit. Dit is een foute
denkwijze volgens Amartya Sen.
Meervoudige identiteit (Amartya Sen, 1933) = wanneer je in verschillende hokjes past. Dit is
eigenlijk altijd zo.
Voorbeeld: een Joods persoon kan ook een man, voetballer, leraar, etc. zijn.
Uniforme standaard (Marion Young, 1949 – 2006) = mensen zijn gelijk en we verwachten dus
hetzelfde van mensen. Marion Young is het hier niet mee eens.
Voorbeeld: iedere student moet dezelfde toets halen, hoe goed of slecht hij/zij ook is in dat vak.
Differentiedenken op individueel niveau (Marion Young, 1949 – 2006) = Marion Young doet
hieraan: mensen zijn niet gelijk, maar verschillen van elkaar. Mensen zijn wel gelijkwaardig, maar de
uniforme standaard leiden tot ongelijkwaardigheid.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SocialWorkDaisy. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.