Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Vastgoedmanagement, boek werken aan wonen: H1, H2 (2.1,2.2 2.4 2.6.2.), H3, H4, H5 (Niet 5.6.2), H6, H7. Vastgoed en Makelaardij €4,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Vastgoedmanagement, boek werken aan wonen: H1, H2 (2.1,2.2 2.4 2.6.2.), H3, H4, H5 (Niet 5.6.2), H6, H7. Vastgoed en Makelaardij

7 revues
 195 vues  34 achats
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting Vastgoedmanagement, TT 08/11. H1, H2 (2.1,2.2 2.4 2.6.2.), H3, H4, H5 (Niet 5.6.2), H6, H7. Boek: Werken aan wonen. Studie: vastgoed en makelaardij, Hanze Groningen.

Aperçu 3 sur 21  pages

  • Non
  • H1, h2 (2.1,2.2 2.4 2.6.2.), h3, h4, h5 (niet 5.6.2), h6, h7
  • 21 octobre 2020
  • 21
  • 2020/2021
  • Resume

7  revues

review-writer-avatar

Par: ilonasoet • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: mitchellwolter19 • 1 année de cela

Traduit par Google

Complete summary, but many misspellings and unclear sentence structure

review-writer-avatar

Par: friso100 • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: RRMM • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: rfvanheuvelen • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: fleurkromkamp • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: alexandramonsuur • 2 année de cela

Traduit par Google

Weird phrase build-up, lots of spelling errors and phrases are just uncomprehensible

avatar-seller
Samenvatting Vastgoedmanagement, TT 08/11. H1, H2
(2.1,2.2+2.4+2.6.2.), H3, H4, H5 (Niet 5.6.2), H6, H7

Opkomst Volkshuisvesting (tot 1945)
Voor de 2e WO was huisvesting vooral een zaak van particulieren
verhuurders  Huur komt binnen en waarde vastgoed in stijgende lijn.
In de 2e helft kwam industrialisatie  arbeiders trekken naar de steden,
maar zijn nauwelijks woningen.  Woningeigenaren splitste de
woningen, alleen deze waren veel te klein.
In 1852 werd eerste coöperatieve bouwvereniging opgericht. Hierdoor
begin bouwprojecten
 Particulieren zorgde voor kapitaal, tegen lage renten. Goedkope
woningen kunnen worden gebouwd.


In 1901= woningwet, door maatschappelijk druk + sociale bewegingen,
overheid niet bemoeien met particulieren eigendom en dus geen eisen.
En overheid het bouwen van woningen overlaten aan vrije markt.
Bouwverordening = gemeente eisen woningen vast. Particulieren
moesten bouwvergunning aanvragen. De woningwet regelde ook dat
welke instelling voor sociale woningenbouw mochten zorgdragen en dus
financiële steun kregen. Het uitgangspunt: particulieren mochten bouw.


In 1904 eerste 3 woningbouwverenigingen voor de woningwet
toegelaten. In jaren 30, 2 soorten visies:
- Landelijke visie = uitte zich in het ideaal van de tuindorpen, in het
groen gesitueerde wijken met dorps karakter.
- Stedelijke visie = pleitte voor het gesloten bouwblok met panden
bestaande uit meerdere verdiepingen. Liefst in een specifieke
bouwstijl  Amsterdamse school.

,1.3 volksverhuizing (1945-1970)
Na 2e WO, nl moet heropgebouwd worden  geboortegolf. Er was een
anticyclisch beleid, hoeveelheid geld voor de woningbouw laten afhangen
van de economische conjunctuur.
NL voerde een geleide loonpolitiek, om lonen laag te houden met als doel
export stimuleren. Daarom prijzen/huren slechts beperkt stijgen.
Hierdoor onaantrekkelijk voor particulieren om te investeren in de
woningbouw.
Na 2e WO NL gericht op opbouw verzorgingsstaat. Tot jaren 90,
premiewoningen, koopwoningen die met financiële hulp van de overheid
gekocht konden worden.
Overheidstaken:
- Bouwen, na oorloge vele woningen erbij bouwen.
- Verdelen, woonruimtewet, deze bepaalde wie in aanmerking kwam
voor een vrijgekomen huurwoning.
- Financieren, bouwkosten via subsidies deels betalen.

1.4 Glorietijd van de sociale woningbouw (1970-1995)
Vanaf jaren 80 meer eengezinshuizen, leidde tot vinex-wijken. + kwam
centrale verwarming. Toenemende welvaart en individualisering zorg &
vervolgens voor een daling van de gemiddelde woningbezetting en
daarmee sterke stijging van de woning boete dan voorzien.  jongeren
gingen eerder uit huis.


Na 1945 wilde de overheid woningen met lage huur, dus verleende men
Objectssubsidies en werd huur kunstmatig laag gehouden. Huurtoeslag,
speciaal voor huurders met laag inkomen.
De maximum huurprijs van sociale huurwoning en maximale jaarlijkse
huurstijging door de overheid vastgesteld. Maximale huurprijs hangt af
van de woningwaarderingstelsel (puntensysteem). Wordt bepaald door
inflatie.




2

, In 1992, de huisvestingwet  hierdoor krijg gemeente de
verantwoordelijkheid om in een huisvestingverordening de schaarse
sociale huurwoningen en goedkope koopwoningen te verdelen onder
lage inkomens.


In de jaren 70, recessie, door twee oliecrisissen. Uitkeringen beperkt,
meer belasting betalen vanaf jaren 70, jaren 80, neoliberalisme,
marktmechanisme vanuit winstprincipe tot effectievere en efficiëntere
werkwijze leidt. Waardoor het verstandig er is om het aan de markt over
te laten (ov, post) in handen van de overheid.
Deregulering is huurprijs wordt niet meer vastgesteld door de regels van
de overheid, maar bepaald door vraag en aanbod.
Collectieve lasten te verminderen, denken vanuit de markt, minder regels
 bezuinigingen.
Liberalen (VVD), elke koper nieuwe kapitalist. Confessionelen (CDA), past
eigen woning bij het ideaal van een stabiele gezien. Sociale-democraten
(PvdA), eigen woning is een symbool van de verheffing van de arbeider.
De Koopmarkt is voor woningzoekenden starters en verhuurder slecht
bereikbaar geworden. Huurwoningen markt verdeeld in Geliberaliseerde
markt, voor gereguleerde huurwoningen.  huur afgestemd op
woningwaarderingsstelsel.

1.5
Hypotheekrenteaftrek = rente die mag gezien worden als aftrekpost op
inkomstenbelasting.
Goedkoop scheefhuren = als mensen in een te goedkope huurwoningen
wonen.
Bij gestaag groeiend woningbestand betekent dit dat sociale huursector
afneemt.
Verhuurdersheffing = aan alle verhuurders van meer dan 10
huurwoningen  bijdrage aan economische crisis in 2008.




3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur floorvdrijst. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73243 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49  34x  vendu
  • (7)
  Ajouter