Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
VERDIEPING BELASTINGRECHT: alle werkgroepen, hoorcolleges en oefententamens €8,99   Ajouter au panier

Notes de cours

VERDIEPING BELASTINGRECHT: alle werkgroepen, hoorcolleges en oefententamens

1 vérifier
 87 vues  9 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Deze bundel is voor het vak Verdieping Belastingrecht (Belastingrecht II) aan de Vrije Universiteit Amsterdam en bevat een zeer uitgebreide uitwerking van alle werkcolleges en hoorcolleges. Daarnaast bevat deze bundel oefententamens.

Aperçu 8 sur 92  pages

  • 31 octobre 2020
  • 92
  • 2019/2020
  • Notes de cours
  • Inconnu
  • Toutes les classes

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: lali532 • 2 année de cela

avatar-seller
Fiscale minor Notarieel
Recht en Rechtsgeleerdheid Verdieping
Belastingrecht
Deze bundel bevat:
✓ Een uitgebreide uitwerking van alle
werkcolleges
✓ Uitgebreide aantekeningen van alle
hoorcolleges
✓ Oefententamens

,Inhoudsopgave
Werkcolleges
Werkcollege 1: ondernemerschap/totaalwinst ........................................................................... 3
Werkcollege 2: vraagstuk jaarwinst en stakingswinst......................................................................... 7
Werkcollege 3: resultaat uit overige werkzaamheden ..................................................................... 11
Werkcollege 4: eigen- en vreemd vermogen .................................................................................... 15
Werkcollege 5: deelnemingsvrijstelling ............................................................................................ 20
Werkcollege 6: fiscale eenheid en aandelenfusie ............................................................................. 24
Hoorcolleges
Hoorcollege 1: winst uit onderneming .............................................................................................. 28
Hoorcollege 2: jaarwinst, stakingswinst en doorschuiving ............................................................... 32
Hoorcollege 3: personenvennootschappen en firmaproblematiek .................................................. 43
Hoorcollege 4: LB en RUOW .............................................................................................................. 49
Hoorcollege 5: eigen vermogen versus vreemd vermogen .............................................................. 55
Hoorcollege 6: deelnemingsvrijstelling ............................................................................................. 64
Hoorcollege 7: fiscale eenheid, bedrijfsfusie en aandelenfusie ........................................................ 72
Oefententamens
Oefententamen I ............................................................................................................................... 81
Oefententamen II .............................................................................................................................. 87




1

,2

,Werkcolleges
Werkcollege 1: ondernemerschap/totaalwinst

Casus 1
De heer Zijlstra is een zelfstandig gevestigde journalist; hij schrijft voor diverse kranten en bladen.
Begin 2018 koopt hij een pand voor € 500.000 bestaande uit de begane grond en een verdieping
(verhouding oppervlakte woon-werkgedeelte 50:50). Het pand is onder meer gefinancierd met een
hypothecaire lening van € 300.000; aan hypotheekrente heeft hij in 2018 € 6.000 betaald. Op de
begane grond vestigt hij zijn kantoor, de verdieping wordt door hem bewoond. In 2015 vindt er
onderhoud aan het dak plaats. De kosten hiervan bedragen € 7.000.

a) Hoe dient in 2018 het pand door de heer Zijlstra voor de inkomstenbelasting te worden
verantwoord?
Aangezien het pand voor 50% als woonruimte wordt gebruikt en voor 50% als werkgedeelte, is het
keuzevermogen. De heer kan kiezen of hem of helemaal op de balans te zetten, of helemaal niet. Het
voordeel van het pand als zakelijk vermogen te verantwoorden is dat de onderhoudskosten in aftrek
kunnen worden gebracht.

Het zou splitsbaar kunnen. Bij een auto kan dat nooit.

Als het is aangemerkt als ondernemingsvermogen → alles activeren. Hij is gekocht voor 500.000
euro.
Een groot gedeelte wordt voor privé gebruikt → onttrekking, art. 3.19. Kijken naar WOZ-waarde. De
onderhoudskosten kunnen worden afgetrokken. Ook zijn verzekeringen, afschrijvingskosten etc. OOK
voor het woongedeelte is het dan aftrekbaar!

Als het is aangemerkt als privévermogen → het komt niet op de balans. Het woongedeelte zit in box
1, eigen woning. Art. 3.112: eigenwoningforfait. Art. 3.120 kosten die je kunt aftrekken.
Het werkgedeelte is niet geactiveerd. Het deel zit in box 3. Hij kan niet hypotheekrente in aftrek
nemen. Mag hij andere kosten in aftrek nemen? Nee, alleen rentekosten.

Verhuur als privépersoon mijn winkelruimte aan mezelf als ondernemer → de ondernemer krijgt
huurkosten. De verhuur is een aftrekpost.
3.17 lid 1 sub c: huur mag maximaal zijn want jij genereert aan inkomsten in box 3.

Splitsbaar: je activeert het werkgedeelte. Alleen die 250.000. Hypotheekrente en onderhoudskosten
mag je voor 50% in aftrek nemen. Dus alles voor de helft!

Als het keuzevermogen is en als je het dan administratief kan splitsen, dan mag dat.
Als boven en onder apart te bereiken zijn heb je twee verplichte verschillende vermogens. Het is dan
gedwongen gesplitst, geen keuzevermogen.

Keuzevermogen:
- ondernemingsvermogen
- eigenvermogen
- splitsbaar (als het administratief mogelijk is)




3

,b) Stel dat het pand in 2019 wordt verkocht voor € 600.000. Wat is dan hiervan het gevolg voor de
heffing van de inkomstenbelasting bij de heer Zijlstra?
Wanneer het pand privévermogen is dat hoeft meneer over de behaalde winst van 100.000 euro niet
af te rekenen. Dit moet wel als het zakelijk vermogen is, hij moet dan afrekenen. (afrekenen over
waardeaangroei).

Splitsbaar pand: 50% wordt in de winst getrokken en de andere winst niet. Dus belast 50.000.

Casus 2
De heer Schinkels en Ter horst zijn bestuursleden van een voetbalvereniging. Schinkels laat Ter Horst,
die aannemer is, verbouwingswerkzaamheden in zijn huis uitvoeren. De
verbouwingswerkzaamheden duren 4 weken. Gedurende deze tijd krijgt Schinkels onenigheid met
Ter Horst over de opstelling van een aantal eerste elftalspelers. Het wordt ruzie! Het zit Ter Horst zo
hoog dat hij bewust de verbouwingswerkzaamheden slecht aflevert. Schinkels pikt dit niet en krijgt,
na tussenkomst van de rechter, een schadevergoeding van Ter Horst.

Motiveer of de schadevergoeding voor Ter Horst wel dan niet een kostenpost vormt.
Kosten zijn alleen aftrekbaar wanneer deze kosten zakelijk zijn. Aangezien de schadevergoeding dat
niet is, kan het niet worden afgetrokken.
De oorzaak vindt zich in een privéaangelegenheid. (finaliteit: wat is bedoeling van ter horst? Niet
bedoeling om dit te krijgen uit zijn onderneming). Onvoldoende samenhang tussen onderneming en
kostenpost.

In principe alles uit onderneming, tenzij wanverhouding en er moet een relatie zijn met de
onderneming.

Casus 3
Mevrouw de Hoop is een zelfstandig gevestigde belastingadviseur. Op de activa kant van haar balans
bedraagt het saldo van haar bankrekening € 100.000. In 2016 komt haar meerderjarige zoon bij haar
met het verzoek of zij € 40.000 aan hem wil lenen. Hij wil dit bedrag gebruiken voor de aanschaf van
een boot. Zij verstrekt de lening onder zakelijke voorwaarden (d.w.z. met een aflossingsschema en
betaling van rente).
De lening wordt verstrekt door een opname van € 40.000 van haar zakelijke bankrekening. Het saldo
van haar bankrekening wordt dus € 60.000. De vordering van € 40.000 op haar zoon wordt op de
balans geactiveerd. In 2016 betaalt haar zoon aan haar € 1.600 rente.

a) Motiveer of de handelwijze van mevrouw de Hoop om de lening in de balans op te nemen juist of
onjuist is.
Mevrouw de Hoop is een ondernemer (art. 3.4 IB).
Art. 3.3 lid 3
Vordering heeft niks te maken met haar ondernemerschap. Dus ze had hem niet moeten activeren.
Vordering is een onttrekking.
Winst:
Eindvermogen – beginvermogen
+ onttrekkingen
- stortingen

60.000 (geld uit onderneming gehaald) – 100.000
Verlies van -40.000 gemaakt.
Die onttrekking moeten we erbij op tellen.
Stortingen hadden we niet.




4

,Fiscale winst: 0.

b) Is de renteontvangst ad € 1.600 voor mevrouw de Hoop inkomen die zij voor de
inkomstenbelasting moet aangeven en welke bron van inkomen betreft het dan?
Vordering op kind zit in box 3. Box 3 forfaitaire heffing dus je doet niks met de rente.
De zoon kan lening in box 3 afgeven als aftrek op zijn rendementsgrondslag.

Casus 4
Jansen, een zelfstandig gevestigd medisch specialist, heeft ten laste van zijn zakelijke bankrekening
de navolgende uitgaven gedaan:
- Geld levensonderhoud € 84.000;
Als onttrekking in aanmerking nemen. Relatief grote onttrekking → waarde economisch
verkeer.
- Betaling aanslag inkomstenbelasting 2015 € 50.000;
→ art. 3.16 lid 9 sub a
Dit is ook een onttrekking.
- Congressen € 6.000;
→ art. 3.15 lid 1 sub c
Twee mogelijkheden:
1.Tot een bedrag van 4600, dus 1400.
2. 4800 euro (lid 5)
- Vakliteratuur € 2.500.
→ art. 3.16 lid 2 sub b
- Etentje met arts-assistenten ad € 1.000
→ art. 3.15 lid 1 sub a

Niet per kostenpost, maar totaliteit bij art. 15. Je hebt 6000 van congressen en 1000 van etentje =
7000. Tot 4600 geen aftrek volgens lid 1. Je mag dus in aftrek brengen: 2400 euro.
Lid 5: 5600 euro. Dus optie lid 5 kiezen.
3.15 kosten SAMEN OPTELLEN.

Geef gemotiveerd aan wat de gevolgen zijn van de hierboven beschreven uitgaven voor de fiscale
winst van de heer Jansen.

Casus 5
Albert en Ellen zijn gehuwd. Albert heeft een huishoud- en kookwinkel in het centrum van Groningen.
Ellen werkt ongeveer 20 uur per week mee in de onderneming van Albert. Als Ellen niet in de winkel
zou meewerken, zou Albert een parttime kracht in dienst moeten nemen. De kosten hiervoor bedragen
€ 15.000 per jaar.

a) Op welke twee manieren kan, zonder dat er sprake is van een dienstverband, rekening worden
gehouden met de door Ellen verrichte arbeid in de onderneming van Albert?
1) loon
- aftrekbaar bij hem
- bij haar belast in box 1
Gezagsverhouding is lastig in die situatie.

2) 3.96
- mevrouw krijgt wel inkomen → bron van inkomen → resultaat uit overige werkzaamheden box 1.
- 3.16 lid 4: indien meer dan 5000 euro mag hij het in aftrek brengen.
3) meewerkaftrek (art. 3.78)
- Aftrek bij heer winst



5

,- Mevrouw geen inkomen

Is 2 of 3 verstandiger? Meewerkaftrek is gebaseerd op hoogte winst dus dat kan variëren.

Albert heeft in januari vorig jaar een nieuw winkelpand aangekocht voor € 400.000. De waarde van
de grond is € 50.000. Hij heeft het pand gefinancierd met een hypothecaire lening. De begane grond
van het pand is volledig bestemd voor de winkel. De bovenverdieping was voorheen in gebruik als
woonruimte van de vorige eigenaar. Albert gaat de bovenverdieping echter volledig gebruiken als
magazijn. Hij denkt dat het pand in de toekomst in waarde zal stijgen. Daarom wil hij het pand en de
daarbij behorende schuld ‘in privé’ houden.

b) Hoe kijkt u aan tegen de insteek van Albert?
Aangezien het pand grotendeels wordt gebruikt voor de onderneming, is er geen sprake van een
keuzevermogen maar van verplicht ondernemingsvermogen. Wanneer hij het voor een deel privé
houdt is er sprake van onttrekking. Die onttrekking moet bij zijn winst worden opgeteld.

Albert schaft op 1 juli dit jaar voor € 12.000 een keuken aan waarin hij demonstraties en workshops
voor kookapparatuur kan geven. De keuken gaat vermoedelijk 10 jaar mee; de restwaarde is nihil.

c)Beschrijf de fiscale gevolgen van deze aanschaf.
Art. 3.40
Bedrijfsmiddel → activeren → afschrijven, aan jaren toerekenen (week 2).
Art. 3.40 investeringsaftrek. Een personenauto was bij vraag 1 een uitzondering. Hier niet.
12.000 euro → 28%
Meerdere investeringen bij elkaar optellen!! Als het bedrag te boven gaat dan geen aftrek.




6

, Werkcollege 2: vraagstuk jaarwinst en stakingswinst

Casus 1
De heer Gerver is een zelfstandig gevestigde notaris. De navolgende feiten doen zich voor:
1) Gerver huurt een kantoorpand voor € 48.000 per jaar. De verhuurder van het pand, mevrouw
Klein, doet aan Gerver een voorstel dat deze 8% korting krijgt op de huur over 2017 indien Gerver
deze huur nog in 2016 betaalt. Gerver accepteert het aanbod en betaalt de huur over 2017 in 2016.
2) Begin januari 2016 verkoopt Gerver zijn tot het ondernemingsvermogen behorende auto voor €
13.000. De fiscale boekwaarde van de auto ten tijde van verkoop is € 10.000. Hij koopt meteen
een nieuwe auto voor € 30.000. Deze auto wordt eveneens tot het ondernemingsvermogen
gerekend.
a) Beschrijf de gevolgen voor de inkomstenbelasting voor de heer Gerver betreffende de
Hiervoor vermelde feiten.
Feit 1:
- De huur zijn kosten voor Gerver. Deze kosten mag hij van zijn winst in aftrek brengen.
- Jaarwinst bepalen: art. 3.25
- Matchingbeginsel: de kosten moeten worden toegerekend aan de juiste periode. Hij betaalt de
huur al in 2016, dus hij moet wachten tot 2017. De vooruitbetaalde huur heeft immers
betrekking op 2017 en niet 2016.

Feit 2:
- De auto wordt verkocht. Er is sprake van een winst van 3000 euro. Over deze winst dient te
worden afgerekend.
- Voor deze winst kan hij een HIR opnemen, art. 3.53 jo. 3.54. Deze wordt op de balans
opgenomen.
De voorwaarde is wel dat je een herinvesteringsvoornemen hebt, dus Gerver moet het
voornemen hebben om een nieuwe auto te kopen. Die herinvestering moet in dat boekjaar of in
de drie daaropvolgende jaren gebeuren. Als Gerver na 3 jr. nog geen auto heeft gekocht, dan valt
de HIR vrij.
- Gerver koopt meteen een nieuwe auto voor 30.000 euro. Als hij de HIR laat vrijvallen komt de
nieuwe auto voor 27.000 euro op de balans te staan.
- Auto wordt vervangen door auto dus je hoeft niet te kijken naar de afschrijvingstermijn
(Op de auto wordt in 5 jaar (20% per jaar) afgeschreven. Dit is kort afschrijven. 27.000/ 5 = 5.400
euro per jaar)

* Stel je koopt een auto voor 12.000 euro. Dan kun je de HIR niet helemaal aanwenden. De
boekwaarde is 10.000. Er is een boekwaarde eis: je mag niet verder laten vrijvallen dan de oude
boekwaarde. In dit geval mag er dus maar 2000 worden aangewend. Daardoor houdt Gerver een HIR
over van 1000.

* Stel de auto is afgebrand en je krijgt uitkering van de verzekeringsmaatschappij (13.000). Lid 6
bepaalt dan dat je op een andere manier je geld terugkrijgt, dat je daarvoor verschil boekwaarde en
het bedrag dat je krijgt HIR opnemen.

b) Wat zijn de gevolgen voor de inkomstenbelasting voor mevrouw Klein ter zake van de ontvangen
huur?
Mevrouw is geen ondernemer. Ze verhuurt alleen. Daarom zitten we in box 3. De huur zit in het
forfait begrepen dus daar doe je verder niks mee. Je kijkt alleen naar de waarde van het pand op de
peildatum.

* Stel ze huurt meerdere panden en is ondernemer, dan moet ze het matchingbeginsel toepassen:



7

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur marbundels. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

77858 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,99  9x  vendu
  • (1)
  Ajouter