King en Omgeving: Pedagogische verkenningen (201300178)
Tous les documents sur ce sujet (3)
2
revues
Par: babsstaneke • 3 année de cela
Par: keijsluijk • 3 année de cela
Vendeur
S'abonner
ffkruijt
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting Kind en Omgeving – Week 1 t/m 8
HC 1: Paradigmata, theorieën en risicofactoren
Pedagogische wetenschappen houden zich bezig met het bestuderen van de opvoeding, het
onderwijs en de hulpverlening aan kinderen en jeugdigen, met het oog op verbetering van de
praktijk. De nadruk ligt op de directe omgeving van het kind (opvoeding en onderwijs).
Er zijn verschillende werkvelden, maar wij houden ons deze cursus bezig met emotionele en
gedragsproblemen (internaliseren en externaliseren).
Er worden dit hoorcollege twee leertheorieën behandeld:
1.
- Pavlov en klassieke conditionering
- Watsons toepassing van klassieke conditionering op kinderen
- Skinner en operante conditionering
- Bandura’s sociale leertheorie
2. Het sociale informatieverwerkingsmodel (SIP) van Crick en Dodge
Wetenschap is niet een geheel objectieve aangelegenheid. Verschillende wetenschappers
kunnen op verschillende manieren naar de wereld kijken. Thomas Kuhn bestudeerde
paradigmata. Dit is volgens hem een geheel van waarden, opvattingen en technieken, gedeeld
door leden van een bepaalde wetenschappelijke gemeenschap. Het fijne aan een paradigma is
dat het een richtlijn biedt voor onderzoek, maar ook voor behandeling. Een paradigma is dus
meer dan een theorie. Het schrijft ook de methoden en technieken voor. Een paradigma is dus
een soort perspectief: de aanhangers van een bepaald paradigma bekijken de werkelijkheid
door een glazen bril van hun paradigma. Kuhn bestudeerde de opeenvolging van paradigmata
en de natuurwetenschappen. Het ene moment is het ene paradigma dominant en op het andere
moment het andere paradigma.
(eend/konijn)
Dezelfde informatie kan op een gegeven moment anders waargenomen worden, namelijk
wanneer je een paradigma wisseling krijgt.
Enkele (micro) paradigmata
In de sociale wetenschappen heb je minder afwisseling van paradigmata en heb je meestal
meer paradigmata naast elkaar. Er zijn verschillende verdelingen. Deze is van Achenbach:
, Samenvatting Kind en Omgeving – Week 1 t/m 8
- Biomedische: kijkt naar organische factoren;
- Leertheoretische;
- Psychodynamische (van Freud en Erikson);
- Sociologische: met de nadruk op de wijdere cultuur en maatschappij;
- Gezinssystemen;
- Cognitieve.
Leertheoretische paradigma
Pavlov en klassieke conditionering
Hij zal zichzelf als fysioloog en niet als psycholoog en deed onderzoek naar geconditioneerde
reflexen. Hij eiste dat er verwijzingen naar het innerlijk van dieren (gedachten, gevoelens)
zouden vermijden. Zijn interesse in conditionering ontstond per toeval. Normaal gaan honden
kwijlen wanneer voedsel hun tong aanraakt. Pavlov merkte dat zijn honden begonnen te
kwijlen voordat het voedsel in hun mond kwam. Ze kwijlden al wanneer het voedsel werd
gebracht en soms als ze voetstappen in de gang hoorde naderen. Dat is hij gaan onderzoeken
en dit is bekend geworden als klassieke conditionering (respondent leren).
Experiment: er werd een hond in een donkere kamer geplaatst en men deed het licht aan. De
hond begon niet te kwijlen. Na 30 seconden werd er voedsel neergelegd en de hond ging
kwijlen. Die procedure werd een aantal keer herhaald. Elke keer werd het aanbieden van
voedsel gecombineerd met het licht. Na een tijdje lokte het licht (wat eerst niet zorgde voor
kwijlen) nu wel een respons uit.
Verder is het experiment met de bel heel bekend.
Fase 1:
, Samenvatting Kind en Omgeving – Week 1 t/m 8
De bel is een neutrale stimulus (en roept geen kwijlen op). Het geven van voedsel is een
ongeconditioneerde (of onvoorwaardelijke) stimulus en die roept het kwijlen op. De
speekselafscheiding door voedsel is een ongeconditioneerde respons.
Fase 2:
Ze gaan in deze fase de neutrale stimulus en de ongeconditioneerde stimulus een aantal keren
combineren.
Fase 3:
Na een tijdje is de bel die een neutrale stimulus was, een geconditioneerde stimulus
geworden. Dat betekent dat alleen het luiden van de bel al het kwijl oproept =
geconditioneerde respons.
→ dit noem je klassieke conditionering of respondent leren.
Pavlov vond dat wanneer je de bel een aantal keer luidde zonder dat er voedsel op volgde, de
bel zijn effect begon te verliezen. Er werd minder en minder speeksel afgescheden, tot het
helemaal ophield. Dit heet extinctie (uitdoving). Na een kleine rustperiode van 2 uur zat er
spontaan herstel op en begon de hond weer te kwijlen bij het horen van de bel. Dit spontane
herstel verdwijnt uiteindelijk ook als het voedsel en de bel niet meer worden gecombineerd.
Pavlov onderzocht ook stimulusgeneralisatie. Een hond die geconditioneerd is te kwijlen bij
het horen van een bel met een bepaalde toon, zal ook kwijlen bij het horen van een bel met
een andere toon. Stimulusgeneralisatie betekent dus dat andere, gelijksoortige stimulus ook
de respons kunnen uitlokken.
Er is ook zoiets als stimulusdiscriminatie. De hond kan ook leren dat hij alleen op het horen
van een bel met een bepaalde toon voedsel krijgt. Hij kwijlt dan selectief. Hier moet je wel
mee oppassen! Pavlov probeerde namelijk een hond te laten discrimineren tussen licht in de
vorm van een cirkel of licht in de vorm van een elipse. In zijn experiment volgde na de cirkel
wel voedsel, maar na de elipse niet. Pavlov maakte de elipse steeds ronder en op een gegeven
moment leken de cirkel en de elipse wel heel erg op elkaar. Deze hond reageerde toen heel
agressief. Volgens Pavlov was hier sprake van een experimentele neurose. Het bleek dat alle
geleerde discriminaties verdwenen waren.
, Samenvatting Kind en Omgeving – Week 1 t/m 8
Watsons toepassing van klassieke conditionering van angst op kinderen
Hij introduceerde de principes van Pavlov in de psychologie. Hij deed onderzoek naar de
leerprincipes bij jonge kinderen. Zijn bekendste experiment was met een baby van 11
maanden (little Albert). Watson wilde onderzoeken of het mogelijk was om Albert bang te
maken voor een witte rat. Aan het begin van het experiment vertoonde Albert deze angst niet.
Hij was wel bang voor harde en plotselinge geluiden. Die geluiden leidde namelijk tot een
duidelijke angstreactie: huilen en trillen. Watson liet Albert een witte rat zien, en maakte
tegelijkertijd een hard geluid achter zijn hoofd (hij sloeg met een hamer op een stalen balk).
Dit werd meerdere keren herhaald. Bij de vijfde keer liet Watson de rat zien en Albert fronste
zijn gezicht en jammerde. Na nog twee keer de combinatie van de rat en het harde geluid te
laten zien, huilde Albert en probeerde hij zo snel weg te kruipen als hij kon. Hij was dus
geconditioneerd.
Een paar dagen later onderzocht Watson of er sprake was van stimulusgeneralisatie. Dit was
het geval. Albert speelde met veel dingen, maar hij was bang geworden voor bontachtige
objecten. Hij huilde en jammerde als hij een konijn, een hond of een bol katoen zag. Ook de
baard van de kerstman, ook al was hij hier vroeger niet bang voor.
Watson hield zich ook bezig met het deconditioneren. Hij deed de behandeling voor een 3-
jarig jongetje (little Peter). Peter was bang voor witte ratten, veren, bontmantels, kikkers en
mechanisch speelgoed. Peter had zijn angsten thuis opgedaan. Ze hadden Peter in een hoge
kinderstoel gezet en gaven hem iets lekkers te eten. Iets lekkers zorgt namelijk voor
ontspanning. Daarna zetten ze een wit konijn in een kooi op grote afstand van Peter. Dit
deden zij op zo een afstand tot dat hij tekenen van onrust begon te vertonen. De volgende dag
zetten ze het konijn iets dichterbij en gaven Peter weer wat lekkers. Zo kwam elke dag het
konijn dichter bij Peter. Uiteindelijk was Peter in staat om met 1 hand te eten en met zijn
andere hand het konijn te aaien. Deze methode is bekend geworden onder de naam
systematische desensitisatie = systematisch ongevoelig maken. De persoon is gespannen en
wordt heel geleidelijk in contact gebracht met de stimulus die angst oproept. De stimulus die
angst oproept, wordt gekoppeld aan ontspanning (= deconditionering).
Watson zette zich af tegen mensen die zeiden dat alles door innerlijke factoren wordt bepaald,
met name genetici. Hij schreef in zijn boek Behaviourism:
Watson was van mening dat de psychologie pas een echte wetenschap zou zijn, als het zich
bezig zou houden met het voorspellen en controleren van observeerbaar gedrag =
behaviorisme.
Er zijn ook beperkingen aan klassieke conditionering. Het kan niet alle soorten leren
verklaren. Het is beperkt tot bepaalde responsen op stimuli. Het verklaart niet hoe wij
complexe handelingen kunnen verrichten, denk aan serveren bij tennis. Degene die zich
daarmee bezig heeft gehouden was Skinner.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ffkruijt. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €14,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.