Alle kennisclips van Dataverzameling en analyse (LET-CIWM410) uitgeschreven. Voorbeelden toegevoegd om de stof begrijpelijker te maken. Geschikt voor masterstudenten Communicatie en Beïnvloeding aan Radboud University.
,Week 1
Kennisclip 1 - Inleiding
Leerdoelen cursus:
Kenmerken van de gevorderde statistische methoden factoranalyse, regressieanalyse
en ANOVA benoemen
Beredeneren in welke omstandigheden welke statistische methoden het beste kan
worden gebruikt voor onderzoek op het gebied van bedrijfscommunicatie
De statistische methoden via SPSS aansturen en de output op accurate wijze
interpreteren en rapporteren
Kennisclip 2 – Voorkennis ophalen
Onafhankelijke en afhankelijke variabelen
o Empirische cyclus
o Theorie vraag/hypothese data antwoord
o Hoe ga je data verzamelen om de vraag te beantwoorden of de hypothesen te
toetsen?
o Beantwoording vraag d.m.v. statistische technieken = het toetsen van een
model (vaak impliciet) analytisch/systematisch nadenken
Meetniveau
o Elke variabele heeft een meetniveau = manier/inschatting van hoe je meet
o Soort meetniveau van afhankelijke variabele (AV)/onafhankelijke variabele (OV)
bepaalt welke statistische toets je mag doen:
o Nominaal ongeveer 2 bepaalde niveaus (bijv. geslacht)
o Ordinaal meer dan 2, rangschikking (bijv. opleidingsniveaus)
o Interval onderlinge verschillen tussen getallen (bijv. schoenmaten)
o Ratio intervallen tussen getallen zijn precies identiek, natuurlijk nulpunt
(bijv. leeftijd)
o Tip: zorg voor een informatief meetniveau (interval/ratio)
Random
2
, o Proefpersonen toewijzen aan condities (niveaus van de OV) om verschillen of
verbanden te zien op de AV
o Toewijzing liefst random, gelijke verdeling over condities
Gemiddelde en standaardafwijking
o Gemiddelde = M som van de scores gedeeld door het aantal observaties
o Vaak worden gemiddelden van groepen vergeleken
o Standaarddeviatie = SD gemiddelde afwijking t.o.v. het gemiddelde
o SD = [wortel van] (som vd gekwadrateerde afwijking / n -1)
o Kleine SD scores liggen dichtbij gemiddelde
o Grote SD scores liggen ver van gemiddelde af
o Kleine SD is beter, want veel scores liggen dichtbij het gemiddelde, weinig
variatie, het gemiddelde doet recht aan de data
Normaalverdeling
o In de normaalverdeling zijn scores meestal normaalverdeeld: de meeste scores zitten
rondom het gemiddelde en erg hoge/lage scores komen minder vaak voor
o Grote SD brede normaalverdeling
o Kleine SD smalle normaalverdeling
o 68% vd scores zit tussen 1 SD om M heen
o 95% vd scores zit tussen 2 SD om M heen
o Bij een normaalverdeling is M = 0 en SD = 1
o Met z-scores kan je voorspellen hoe groot de kans is dat een bepaalde score
voorkomt
Nulhypothese – alternatieve hypothese
o H0 = nulhypothese geen verschil verwacht
o H1 = alternatieve hypothese wel een verschil verwacht
o Als H- wordt verworpen ondersteuning voor H1
Populatie – steekproef
o O.b.v. je steekproef doe je uitspraken over je beoogde populatie
o Uitspraken over verbanden of verschillen gaan over algemene verbanden of
verschillen in de werkelijkheid
o We maken een model van de werkelijkheid in hoeverre wijkt dat model af van de
werkelijkheid?
o Om de werkelijkheid goed te benaderen, is een voldoende grote steekproef nodig
o Een beter model heeft een kleine SD (weinig spreiding, veel scores rondom M)
Krachtig om iets te zeggen over de werkelijkheid
3
, o Probleem: elke steekproef is anders = toeval verschillende steekproeven hebben
verschillende M’s
o Oplossing ook deze steekproefverdeling is een normaalverdeling 100
steekproeven meeste rondom het gemiddelde
o Als we een steekproef trekken van 100 mensen weten we M en SD en omdat we
weten dat de steekproef een onderdeel is van de normaalverdelingen van
steekproeven, kunnen we de computer M & SD van de populatie laten inschatten
Significantie(niveau)
o Groepen/verbanden vergelijken
o Op die manier vergelijken we scores (data uit steekproef) met het model
(hypothese):
o H1: studenten halen meer dan een 6 voor het tentamen
o H0: studenten halen niet meer dan een 6 voor het tentamen
o Data: M uit steekproef is 6,8
o Vraag is dan: wijkt 6,8 significant af van 6,0?
o Bij een significant resultaat is de score zo afwijkend in de normaalverdeling, dat die
niet hoort bij de verdeling waarbij de score minder dan een 6,0 is.
Eenzijdig/tweezijdig toetsen
o Eenzijdig = een richting
o A>B of B<A
o Tweezijdig = geen richting
o A = niet B, A>B en B<A kan allebei
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jasmindrinkenburg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.