Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Praktijk fysio blok 2.1 €3,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Praktijk fysio blok 2.1

 81 vues  5 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Alles wat je moet weten voor het praktijk tentamen van blok 2.1

Aperçu 3 sur 27  pages

  • 11 novembre 2020
  • 27
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller

Questions d'entraînement disponibles

Fiches 3 Fiches
€3,24 0 vendus

Quelques exemples de cette série de questions pratiques

1.

Wat is het verschil tussen local stabilizers en Global movers?

Réponse: Local stabilizers liggen dichterbij de wervelkolom en zorgen voor stabiliteit van de wervelkolom. Dit zijn de spieren m. transversus abdominis en m. multifidus en controleren de neutrale positie van de wervelkolom. Deze spieren hebben een lage drempelwaarde om geactiveerd te worden en innerveren maar een klein aantal spiervezels. De global movers zijn spieren die heel oppervlakkig liggen en deze zorgen ervoor dat je de bewegingen kan maken. Hierbij moet je denken aan de spieren: m. rectus abdominis, quadratus lumborum, erector spinae. Deze spieren hebben een hogere drempelwaarde, meer spiercellen worden geactiveerd en raken sneller vermoeid.

2.

Wanneer doe je een NAG en wanneer doe je een SNAG (Mulligan)?

Réponse: Een SNAG doe je wanneer de patiënt pijn ervaart tijdens een specifieke beweging. Een NAG pas je toe als de patiënt pijn ervaart bij statische houdingen, in rust dus, maar ook tijdens beweging. Een NAG pas je ook alleen maar toe bij cervicaal en hoog thoracaal.

Specifieke rugklachten  hierbij kan een duidelijke diagnose voor gesteld worden (bottumoren, hernia,
fractuur, discitis, kanaalstenose, spondylolyse= verbinding tussen twee wervels verslapt)
Aspecifieke rugklachten  komen bij heel veel patiënten voor en er is geen specifieke lichamelijke oorzaak voor
de pijn.


Praktijkopdracht 1: screeningsproces

1) Aanmelding en uitleg geven over het screeningsproces
- Waarom, het doel, de procedure; voordat ik kan beoordelen of ik u kan behandelen wil ik eerst
door middel van een aantal vragen en eventueel tests bekijken of u door mij behandeld kunt
worden of dat ik u door moet verwijzen naar de huisarts of ziekenhuis.
2) Inventarisatie van de hulpvraag, cognities en klachten
- Wat is de reden waarom u hier bent, waar kan ik u mee helpen?
- Kun je je klacht omschrijven?
- Klacht specificeren op stoornis, beperking activiteit en participatieniveau (ICF)
3) Screening (rode vlaggen), blijft de patiënt bij jou of verwijs je hem door naar de huisarts
- Per klacht zijn deze vragen anders
4) Informeren en adviseren
- Indien pluis; voor mij is alles herkenbaar en ben je op het juiste adres bij mij, in deze klachten kan
ik mij wel vinden
- Indien niet pluis; na het doorlopen van deze vragen wil ik graag de huisarts op de hoogte brengen,
die kan meer voor u betekenen dan ik op dit moment, ik zal een brief voor u schrijven naar de
huisarts.

Praktijkopdracht 2: anamnese
Probeer met zoveel mogelijk neutrale termen te spreken!


 ICF-gedeelte (stoornis, beperking activiteit, participatie)
- Wat voor hoofdklacht
- Overige klachten
- Welke activiteiten zijn beperkt
- Welke participatie problemen ervaart u
- Heeft u de klachten eerder gehad
- Restricties specialist/huisarts

 Algemene gezondheid
- Bent u verder gezond?
- Problemen met hart/long/bloeddruk/suiker?
- Gebruikt u medicijnen?
- Heeft u in het verleden operaties gehad?

 Persoonlijke en omgevingsfactoren
- Wat voor werk doet u?
- Wat voor invloed heeft uw werksituatie op de klachten?
- Hoe is uw thuissituatie?
- Wat voor invloed heeft uw thuissituatie op de klachten?
- Heeft u enig idee wat er aan de hand kan zijn?
- Wat doet u op dit moment aan uw klachten?
- Hoe voelt u zich met betrekking op deze situatie?




Praktijkopdracht 3: inspectie

,  Totale inspectie; kijk naar het hele lichaam, heeft de patiënt een bepaalde houding, luchtfiguren,
heupen op 1 lijn, schouders even hoog, een lordose en kyfose in de rug.
 Lokale inspectie; waar de patiënt last heeft kijk je specifieker naar. Als de klachten in de schouder
zitten kijk je naar de elleboog, schouder, nek, hoofd.
 Functionele inspectie; vraag welke bewegingen pijn doen en of de patiënt deze wil doen en bedenk nog
andere activiteiten die de patiënt waarschijnlijk als moeilijk ervaart

Inspectie altijd van beneden naar boven, omdat altijd het proces van onderaan beginnen.
Als iemand staat en 1 kant van de bekken staat omhoog en als diegene gaat zitten zijn de bekken op gelijke
hoogte dan kan er beenlengte verschil zitten
Welke categorieën kijk je?
 Stand
 Huid
 Atrofie  kan komen door zenuw uitval (beklemming)
 Balans
 Circulatie  bloed doorloop niet goed, blauwe tenen, blauwe plekken

Heeft de patiënt voldoende mobiliteit, spierfunctie en motor control over de gevraagde activiteit. Kijk naar de
hele keten, want verlies van mobiliteit of spierfunctie heeft consequenties voor de andere delen van de keten


Praktijkopdracht 4: palpatie

Weefsels, botten, spieren, ligamenten, let op de tonus bij de spieren. Blauwe plekken, andere plekken, open
wondjes.

Praktijkopdracht 5: palpatie

Praktijkopdracht 6: bewegingsonderzoek lumbale en cervicale wervelkolom

Cervicale wervelkolom
Beweging Bewegingsuitslag Eindgevoel
Flexie 45 – 50 graden Verend eindgevoel
Extensie 85 graden Verend eindgevoel
Laterale flexie 40 graden Elastisch/verend eindgevoel
Rotatie 90 graden Elastisch/verend eindgevoel
C-0 en C1  ja knikken
C2  nee schudden

Kapselpatroon: extensie, laterale flexie, rotatie
Maximal loose pack position; tussen flexie en extensie
Close pack position; volledige extensie

Lumbale wervelkolom
Beweging Bewegingsuitslag Eindgevoel
Flexie 40 – 60 graden Verend eindgevoel
Extensie 20 – 35 graden Verend eindgevoel
Laterale flexie 15 – 20 graden Verend eindgevoel
Rotatie 3 – 18 graden Verend eindgevoel

- Maximam Loose Packed position: middenweg tussen flexie en extensie
- Close Packed Position: volledige extensie
- Kapselpatroon: extensie, laterale flexie, rotatie

, Thoracale wervelkolom
Beweging Bewegingsuitslag Eindgevoel
Flexie 20 – 45 graden Verend eindgevoel
Extensie 25 – 45 graden Verend eindgevoel
Laterale flexie 20 – 40 graden Verend eindgevoel
Rotatie 35 – 50 graden Verend eindgevoel

- Maximam Loose Packed Position: middenweg tussen flexie en extensie
- Close Packed Position: volledige extensie
- Kapselpatroon: extensie, laterale flexie, rotatie

AROM: spierfunctie, spier coördinatie (hoe is het bewegingsverloop, gelijkmatig, schokkend), spierkracht,
mobiliteit
PROM: hier voel je vooral naar het eindgevoel, is dit hard, verend of elastisch

Praktijkopdracht 7: bewegingsonderzoek van de heup en schouder

Schouder
Beweging Bewegingsuitslag Eindgevoel
Abductie 170 – 180 graden Elastisch/verend eindgevoel
Adductie 50 – 75 graden Elastisch/verend eindgevoel
Anteflexie (flexie van de schouder) 160 – 180 graden Verend eindgevoel
Retroflexie (extensie van de 50 -60 graden Verend eindgevoel
schouder)
Exorotatie 80 – 90 graden Verend eindgevoel
Endorotatie 60 – 100 graden Verend eindgevoel

Kapselpatroon; exorotatie, abductie, mediale rotatie
Maximal loose pack position; 40 tot 55 graden abductie
Close packed position; volledige abductie, exorotatie

Heup
Beweging Bewegingsuitslag Eindgevoel
Anteflexie 110 – 120 graden Verend eindgevoel
Extensie 10 – 15 graden Verend eindgevoel
Abductie 30 – 50 graden Verend eindgevoel
Adductie 30 graden Verend eindgevoel
Exorotatie (naar binnen) 40 – 60 graden Verend eindgevoel
Endorotatie (naar buiten) 30 – 40 graden Verend eindgevoel

- Kapselpatroon: endorotatie , anteflexie, abductie
- Maximam loose packed position: 30 graden anteflexie en 30 graden abductie
- Close packed position: extensie en endorotatie

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jildisvdschoot. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

77254 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,49  5x  vendu
  • (0)
  Ajouter