Jan Vereecken
Bedrijfsmanagement
Module 4
Health Care Management
2019-2020
, Inleiding Bedrijfsmanagement
1. Wat is een bedrijf/organisatie
2. Wat hebben alle organisaties gemeen?
a. Missie/visie en doel
b. Samenwerking
3. Waarin verschillen organisaties?
a. Activiteit, grootte, juridische vorm
b. Organisatiestructuur
c. Organisatiecultuur
4. Wanneer is een organisatie succesvol?
Voorbeelden van organisaties:
- CM
- Vakbond (hebben veel leden te verdedigen, eerder maatschappelijk dan winst)
- Beenhouwer, bakker (veel omzet maken)
- Nutsbedrijf (Electrabel)
- Ziekenhuis (eerder maatschappelijk dan winst)
- Jeugdbeweging
- Sportclub
- …
à Vorm van samenwerken van mensen voor een gemeenschappelijk doel.
Waarom bestaan organisaties?
Om de behoeften vanuit de maatschappij aan nuttige en belangrijke producten niet door één
persoon geleverd kunnen worden. Bijvoorbeeld: commerciële producten (smartphone), sociale
sector (gezondheidszorg).
à Elke organisatie heeft een missie, visie en een doel
Missie: Gericht op de interne organisatie, de
bestaansreden van het bedrijf en wat men wil doen,
bereiken, hoe men dit gaat doen en hoe dit kan
bijdragen aan de visie voor de toekomst.
Visie: Kijk van de onderneming op de toekomst. Daar
willen we naartoe, wat willen we betekenen voor de
buitenwereld. Vaak wordt dit naar de buitenwereld
gebracht aan de hand van een motto of slogan.
Doel: een doelstelling is veel concreter, vooral cijfers (kwantitatief) bijvoorbeeld winst van
100.000 euro. Een bepaalde productkwaliteit nastreven (kwalitatief).
Een missie en visie worden 1x bepaald bij de oprichting. Een doelstelling wordt sneller
herbekeken. Bijvoorbeeld jaarlijks x-aantal nieuwe klanten aanwerven. Corona verandert niets
aan de missie en visie van een bedrijf of organisatie maar wel aan de doelstelling.
Lieselot Kempen Bedrijfsmanagement 1
, EEN ORGANISATIE BESTAAT UIT MENSEN DIE SAMENWERKEN:
Wat maakt een samenwerking een succes of een flop?
- Productiviteit van de teamleden
- Communicatie
- Taakverdeling aan de hand van je kwaliteiten
Enkele begrippen:
Arbeidsverdeling: Het verdelen van de taken. Dit resulteert vaak in specialisatie.
Taak: De inhoud van een functie, wat iemand precies doet.
Verticale differentiatie: Bovenaan in een organisatie verricht men andere taken dan onderaan.
Horizontale differentiatie: Medewerkers op hetzelfde niveau hebben andere specialisaties.
Delegatie: Het overdragen van taken, bevoegdheden en of verantwoordelijkheden aan anderen.
Spanwijdte: Het aantal mensen je onder je hoede hebt.
Omspanningsvermogen: Het aantal medewerkers waaraan een leider leiding kan geven.
WAARIN KUNNEN BEDRIJVEN VERSCHILLEN?
Bedrijven zijn verschillend op basis van wat ze aanbieden op vlak van welke sector.
Primaire sector: landbouw, alles qua natuur
Secundaire sector: industrie, grondstoffen, half afgewerkte producten maken
Tertiaire sector: diensten, service (Facebook), banken
Quartaire sector: Non-profit, onderwijs, overheid, zorg
à Elke sector heeft één hoofddoel en dat is WINST maken, behalve de Quartaire sector!
BEDRIJVEN HEBBEN EEN VERSCHILLENDE STRUCTUUR:
Organigram:
Lijnorganisatie:
Strikte hiërarchie tussen leidinggevende en MW. Iedere MW heeft slecht één leidinggevende.
+ eenvoud en duidelijkheid, duidelijke gezagsverhouding, iedereen weet wat zijn/haar taak is.
-Btrage besluitvorming en communicatie, grote druk op manager.
Lijn-staf organisatie:
Een lijnorganisatie die wordt aangevuld met staffuncties.
Lijn: Business, voert uit, Marketing/Sales/Productbeheer, primaire activiteiten
Staf: Ondersteund, facileert, IT Helpdesk/Finance/Juridisch, ondersteunende activiteiten
Lieselot Kempen Bedrijfsmanagement 2