Internationale Economie - Van Rome
tot Brexit - Integratie en
Desintegratie van Europa -les 6
In dit hoofdstuk bouwen we voort op de handelsinstrumenten en handelsprincipes die we zagen in
vorig hoofdstuk, door te kijken hoe Europa is opgebouwd, en geschiedenis van het Europees project.
Het cruciale element van het integratieproces is handelsintegratie tussen de lidstaten: hierdoor komt
er economische samenwerking tot stand, en ontneem je lidstaten dus de incentive om eventueel
conflicten met elkaar te zoeken of uit te vechten
Landen willen bij de EU om toegang te hebben tot die grote gemeenschappelijke markt waar
handelsbelemmeringen werden afgebouwd
- Integratie met horten en stoten verlopen over de 70 à 75 jaar van het project
- Brexit is natuurlijk een grote stoot: doet de Europese unie in haar grondvesten daveren ; vrees
dat andere lidstaten hetzelfde zullen doen
Overzicht/ wat we zullen zien in dit hoofdstuk
1. De economische eenwording van Europa
2. Theorie van economische integratie en desintegratie
3. Brexit: een handelsperspectief
1
,Deel 1: De economische eenwording van Europa
Evolutie in Europese Marktintegratie
- Jaren ’50-’60:
❖ Eerst: oprichting EGKS
❖ Dan: basisidee Europese integratie ontstaan– (opgenomen in Verdragen van Rome),
namelijk het doel om een Europese ééngemaakte markt/interne markt met vrij
verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal te creëren. (Zou pas gebeuren
na Maastricht in jaren 90). In deze verdragen werden ook Euratom en EEG opgericht.
- 1968: Europese Douane-unie opgericht:
❖ Opheffing intra-Europese formele handelsbelemmeringen (tarieven, quota,) / vrij
verkeer van goederen ingevoerd
❖ Oprichting hiermee van een Gemeenschappelijk extern handelsbeleid
- MAAR: ondanks die ongewone/zeer snelle integraties, was er nog veel niet geïntegreerd:
1. Een heel belangrijke tekortkoming op dat moment was dat men nog geen rekening
had gehouden met de intra-Europese technische/ fictionele handelsbarrières (en
zoals we eerder al hebben gezien, kunnen de types van die soort handelsbarrières
erg omvangrijk zijn: bv veiligheidsnormen, allerlei standaarden, etc.): exporteurs
van het ene Europese land naar het andere moesten zich dus nog altijd vaak
aanpassen om hun producten te kunnen exporteren naar de meeste of alle andere
Europese lidstaten => hierdoor begon men in versneld tempo te ijveren voor de
creatie van een interne markt in de jaren 70 en 80 (Eenheidsakte (1986):
ondertekent door de lidstaten, als een belofte om tegen 1992 een Europese interne
markt te creëren (=1992-project): uiteindelijk trad de interne markt in werking in
1993)
2. Interne markt toen was echter niet het einddoel -> nog verdere integratie gewild
en nodig (bv Euro; ingevoerd rond eeuwwisseling 21ste eeuw)
Creatie van de Eéngemaakte Markt
Algemene doelstellingen van “1992-project” (zat in Eenheidsakte (1986)): (in het algemeen was de
doelstelling: interne markt creëren tegen 1992. De drie doelstellingen hieronder zijn dan ook de drie
centrale kenmerken van een interne markt, naast vrij verkeer van personen):
- Bewerkstelligen van meer vrij verkeer van goederen (= een verderzetting van de doelstellingen
van het Verdrag van Rome, en een herbevestiging van de douane-unie), want hiervoor bleek
dat er nog niet zo veel gebruik werd gemaakt van vrij verkeer van goederen tussen de lidstaten
als eerst gehoopt. Landbouw en industrie waren toen nog de belangrijkste sectoren, en
daarvan wilde men dus ook het vrij verkeer steunen
- Invoering van Vrij verkeer van diensten (want ook al was landbouw en industrie toen nog het
belangrijkste in de Europese economieën, toch waren diensten toen al belangrijker en
belangrijker aan het worden; hedendaags hebben diensten dan ook heel veel belang in
hedendaagse economie)
- Invoering van Vrij verkeer van productiefactoren (arbeid en kapitaal)
2
,Concrete doelstellingen 1992 project:
- Wegwerken resterende belemmeringen (nl. fictionele/technische handelsbelemmeringen)
na douane-unie.
❖ Wegwerken Technische barrières (bv. standaarden, “veiligheid en gezondheid”)
❖ Wegwerken Administratieve formaliteiten (bv. overheidsaanbestedingen) zo
discrimineren die overheden eigenlijk ten opzichte van buitenlandse
concurrenten. Het 1992 project moest dit dus verminderen.
❖ Wegwerken Lokale Vereisten (Local content requirements)
❖ Wegwerken Macht nationale overheidsbedrijven (= bedrijven die voor het
grootste deel door een overheid worden bestuurd: bv nationale treinbedrijven,
postbedrijven, bepaalde financiële instellingen, telecombedrijven, etc.):
tegenwoordig hebben we die vaak nog, maar Europa heeft de macht van die
bedrijven al heel vaak kunnen inperken.
- Liberalisering dienstensectoren grote uitdaging, maar ook al veel succes hierin tegen nu /as of
(2020): Europa was toen en is nog altijd van mening namelijk dat als de handel in diensten over
Europese grenzen heen geliberaliseerd wordt/makkelijker wordt, dat sommige Europese
dienstenaanbieders erg sterk zullen worden, die dan weer in de wereld sterker kunnen staan.
DUS: je ziet dat er constant een link is tussen de redenering die Europa intern gebruikt voor de
creatie van de Europese markt, en de argumenten & principes die Europa hanteert in het Europees
extern handelsbeleid
Economische Motivatie voor Interne Markt
- Men streeft naar een Hogere efficiëntie in Europese bedrijven door ervoor te zorgen dat er
meer concurrentie is, en bedrijven kunnen profiteren van schaaleffecten; want:
❖ Grotere markt = Meer concurrentie => bedrijven moeten efficiënter werken om te
overleven
❖ Grotere markt = grotere schaal => productie verloopt efficiënter zodat er meer kan
worden geproduceerd en zodat consumenten lagere prijs moeten betalen
- Gevolg: Lagere prijzen voor Europese consumenten: die prijzen zijn bovendien vaak hetzelfde
overal in Europa, en er is betere kwaliteit (= basisprincipe van marktintegratie)
Wat de Interne Markt heeft gerealiseerd:
Harmonisatie v.d. Europese standaarden/wegvallen nationale standaarden (bv
veiligheidsstandaarden):
- Harmonisatie vooral gericht op wegwerken verschillen in essentiële vereisten, vaak i.v.m.
veiligheid van producten
- Soms verplicht, maar soms vrijwillig na te leven!
- Europese normalisatieorganisaties (bv. CEN, CENELEC, ETSI): Enkele normalisatieorganisaties
gemaakt om de harmonisatie v.d. verschillende nationale standaarden tot één Europese
standaard te bewerkstelligen
❖ CE-logo (= Communauté Europeene) = indien je dit logo ziet op een product,
betekent het dat het product voldoet aan de minimumnormen die Europa oplegt
voor dat type product. Het is dus geen kwaliteitslabel; het zegt gewoon dat het aan
de MINIMUM-voorwaarden voldoet.
3
, Maar, niet alles is (al) gestandaardiseerd over Europa heen: vaak zijn er nog verschillen tussen
standaarden tussen landen, wat nog steeds voor verwarring kan zorgen voor niet-Europese
producenten die willen exporteren naar Europese landen, en Europese producenten die willen
exporteren naar andere Europese landen. Voor hen bestaan er dus organisaties om hen hierover in
te lichten: (namen organisaties niet kennen)
- TRIS: Technical Regulations Information System
- TBT: Technical Barriers to Trade (voor WHO)
De Europese Interne Markt: Praktische Implicaties voor Ondernemingen
Zoals in vorige slide gezegd: Zakendoen (“handeldrijven”) in EU wordt gemakkelijker:
- Veel gemeenschappelijke Europese spelregels
- En goede informatie via EU omtrent resterende nationale regels
❖ Voor de beleidsdomeinen waar de EU-controle over heeft, zijn er amper nog
nationale regels
❖ Voor de beleidsdomeinen waar de EU controle weinig tot geen controle over heeft,
zijn er echter nog best wel wat nationale regels (bv beleidsdomeinen zoals:
belastingen, BTW, sociale wetgeving,…): die kunnen exporteren dus moeilijker
maken, waardoor kennis van het lokale nationale beleid op die vlakken nog vaak
essentieel is voor would be – exporteurs.
Belangrijke aandachtspunten in EU-beleid:
- Oprichting Nieuwe Bedrijven
❖ De EU focust vooral op het steunen van kleine of middelgrote ondernemingen =
Kmo’s , omdat de EU een interne markt wil hebben waar kleine bedrijven kunnen
floreren, en omdat ze geloven (prof zei niet of dit realistisch is of niet) dat veel kleine
bedrijven zorgen voor meer concurrentie en dus meer dynamiek. Van grotere
Europese-origine bedrijven zijn er daarentegen in Europa maar weinig/ en worden
maar weinig gesteund.
❖ Tegenwoordig zien we daarentegen ook wel wat (niet EU-gesteunde, maar lidstaat-
nationale regering-nationalistisch gesteunde (vooral bv in Frankrijk) steun voor
grotere bedrijven, die de wereldmarkt kunnen veroveren (itt de kmo’s). EU zit on the
fence hierover: aan de ene kant begrijpen ze wel het argument van dat die grote
Europese bedrijven dan een groot deel van wereldmarkten kunnen veroveren
eventueel, maar aan de andere kant verstoren die grote bedrijven ook wel de
Europese markten, dankzij hun macht/grootte. Tegenwoordig steunt de EU de
creatie van grote Europese bedrijven dus ook, maar slechts gedeeltelijk, terwijl de
kmo’s nog altijd het meeste.
- Stimuleren van Innovatie
Ook organiseren meer en meer ondernemers zich op EU-niveau: gevolg van de interne markt
natuurlijk. Er komen bovendien ook meer en meer Europese federaties die de belangen van bepaalde
sectoren en specifieke bedrijven over de hele EU gaan verdedigen, en in mindere mate zie je ook
vakbonden die over Europese grenzen gaan werken om werknemers te verdedigen.
4