Een uitgebreide samenvatting van hoofdstukken 2t/m16 van het boek inleiding in de psychopathologie en de hoorcolleges van de bijhorende docent.
Een onderdeel van het tentamen van 'ontwikkelingspsychopathologie - psychopathologie- orthopedagogiek' pedagogiek leerjaar 2 op het NHL Stenden.
Deze sa...
schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen
bipolaire stemmingstoornissen
depressieve stemmingstoornissen
obsessieve compulsieve en verwante stoornissen
Livre connecté
Titre de l’ouvrage:
Auteur(s):
Édition:
ISBN:
Édition:
Plus de résumés pour
samenvatting ontwikkelingspathologie
samenvatting inleiding in de psychopathologie


ontwikkelingspsychopathologie en inleiding in de psychopathologie
Tout pour ce livre (20)
École, étude et sujet
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
HBO Pedagogiek
Psychopathologie
Tous les documents sur ce sujet (6)
3
revues
Par: boumamarrit • 10 mois de cela
Par: hansjevdwal • 2 année de cela
Par: christienfolkertsma • 3 année de cela
Vendeur
S'abonner
rgmie
Avis reçus
Aperçu du contenu
Hoofdstuk 2 – Schizofreniespectrum- en andere
psychotische stoornissen
2.1 Kenmerken schizofrenie
Affectieve symptomen: somberheid en anhedonie, emotioneel leeg en niet in staat te genieten van
activiteiten waaraan ze voorheen plezier beleefden. Bij sommigen is sprake van inadequaat affect,
angst, prikkelbaarheid of emotionele ontreddering.
Somatische symptomen: sommige patiënten hebben een ontregeld slaappatroon, weinig
belangstelling voor voedsel of weigeren te eten. Velen hebben hun interesse voor seksualiteit en
intimiteit verloren. Auditieve hallucinaties komen voor, meestal in de vorm van 'stemmen' die
patiënten opdrachten geven of bekritiseren.
Gedragssymptomen: patiënten spreken onsamenhangend, springen van de hak op de taken leggen
onlogische verbanden. Sommigen maken nieuwe woorden of nemen abstracte begrippen letterlijk.
Er kan katatoon of agitatie (zenuwachtig en opwindend gedrag) gedrag optreden. Vormen van
katatonie zijn een rigide, bizarre lichaamshouding aannemen, echolalie (napraten), echopraxie
(nadoen) en negativisme (het tegenovergestelde doen van wat gevraagd wordt of alles weigeren).
Daarnaast is er sprake van initiatiefverlies, apathie, weinig spreken en sociaal terugtrekgedrag. Ten
minste de helft van de patiënten heeft suïcidale gedachten en rond 20-40% doet op enig moment
een suïcidepoging.
Cognitieve symptomen: er is sprake van gedesorganiseerd denken en verwardheid. Kenmerkend bij
veel patiënten zijn wanen: hoogste individuele overtuigingen waaraan hardnekkig wordt
vastgehouden, ook al zijn ze aantoonbaar in strijd met de werkelijkheid. Bij een achtervolgingswaan
voelen patiënten zich bedreigd en achtervolgd, en zijn ze ervan overtuigd dat anderen tegen hen
samenspannen (stiekem samenwerken). Bij betrekkingswanen zijn patiënten er zeker van dat
onschuldige, alledaagse gebeurtenissen een speciale persoonlijke betekenis voor ze hebben.
Bovenstaande kenmerken worden onderverdeeld in positieve en negatieve symptomen. Positieve
symptomen -zoals wanen, hallucinaties of gedesorganiseerd functioneren- komen bij mensen zonder
psychose niet voor. Negatieve symptomen (er ontbreekt iets wat er eerst wel was) -zoals vervlakking
van gevoelens, het ontbreken van energie of weinig initiatief nemen- komen bij mensen zonder
psychose wel voor, maar zijn bij patiënten met schizofrenie weggevallen.
Hallucinaties: levendige helde zintuigelijke ervaringen zonder aanwijsbare externe simulatie.
Vormen van hallucinaties:
Auditief of geluidshallucinaties: je hoort dingen of stemmen die er niet zijn
Visueel hallucinaties: Je ziet dingen die er niet zijn
Kinesthetisch of somatische of viscerale hallucinaties: het gevoel dat er iets veranderd in je lichaam
Tactiele of gevoelshallucinaties: je voelt dingen die er niet zijn
Olfactoire of reukhallucinaties: je ruikt dingen die er niet zijn
Gustatoire of smaakhallucinaties: je proeft andere dingen die er in werkelijkheid zijn
1
, Kader 2a Waanstoornis en kortdurende psychotische stoornis
Een waanstoornis wordt gekenmerkt door ten minste een maand van wanen zonder andere
psychotische symptomen. Het dagelijks leven is niet duidelijk beperkt en iemand gedraagt zich
niet bizar of eigenaardig. Onderscheiden worden:
Het erotomane type: de waan dat iemand anders verliefd op de betrokkene is.
Het grootheidstype: de waan dat de betrokkene beschikt over een bijzonder talent of inzicht dan
wel een belangrijke ontdekking heeft gedaan.
Het jaloerse type: de waan dat de partner ontrouw in
Het achtervolgingstype: de waan dat er een samenzwering tegen de betrokkene gaande is of dat
hij wordt gevolgd, bespioneerd, belazert of op andere manieren wordt benadeeld.
Het somatische type: waan die betrekking heeft op lichamelijke functies of sensaties. Iemand is er
bijvoorbeeld van overtuigd dat hij een akelige geur verspreidt of dat bepaalde lichaamsdelen niet
goed meer functioneren.
Als de waan uitsluitend optreedt tijdens stemmingsepisoden, dan spreekt men van een
depressieve- of bipolaire- stemmingsstoornis met psychotische kenmerken. De prevalentie van de
waanstoornis wordt geschat op 0,03%, waarvan de achtervolgingswaan het meeste voorkomt. De
waanstoornis begint veelal rond het veertigste levensjaar en heeft doorgaans een chronisch
beloop. Bij een kortdurende psychotische stoornis doen er dezelfde symptomen voor, maar duren
de klachten niet langer dan een maand.
2.1.2 Diagnose
Jongeren die –milde positieve symptomen hebben gehad, een kortdurende psychose hebben
doorgemaakt die spontaan herstelde, of die een eerstegraadsfamilielid met een psychose hebben in
combinatie met verminderd sociaal functioneren- behoren tot de jongeren met 'at risk mental
states' (ARMS) of 'ultra high risk' (UHR). Veel van de patiënten heeft geen ziektebesef. Mensen met
psychose meldt zich pas laat voor hulp. Meestal eerst subtiele veranderingen die zich voordoen,
waaronder trager denken. Om goed zicht te krijgen op de problematiek is een vertrouwensrelatie
met de patiënt nog meer van belang dan bij andere psychische stoornissen.
Bij psychotische symptomen die ten minste een maand duren, maar niet langer dan zes maanden,
wordt gesproken van een schizofreniforme stoornis. Bij de meerderheid houden de symptomen
langer aan dan zes maanden en spreekt men van schizofrenie. Vanwege de tijdslimiet kan pas
achteraf worden vastgesteld om welke stoornis het gaat. De schizoaffectieve stoornis onderscheidt
zich van een depressieve- of bipolaire stemmingsstoornis met psychotische kenmerken, doordat ten
minste twee weken wanen of hallucinaties voorkomen zonder een stemmingsepisode.
Instrumenten
CAPE, CAARMS en PQ: voor screening van psychotische klachten
PANSS, SDS en PSYRATS: om zicht te krijgen op de ernst en beloop van de symptomen
CAN en HoNOS: Voor het bepalen van het niveau van functioneren en de zorgbehoefte
2
,Overzicht van enkele belangrijke somatische aandoeningen, en middelen die tot symptomen van
een psychose kunnen leiden
Somatische aandoeningen Endocriene stoornissen, lever -en nierkwalen,
auto-immuunziekten, cerebrovasculaire
aandoeningen, tumoren, hersentrauma,
temporale epilepsie, ziekte van Parkinson en
multiple sclerose
Middelen Alcohol, cannabis, stimulantia, hallucinogenen
3
,2.1.3 Prevalentie
Lifetime prevalentie van schizofrenie wordt geschat op 0,5% tot 1% van de bevolking waarvan wat
meer mannen en de Jaarprevalentie op 0,02%. De Lifetime prevalentie schizoaffectieve stoornis
wordt geschat op 0,3% waarvan wat meer vrouwen.
Verschillen tussen schizofrenie en andere psychische stoornissen
Psychische stoornis Onderscheid schizofrenie
Kortdurende psychotische stoornis De psychotische symptomen duren ten minste
een dag, maar niet langer dan een maand
Schizofreniforme stoornis De psychotische symptomen duren niet langer
dan zes maanden
Schizoaffectieve stoornis De psychotische symptomen doen zich voor
tijdens stemmingsepisoden, maar er zijn ten
minste twee weken wanen of hallucinaties
zonder een stemmingsepisode
Waanstoornis Behalve wanen ontbreken andere psychotische
symptomen
Psychotische stoornis door een somatische De psychose is een direct fysiologisch gevolg
aandoening, een middel of medicatie van een somatische aandoening, het gebruik
van een middel of medicatie
Depressieve- of bipolaire-stemming stoornis Stemmingsepisoden beheersen met beeld;
met psychotische kenmerken psychotische symptomen doen zich doorgaans
alleen voor tijdens stemmingsepisoden; minder
restverschijnselen
Delirium Acuut veranderd bewustzijnsniveau;
geheugenstoornissen en desoriëntatie in tijd,
plaats en persoon
Neurocognitieve stoornis door de ziekte van Er is veelal een hoge beginleeftijd; progressieve
alzheimer cognitieve disfuncties beheersen het beeld
Neurocognitieve stoornis met lewylichaampjes Vaak zijn er overgevoeligheidsreacties op
antipsychotica met onder andere
extrapiramidale bijwerkingen (stijfheid,
verwarring, sufheid)
Cluster-A-persoonlijkheidsstoornis Psychotische symptomen als wanen en
hallucinaties, verwardheid en gedesorganiseerd
denken ontbreken
Borderline-persoonlijkheidsstoornis Symptomen zijn meestal reacties op
interpersoonlijke problematiek; eventuele
psychosen doen zich vaker alleen voor bij
hevige stress
4
,2.1.4 Etiologie (ontstaansgeschiedenis, oorzaak)
Biologische factoren: genetisch heritabiliteit wordt geschat op 70-80%. Een hogere leeftijd van de
vader (ouder dan vijftig) vergroot het risico op schizofrenie.
Neurobiologische factoren: hersenventrikels vaak groter en geringer hersenvolume en volume aan
frontale grijze stof. Er zijn vaak afwijkingen in de prefrontale cortex en het limbisch systeem. Er is
een verminderde omvang van de hippocampus, amygdala en thalamus. De NMDA-receptor
(betrokken bij de versterking van veelgebruikte hersencircuits en afbraak van ongebruikte circuits)
werkt niet optimaal, waardoor leren door oefening moeizaam verloopt.
Psychologische factoren: informatieverwerking is verstoord. Wanen worden gezien als pogingen om
de verstoorde betekenisgeving van stimuli te verklaren. Dopaminerg systeem ontregeld waardoor
aan onschuldige of triviale stimuli als objecten, personen en interacties een betekenis wordt
toegekend.
Psychosociale factoren: Stressoren in de kindertijd, waaronder mishandeling en vooral seksueel
misbruik, maar ook acute stressoren als oorlogsgeweld of relatief geringe stressoren als uit huis gaan
of gaan studeren vergroten met name de kans op eerste episoden van schizofrenie. Schizofrenie
komt vaker voor bij mensen die opgroeien in een stedelijke omgeving en bij Surinaamse, Antilliaanse
en Marokkaanse migranten. Patiënten met schizofrenie hebben een laag niveau van functioneren en
kampen met problemen als sociale stigmatisering en maatschappelijke problemen.
2.1.5 Behandeling
Biologische aanpak: Farmacotherapie met antipsychotica is de grootste hoeksteen van behandeling.
Er wordt onderscheid gemaakt in typische (haloperidol en perfenazine) en atypische antipsychotica
(clozapine, risperidon en olanzapine). Ongeveer een kwart van de patiënten reageert niet of
onvoldoende op antipsychotica. Dan kan het atypische clozapine bij meer dan de helft van deze
groep alsnog effectief zijn. Electroconvulsie therapie wordt ook ingezet, maar evidentie ontbreekt
nog voldoende. Daarnaast wordt bij een schizoaffectieve stoornis of stemmingsstoornis met
psychotische kenmerken ook antidepressiva of stemmingsstabilisatoren ingezet.
Psychologische aanpak: Restsymptomen bij aanzienlijk deel van de mensen na behandeling met
antipsychotica. Velen hebben steun nodig bij het accepteren van de nieuwe werkelijkheid
(bijvoorbeeld toekomstperspectief). Verminderen van lijdensdruk van vooral hallucinaties en wanen
kan bij mensen die cognitieve gedragstherapie krijgen, ze kunnen hun wanen uitdagen door juist de
situatie aan te gaan en dan te merken dat het niet waar is bijvoorbeeld.
Psychosociale aanpak: Opname liefst zo kort mogelijk, dit omdat er nadelige sociale effecten zijn.
Soms is dit niet mogelijk, wanneer patiënten een gevaar zijn voor zichzelf en/of anderen, als ze niet
voor hunzelf kunnen zorgen of wanner ze worden ingesteld op nieuwe medicatie. Gezinsleden
kunnen leren hoe ze hun familielid constructief kunnen ondersteunen en minder kritisch en
emotioneel kunnen communiceren (gezinsinterventies). HIT is hallucinatie integratieve therapie en is
een mix van gezinstherapie, cognitieve gedragstherapie, coping training, psycho-educatie,
motiverende gespreksvoering en rehabilitatie. Het helpt patiënten controle te krijgen over hun
stemmen en de directe omgeving er anders mee om te gaan.
5
, Ouders met schizofrenie
KOPP-kinderen: kinderen van ouders met psychische problematiek.
Nederland telt op jaarbasis 405.000 mensen met een psychische aandoening en/of verslaving en
met kinderen in de leeftijd tot 18 jaar. In totaal hebben deze ouders 577.000 kinderen onder de 18
jaar. Daarvan zijn 423.000 kinderen 12 jaar of jonger. Deze cijfers zijn gebaseerd op NEMESIS-2, een
onderzoek naar psychische aandoeningen onder de Nederlandse volwassen bevolking.
Opletten met psychosen en schizofrenie in verband met de heritabiliteit.
2.1.6 Prognose
Schizofrenie met een begin voor het achttiende jaar is zeldzaam. Meestal ontstaat de stoornis in de
late tienerjaren tot achterin de twintig. Beginleeftijd bij vrouwen is wat hoger en bij de helft dient de
stoornis zich pas aan hun dertigste levensjaar en vaker in combinatie met een stemmingsstoornis.
Ten minste een kwart houdt chronische problemen, hierbij blijven vooral nagatieve symptomen
aanhouden. Het grootste deel krijgt te maken met een terugval. Daarmee behoort schizofrenie tot
de meest invaliderende psychotische stoornissen.
6
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rgmie. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
Pcap-31-02 Practice Test Questions - Certified Associate In Python Programming Questions And Answers With Verified Solutions 100% Correct!!!