Resume
Samenvatting VOLLEDIG UITGESCHREVEN WERKCOLLEGES GRONDRECHTEN INCLUSIEF ANTWOORD EDPUZZLE 2020
- Cours
- Établissement
- Book
Letterlijke uitwerking van de werkcolleges van het vak grondrechten met antwoorden uit de Edpuzlle.
[Montrer plus]
Livre connecté
Titre de l’ouvrage:
Auteur(s):
- Édition:
- ISBN:
- Édition:
Plus de résumés pour
-
Korte samenvatting alle jurisprudentie Grondrechten
-
Samenvatting stof Grondrechten
-
Stappenplan 'Hoe een casus Grondrechten op te lossen'
Vendeur
S'abonnerkimumans
Avis reçus
Aperçu du contenu
Alle werkcolleges grondrechtenInhoud
Uitwerking Edpuzzle werkcollege 1 thema 3 EU-recht Grondrechten ..................................................2
Uitwerking Edpuzzle werkcollege 2 thema 4 ..................................................................................... 18
Uitwerking werkcollege 3 thema 5 grondrechten .............................................................................. 38
Uitwerking werkcollege 4 thema 6 Grondrechten ............................................................................ 48
Uitwerking werkcollege 5 Edpuzzle thema 7 ..................................................................................... 76
1
,Uitwerking Edpuzzle werkcollege 1 thema 3 EU-recht
Grondrechten
Niet alle vragen in de leidraad worden besproken bij de Edpuzzle. Ze verwachten dat jij het
dan zelfstandig kan oplossen. We gaan het over grondrechtenbescherming in de gelaagde
rechtsorde. Daarmee bedoelen we de rechtsorde die bestaan uit verschillende niveaus. Op
die verschillende niveaus vindt grondrechten bescherming plaats. We onderscheiden de
nationale rechtsorde, de EU rechtsorde en de internationale rechtsorde. Binnen alle drie de
rechtsorde bestaat een systeem van grondrechten bescherming.
Noem per rechtsorde een voorbeeld van een bron van grondrechten waarop burgers
een beroep kunnen doen en een rechter die deze rechtsbron toepast.
Bij de internationale rechtsorde kon je veel verschillende bronnen noemen. Bij de
internationale rechtsorde alle mensenrechten verdragen waren goed geweest. Voorbeelden
hiervan zijn IVBPR, IVESC, internationaal verdrag inzake de verbanning van
rassendiscriminatie, het internationaal verdrag van die in deze cursus centraal staat is het
Europees verdrag van de rechten van de mens, het EVRM. Het EVRM is tot stand gekomen
door een internationale organisatie namelijk de Raad van Europa. Staten die lid zijn van de
RvE zijn partij bij het EVRM. Zij moeten zich in het handelen houden aan het EVRM. Het is
het EHRM of die staten zich aan het EVRM houden. Het EVRM wordt gehandhaafd door het
EHRM.
Een rechtsbron die je bij de EU rechtsorde had moeten noemen is het handvest van de
grondrechten van de EU. Het handvest is een instrument van het unierecht. Alle lidstaten
van de EU zijn gebonden aan dit handvest. Alle lidstaten moeten zich aan dit handvest
houden. Het is de Hvjeu die controleert of dit gebeurt.
Dan komen we aan bij de nationale rechtsorde. Die vinden we in een nationale grondwet. De
meeste landen hebben een nationale grondwet ook een catalogus van de grondrechten.
Meestal is het de nationale rechter die controleert of nationale overheden aan die grondwet
houden.
D is juist. Het juiste antwoord was D. Laat je niet in de war brengen door het woord Europa.
De raad van Europa is een internationale organisatie. Deze internationale organisatie
bestaat uit 47 staten. Het EVRM dat binnen die Raad van Europa tot stand is gekomen is
een internationaal mensenverdrag. Het EVRM is dus een bron van internationaal recht.
2
,De raad van Europa is iets anders dan de EU. De EU is een organisatie die bestaat uit 27
lidstaten. De EU betreft uit eigen supranationale rechtsorde. Ze hebben hun eigen
rechtsorde gecreëerd en dat noemt men de EU rechtsorde. De EU is dus geen organisatie
naar internationaal recht, is iets typisch waar iets anders niet op lijkt.
B en C zijn juist. De 27 lidstaten van de EU zijn ook allemaal lid van de Raad van Europa,
dat betekent dat alle lidstaten van de EU gebonden zijn aan het handvest en aan het EVRM.
Van de 47 leden van de raad van Europa zijn er 27 lid van de EU. De overige twintig leden
zijn geen lid van de EU. Denk bijvoorbeeld aan Frankrijk en Duitsland zijn lid van de EU en
zijn lid van de RvE. Vergelijk dat met Rusland en Turkije. Het zijn twee staten die geen lid
zijn van de EU, maar wel van de RvE. Turkije en Rusland moeten zich aan het EVRM
houden. Frankrij en Duitsland zowel als het EVRM als het handvest moeten houden.
Nederland is lid van de EU en lid van de RvE. NL is dus verdragspartij bij het EVRM en
gebonden aan het handvest van de EU. Daarnaast heeft NL een grondwet. In hoofdstuk 1
van de grondwet staan grondrechten opgesomd. De grondrechten bescherming in NL is dus
gelaagd. De NL overheid moet dus nationale als internationale en Europese grondrechten
respecteren en beschermen.
De eerste vraag in de studieleidraad deze week gaat over de verhouding tussen deze
verschillende systemen van grondrechtenbescherming. Als de NL overheid de grondrechten
in het EVRM, handvest en de GW moet respecteren en beschermen, hoe verhoudt de
grondrechtenbescherming deze verschillende rechtsbronnen bieden zich tot elkaar. Biedt de
grondwet bijvoorbeeld meer of andere bescherming dan het handvest en biedt het handvest
meer of andere bescherming dan het EVRM. Daarover gaat vraag 1.
Vraag 1a: Artikel 53 EVRM bevat een bepaling die het beschermingsniveau van het
EVRM ten opzichte van de nationale grondrechtenbescherming vastlegt. Geef kort en
bondig aan wat de verhouding is tussen de bescherming van het EVRM en de
nationale grondrechtenbescherming.
Antwoord: De bepalingen in het EVRM doen geen afbreuk aan de bescherming die
Staten die partij zijn bij het EVRM op nationaal niveau bieden aan grondrechten uit een
Grondwet of uit andere verdragen dan het EVRM waarbij die Staat is aangesloten .
3
, Om het antwoord op deze vraag te kunnen geven moeten we kijken naar art. 53 EVRM
in je wettenbundel. Het is een lastige bepaling. Daarom hebben we in de feedback een
parafasering van wat er nu eigenlijk staat gegeven. Wat er in art. 53 EVRM staat is dat
als er een hoger verdragsluitende partij oftewel de staat die partij is bij het EVRM op
nationaal niveau bescherming biedt aan grondrechten op basis van een grondwet of
basis van andere internationale mensenrechten verdragen waaraan zo een staat zich
heeft gebonden dan doet het EVRM geen afbreuk aan die bescherming. Als er een
bepaald niveau aan grondrechtenbescherming wordt geboden op nationaal niveau dat
hoger is dan het EVRM. Dan doet het EVRM daar geen afbreuk aan.
Voorbeeld als een staat op basis van een nationale grondwet hogere mate van
bescherming biedt aan de vrijheid van meningsuiting dan de bescherming waartoe het
EVRM verplicht dan is dat prima. Art. 53 EVRM bepaalt dat het EVRM aan dat hogere
niveau van nationaal grondrechtenbescherming geen afbreuk doet. Een staat mag op
nationaal niveau meer grondrechtenbescherming bieden dan het EVRM van die staat
verlangd.
Het antwoord is B. Er wordt daarom gezegd dat het EVRM een minimumstandaard biedt
voor de bescherming van grondrechten. Staten die partij zijn bij het EVRM mogen op grond
van nationale wetgeving altijd meer bescherming geven en bieden aan grondrechten dan de
bescherming die zij verplichting geven op basis van het EVRM. De bescherming van
grondrechten onder het nationale systeem mag verder gaan waartoe het EVRM verplicht.
Het beschermingsniveau van nationale grondrechtenbescherming mag echter niet onder het
EVRM komen te liggen. Het EVRM biedt een minimumstandaard. Het beschermingsniveau
van EVRM biedt dat is een minimum, de staten mogen daar niet onder komen. Doen ze dat
wel dan schenden zij hun verdragsverplichtingen.
Vraag 1b:
Artikel 53 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie bevat een
bepaling die het beschermingsniveau van het Handvest ten opzichte van de nationale
grondrechtenbescherming vastlegt. Geef kort en bondig aan hoe het Hof van Justitie
de verhouding tussen de bescherming van het Handvest en de nationale
grondrechtenbescherming duidt.
Vraag 1b lijkt heel erg op vraag 1a, maar er is een belangrijk verschil. Vraag 1a ging over de
verhouding van het EVRM aan de ene kant en nationale grondrechtenbescherming aan de
andere kant. Vraag 1b gaat over een andere verhouding. Het gaat over het handvest en de
nationale grondrechtenbescherming aan de andere kant. De verhouding tussen het handvest
van de EU en de grondrechtenbescherming die lidstaten van de EU op nationaal niveau
bieden die verhouding wordt beheerst door art. 53 van het handvest.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kimumans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
Peut-on faire confiance à Stuvia ?
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
53068 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans