Patiëntenrechten: theorie en praktijk (3954PRTPVY)
Tous les documents sur ce sujet (3)
3
revues
Par: abdeljalilhachioui • 1 année de cela
Par: voogeleva • 2 année de cela
Par: xsofiax • 3 année de cela
Vendeur
S'abonner
isabel_sr
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting Patiëntenrechten: theorie & praktijk
Week 1
Handboek gezondheidsrecht p. 95-106
In januari 2020 besloot minister VWS op grond van art. 20 Wet publieke gezondheid tot een regeling
die inhield dat het coronavirus een meldplichtige ziekte werd in de A categorie. Zoals art. 20 Wpg
voorschrijft, diende de minister kort daarna een wetsvoorstel in om de status van het coronavirus als
meldingsplichtige ziekte categorie A ook in de Wpg zelf te verankeren. Normaal gesproken dient een
ziekte uit categorie A aan de GGD te worden gemeld, maar in het geval van Covid 19 werd in maart
2020 besloten tot een veel beperktere meldingsplicht, omdat de ziekte in de meeste gevallen mild
verloopt.
Patiënten werd de overweging gegeven om bij een indicatie voor ziekenhuisopname ook
daadwerkelijk te worden opgenomen, nu de nadelen van de intensieve behandelingstrajecten als IC en
beademing wel eens groter konden zijn dan de voordelen. Dit kan worden gezien als een vorm van
‘shared decision making’. Maar het werd door patiënten en familie ook wel opgevat als pressie.
Daarom kwam de medische beroepsgroep in maart 2020 met een richtlijn om artsen ter zake
handvatten te bieden. De beroepsgroep ontwikkelde ook richtlijnen voor een mogelijke ‘code zwart’:
de situatie dat op de IC’s niet meer voldoende bedden zouden zijn. Hierin ging het over de belangrijke
vraag welke selectie criteria mochten worden gebruikt om te bepalen wie wel en wie niet in
aanmerking komen voor een IC-bed. De grote toestroom van patiënten leidde ertoe dat veel regulier,
niet-acute zorg werd uitgesteld. Voor sommigen namen risico’s daardoor wel degelijk toe.
Dit allemaal had tot gevolg dat de reguliere referentiekaders voor het verlenen van goede en tijdige
zorg, zoals zorgverlening op basis van de professionele standaard en de toegankelijkheid van zorg
zoals voortvloeiend uit ieders aanspraken op grond van de Zvw, ernstig onder druk kwam te staan en
niet altijd kon worden toegepast. Naar aanleiding daarvan maakten de zorgverleners zich zorgen oer
tuchtrechtelijke risico’s van beslissingen in de context van zorgschaarste. Aan te nemen valt echter dat
tuchtrechters de zeer bijzondere omstandigheden nadrukkelijk zullen meewegen: nood breekt wet is
dan het adagium. Belangrijk is dan wel dat de medische beroepsgroep probeert richtlijnen en
afwegingskaders te maken die artsen en andere zorgverleners kunnen helpen bij het nemen van
beslissingen in individuele gevallen. Door zorgverleners werd gevraagd om aan het toepassen van
code zwart een ministerieel besluit ten grondslag te leggen. Hiervoor ontbreekt echter de wettelijke
basis. Wel is het mogelijk dat de Inspectie ziekenhuizen nadrukkelijk vraagt om een bepaalde
uniforme gedragslijn, in het licht van de wettelijke regeling van goede zorg (wkkgz art. 2).
Tijdens de coronapandemie zagen we tal van situaties waar bestaande regels ruimer werden
geïnterpreteerd en toegepast, maar ook situaties waarin de Inspectie verklaarde bestaande wettelijke
regels tijdelijk niet te zullen toepassen of handhaven, bijv. de termijnen die de Wkkgz noemt voor het
melden en onderzoeken van calamiteiten. Ook besloot de inspectie de mogelijkheid voor artsen om
medicatie voor te schrijven per videoconsult te verruimen. De implementatie van de wet zorg en
dwang werd tijdelijk op een laag pitje gezet.
Privacyvragen deden zich voor met betrekking tot de toegankelijkheid voor huisartsenposten en SEH’s
van patiëntengegevens uit de dossiers van huisartsen. Normaal gesproken is toestemming van de
patiënt vereist ex art. 15a Wabvpz. Er kwam een optie voor tijdelijke veronderstelde toestemming
voor mensen die nog geen toestemmingskeuze kenbaar hadden gemaakt; corona-opt-in.
1
,Naarmate de pandemie voortschreed werd er zowel in Nederland als het buitenland gepleit om aan
nationale autoriteiten de locatiegegevens van de gebruikers van mobiele telefoons ter beschikking te
stellen. Dit was echter alleen mogelijk met een wettelijke basis en hier kwam veel kritiek op.
Uiteindelijk is dit dan ook niet gerealiseerd.
2.1. Geschiedenis, (inter)nationale ontwikkeling
In NL is de ontwikkeling van de rechten van de patiënt vooral bevorderd door het gezondheidsrecht
dat in de jaren 60 ontstond. Verder heeft de opkomst van organisaties voor behartiging van belangen
van de patiënt ook hieraan bijgedragen. Ook is de opname van patiëntenrechten in GW van groot
belang geweest, namelijk in art. 10 en 11 GW, alsmede de werking van internationaal
verdragsrechtelijke verplichtingen. Ook in andere landen, op internationaal niveau, heeft de
ontwikkeling zich voorgedaan:
- Universal Declaration of Human Rights
- Cvenant on Civil and Political RIghts
- EVRM
- Uitspraken EHRM
- De Raad van Europa heeft aanbevelingen aangenomen met betrekking tot de rechten van de
patiënt
Het EVRM, BUPO-verdrag, het biogeneeskundeverdrag en andere verdragen, verordeningen en
richtlijnen van de EU of VN hebben juridische kracht in de aangesloten staten. Maar de aanbevelingen
van de Raad niet.
2.3 Juridisch Kader, wetgeving
Wettelijke regeling van de rechten van patiënten dient de toegankelijkheid, de kenbaarheid en de
rechtszekerheid. Naast een algemene regeling, is het soms aangewezen in een specifieke wet. In het
algemeen prevaleert een lex specialis boven een lex generalis. De hoofdregel bij onduidelijkheid
welke voorgaat is: de regeling die de patiënt de meeste waarborgen biedt, heeft voorrang. Gold ook
voor de verhouding tussen de WGBO en de wet bescherming persoonsgegevens die in 2018 werd
ingetrokken, In enkele gevallen gaat de hoofdregel niet op:
- De inwerkingtreding van de AVG bracht verandering in verhouding WGBO en
persoonsgegevens, de AVG werkt rechtstreeks door in nationale lidstaten.
- Bij wetten over dwang in de psychiatrie, orgaandonatie en medisch-wetenschappelijk
onderzoek.
Er kunnen twee benaderingen worden gevolgd voor de meer algemene wettelijke regelingen van het
patiëntenrecht:
- Civielrechtelijke; benadrukt de horizontale relatie tussen patiënt en hulpverlener en geeft
patiënt directe juridische actie jegens hulpverlener
- Bestuursrechtelijke benadering; gaat uit van plicht van de overheid om patiënt te
beschermen en gaat dus om verticale relatie
In praktijk bestaan beide opties naast elkaar.
2
,De rechten van de patiënt behoren tot verschillende rechtsgebieden. Zo is bijv. het beginsel van
informed consent gebaseerd op zowel de geneeskundige behandelingsovereenkomst als het strafrecht.
Sinds de jaren 90 is een groot aantal regelingen inzake patiëntenrechten tot stand gebracht. Dit heeft
tot veel kritiek geleid. Het zou te versnipperd zijn en zou moeten worden teruggebracht, dit is gedaan
door nieuwe wetsvoorstellen tot aanpassing van WGBO inwerking te laten treden (in 2020).
Versnippering moet zoveel mogelijk worden voorkomen maar is niet volledig te vermijden.
Patients Rights in the European Union, 2016, p. 3-6 (deze 3 pagina’s zijn niet samengevat) en p.
26-42
3.1. Patients’ rights law and enforcement – an overview
3.1.1. General context
Geleidelijk ontwikkelen alle member states een juridische benadering voor het definiëren en
implementeren van patiëntenrechten. Ook andere wetten, beginselen en overheidsbesluiten geven de
patiënten rechten. Zo vormen ook de wetten die de hulpverleners verplichtingen opleggen
patiëntenrechten. Landen zoals Finland, Nederland en Hongarije zijn de pioniers van de
patiëntenrechten. Deze drie landen hebben verschillende benaderingen als het gaat om de juridische
definitie en implementatie van de patiëntenrechten:
1. Nederland: the nominate contract model
2. Hongarije: special patients’ rights law with legally enforceable rights
3. Finland: vertical or public model
Veel landen volgenden en deze landen lieten zich inspireren door het Biogeneeskunde verdrag.
De drijfveer was vaak de fundamental rights movements die ontstonden na maatschappelijk
bewustzijn in de jaren 70. In sommige landen zorgde de politieke verschuivingen in 1990 voor een
boost voor patiëntenrechten. De maatschappij, met name patiëntenorganisaties, spelen een belangrijke
rol in veel landen bij het centraal stellen van patiëntenrechten in de politiek. De grootste
struikelblokken voor het ontwikkelen van patiëntenrechten zijn:
- Weinig kennis onder burgers
- Weinig kennis onder professionals
- Weinig kennis onder beleid ontwikkelaars
- Het paternalistische model van de hulpverlener – patiënt relatie die in veel landen nog bestaat
Hoewel patiëntenrechten in de meeste member states goed aanwezig zijn, geldt dit niet voor meer
consument georiënteerde rechten. Deze representeren de recente trend die geïnspireerd is door
toegenomen aandacht voor het verzekeren van kwaliteit en veiligheid in de zorgsector, maar ook het
reactievermogen en efficiëntie bij de openbare dienstverlening.
Voor alle typen patiëntenrechten blijft het probleem de daadwerkelijke implementatie van deze
rechten. Een aantal landen hebben een zwakke handhaving.
De impact van Richtlijn 2011/24/EU op de situatie van patiëntenrechten in de EU member states
Noorwegen en Ierland
De impact van deze richtlijn verschilt tussen member states. Bij sommige landen is de impact indirect,
maar bij anderen is het ook daadwerkelijk een drijfveer voor het ontwikkelen van patiëntenrechten,
met name voor degenen die meer consument georiënteerd zijn. De richtlijn zorgt ervoor dat member
states transparanter zijn over de rechten die de patiënt heeft.
In veel member states zijn er geen specifieke bepalingen die betrekking hebben op ‘cross-border
patients’, maar de bestaande wetten m.b.t. informed consent, privacy en toegang tot het medisch
dossier zijn van overeenkomstige toepassing op alle zorg die deze lidstaten bieden. In sommige
3
, lidstaten behoeven de cross border situatie echter extra aandacht. Sommige hebben de mogelijkheid
om een digitaal kopie te ontvangen van het medisch dossier voor cross border patiënten.
Veel landen hebben als voorwaarde dat vooraf toestemming moet worden gegeven voor cross border
zorg. Echter, voorafgaande toestemming kan niet gegeven worden op basis van kwaliteit en patiënt
veiligheid, dit lijkt wel een motivatie te zijn voor cross border zorg. Hoewel de richtlijn de
mogelijkheid biedt om voorafgaande toestemming verplicht te stellen of juist te weigeren voor
aanbieders die zorgen voor kwaliteits- en veiligheidszorgen, is er tot nu toe geen land (behalve
Roemenië) dat ook specifieke regelingen hiervoor hebben opgesteld.
De richtlijn vergroot de patiënts keuzevrijheid voor zorgaanbieders in andere lidstaten, onafhankelijk
van of deze gecontracteerd zijn in de lidstaat of niet. Dit zorgt voor 2 vragen:
1. In welke mate zorgt dit voor druk op de lidstaten om de keuze opties te vergroten en ook
vergoeding mogelijk te maken voor niet-gecontracteerde zorgaanbieders? Sommige niet
gecontracteerde aanbieders claimen namelijk gelijke behandeling met buitenlandse aanbieders
van wie de diensten wel vergoed worden op grond van de richtlijn ook al zijn zij niet
gecontracteerd.
2. In welke mate mogen lidstaten de vergoeding beperken voor cross border zorg met betrekking
tot niet gecontracteerde zorgaanbieders? Sommige landen hanteren verschillende
vergoedingen voor verschillende zorgaanbieders (in nederland: hinderpaalcriterium, art. 13
Zvw). Een andere kwestie is in hoeverre de afwezigheid van de keuze voor een bepaalde vorm
van zorg rechtvaardigt dat iemand zorg krijgt in een andere lidstaat.
Op het gebied van handhaving heeft de richtlijn weinig impact. Landen hebben allemaal zelf een
klachten- en vergoedingsregeling.
3.1.2. Basic individual rights
Zelfbeschikking en vertrouwelijkheid
Alle lidstaten ontwikkelen een juridische benadering voor het definiëren en implementeren van de
basis rechten van patiënten tot zelfbeschikking en vertrouwelijkheid. Deze rechten bevinden zich in
verschillende individuele mensenrechten (bijv. het biogeneeskunde verdrag).
Buiten deze gemeenschappelijke basis voor individuele rechten, worden de rechten van toestemming,
privacy en het aanpassen van medische gegevens beschermd door verschillende mechanismen in
lidstaten.
3.1.3. Consumer based rights
Keuze
Keuze in de zorg is een complexe kwestie. Het heeft betrekking op verschillende aspecten, en het kan
op verschillende manieren aangepast worden (bijv. financiële prikkels). In sommige landen is
keuzevrijheid inherent aan het zorgsysteem, in andere landen is het meer een instrument om efficiency
en kwaliteit te bevorderen.
Second opinion
Het recht op een second opinion houdt nauw verband met het recht om een zorgaanbieder te kiezen.
De vraag is of het recht op een second opinion formeel erkend moet worden en opgenomen moet
worden in het zorgsysteem. In sommige landen bevat het recht om een zorgaanbieder te kiezen ook het
recht op een second opinion, terwijl in andere landen een meer specifieke vorm van regelingen en
erkenning nodig is. In veel landen is het recht onderworpen aan strikte voorwaarden. In het algemeen
moet er een verwijzing zijn. Sommige landen beperken de mogelijkheid van een second opinion van
bepaalde aanbieders.
Kwaliteit en patiëntveiligheid
Hierbij wordt gerefereerd naar de standaarden van zorg. Hulpverleners moeten voldoen aan bepaalde
verwachtingen (van de patiënt) en moeten zich houden aan bepaalde wetenschappelijke kennis. Deze
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur isabel_sr. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.