Methoden & Technieken Van Forensische Orthopedagogiek (7014B453DY)
Établissement
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Dit is mijn samenvatting van de hoorcolleges behorende tot het vak Methoden en Technieken (Master Forensische Orthopedagogiek). Deze samenvatting betreft een uitgebreid uittreksel van alle colleges, bijbehorende doelen en de literatuur die behandeld wordt staat per college vermeld. De samenvatting ...
Methoden & Technieken Van Forensische Orthopedagogiek (7014B453DY)
Tous les documents sur ce sujet (6)
1
vérifier
Par: laravereecken • 11 mois de cela
Vendeur
S'abonner
annamontana
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting Hoorcolleges Forensische Methoden en Technieken 7014B453DY
Leerdoelen & Vaardigheden
1) Kennis van ethische aspecten van onderzoek in de Forensische Orthopedagogiek (eindtermen
(eindtermen PW 1, 6, 10)
2) Kennis van mogelijke informatiebronnen en instrumenten (eindtermen PW 1, 3)
3) Kennis van validering van instrumenten en van betrouwbaarheid en validiteit; validatieonderzoek te
kunnen beoordelen (eindtermen PW 1, 3)
4) Het kunnen toepassen van veelgebruikte methodologische technieken in de Forensische Ortho-
pedagogiek, zoals multilevel analyse, meta-analyse, survivalanalyse (eindtermen PW 1, 5)
5) Het bekend zijn met de meest gebruikte onderzoeksdesigns om interventies te evalueren en hun
sterke en zwakke kanten kunnen benoemen (eindtermen PW 1, 5)
6) Het kunnen werken met SPSS: uitvoeren van betrouwbaarheidsanalyses, eenvoudige statistische
toetsen, factor analyses, schaalconstructie, meta-analyse, het berekenen van effect sizes en
survivalanalyses. (eindtermen PW 1, 3, 5)
7) Studenten leren om schriftelijk te rapporteren over onderwijsbevindingen (eindtermen PW 19, 20
Hoorcollege 1: Ethiek en informatiebronnen in FO onderzoek – Jessica Asscher
Tijdens dit college zal een kort overzicht van de cursus gegeven worden en zal nader ingegaan
worden op de voor- en nadelen van de verschillende informatiebronnen (zelfrapportage,
politiegegevens) die gebruikt worden in onderzoek naar Forensische Orthopedagogiek. In het tweede
deel zal ingegaan worden op de ethische aspecten van onderzoek in Forensische Orthopedagogiek.
Doelen:
1) Kennis van ethische aspecten van onderzoek in de Forensische Orthopedagogiek (eindtermen
(eindtermen PW 1, 6, 10)
2) Kennis van mogelijke informatiebronnen en instrumenten (eindtermen PW 1, 3)
Literatuur:
• Bijleveld, C. C. J. H. (2009). Methoden en Technieken van Onderzoek in de Criminologie (4e druk). Den
Haag: Boom Juridische Uitgevers. pp 171-257 (hoofdstuk 6 en 7).
• Edens, J. F., Epstein, M., Stiles, P. G., Poythress, N. G. (2011). Voluntary consent in correctional set-
tings: Do offenders feel coerced to participate in research? Behavioral Sciences and the Law, 29, 771-
795
• DeMatteo, D. J. D., Filone, S., LaDuke, C. (2011). Methodological, ethical, and legal considerations in
drug court research. Behavioral Sciences and the Law, 29, 806-820
• Poythress, N., Epstein, M., Stiles, P., & Edens, J. F. (2011). Awaareness of the Tuskegee Syphilis Study:
Impact on offenders’ decisions to decline research participation. Behavioral Sciences and the Law, 29,
821-828
• Weijers, I., & Eliaerts, C. (2008). Jeugdcriminaliteit: wetenschappers over een brandend vraagstuk. In
Ido Weijers en Christian Eliaerts Jeugdcriminologie. Achtergronden van jeugdcriminaliteit, pp 13-22
,Deel 1: Praktische zaken
Waarom Methoden en Technieken van FO?
• Speciale doelgroep (complex, gedwongen, in aandacht van
de pers, speciale afhankelijke variabele (kans op recidive) →
vereist speciale aanpak/technieken/aandacht voor
effectiviteit)
• Specialistische analyses (eerdere statistiek bleek niet
toereikend voor scriptie)
• Qua onderzoek vaak nog onontgonnen gebied
• Vertalen naar praktijk
Stand van zaken:
• Afgelopen jaren daalt jeugdcriminaliteit, gebaseerd op monitor jeugdcriminaliteit 2017.
• Maar: recente cijfers van politie suggereren stijging (overlastgevende jeugd en cyberdelicten)
Ontwikkeling in cijfers sinds 2007:
• Politiecijfers: aantal geregistreerde minderjarige verdachten in 2014 3/7 van 2007
• Halvering minderjarige strafrechtelijke daders
• Daling zelf-gerapporteerde daders
• Daling aantal slachtoffers
• Geen toename 12 minners/minderjarige verdachten niet jonger
• Afname jongvolwassen verdachten en daders
• Verhouding Jongens/Meisjes: 5/1
Waarom daalt jeugdcriminaliteit?
Verschillende mogelijkheden/verklaringen:
1. Doorslaand succes Nederlandse aanpak criminaliteit
2. Gegevens van de politie waren onbetrouwbaar
3. Betere interventies voor jeugdigen in het algemeen
4. Verhoging van de leeftijd voor alcohol
5. Opkomst van ICT, met name sociale media en smartphones → jongeren minder tijd op
straat, minder kans op groepsvorming
Politie/justitie data
→ Politie: aangehouden
→ Justitie: daders daadwerkelijk schuldig bevonden (getallen zijn dus lager)
• Zeggen niet altijd veel over daadwerkelijke toe/ afname van jeugddelinquentie
• Worden beïnvloed door aangiftebereidheid van slachtoffers en getuigen
• Worden beïnvloed door beleidsprioriteiten (kunnen de cijfers verhogen)
• ‘Dark number’ is hoog: slechts 6/7% van jongeren die aangeven over de schreef te zijn
gegaan komt in aanraking met de politie
→ Kun je dan niet beter andere informatiebron gebruiken?
,Zelfrapportage
• Slechts een beperkt aantal delicten wordt opgenomen
• Daders worden moeilijk bereikt
• Geen representatief beeld van ernstige delicten (minst betrouwbaar bij geweldsdelicten)
• Onderrapportage (vooral bij bepaalde etnische groepen Junger, 1990)
• Mode of administration effect (Gomes, 2019) → Manier waarop vragen gesteld worden
Slachtofferenquêtes
• Betrouwbare en valide manier om gegevens over criminaliteitsincidentie te verzamelen
• Maar selectief: weinig informatie over de daders
• Moord en doodslag, slachtofferloze en seksuele delicten zijn niet of slecht vertegenwoordigd
• Geen gegevens over slachtoffers < 15 jaar
Conclusies
• Wie kies je als informant?
• Wat kies je als doelgroep van een interventie? Alleen behandelen met een ‘kader’?
• Hoe zorg je voor betrouwbare zelfrapportage?
Deel 2: Ethiek van FO-onderzoek
• Ethiek: Ethiek of moraalwetenschap is een tak van de filosofie die zich bezighoudt met de
kritische bezinning over het juiste handelen. In algemene zin probeert ethiek de criteria vast
te stellen om te kunnen beoordelen of een handeling als goed of fout kan worden
gekwalificeerd, en om de motieven en consequenties van deze handeling te kunnen
evalueren.
• Onderzoeksethiek: is vaak direct gekopieerd van medisch-ethische standaarden, ook
zichtbaar in het feit dat de meeste ethische toetsingscommissies Medisch Ethische
Toetsingscommissies zijn.
Waarom onderzoeksethiek? Historische ontwikkeling
• Tuskegee Syphilis Study (medisch) → hele lange studie naar ontstaan en ontwikkeling van
Syphilis in Amerika. Na aantal jaar al bekend dat mensen geïnjecteerd waren met syfilis.
Ondanks dat bekend werd wat een effectieve behandeling was kregen deze mensen dit niet.
Dingen die mis zijn gegaan:
• Onnodig leiden voorkomen
• Onderzoek is heel lang doorgegaan terwijl duidelijk was dat er schadelijke effecten
waren.
• Ook na onderzoek stop is gezet heeft het heel lang geduurd tot er excuses werden
gemaakt.
• Jewish chronic disease hospital study (kankercellen inspuiten) → hieruit leerden we dat de
toestemming schriftelijk moet worden gegeven
• Experimenten in concentratiekampen met gevangenen (koudte experimenten,
tweelingexperimenten, hersen autopsie etc.) → werd geen toestemming gevraagd, mensen
zijn gebruikt als testmateriaal.
• The Willowbrook study: verstandelijk beperkte kinderen kregen hepatitis ingespoten
• Maar ook recenter psychologische experimenten: bijv. kinderen die stotteren feedback
geven → hieruit leerden we dat informatie moet kloppen.
, Ontwikkeling van onderzoeksethiek codes
• Neurenberg code: Deelname aan onderzoek moet absoluut vrijwillig zijn; onnodig lijden
moet vermeden worden; deelnemers mogen zich altijd terugtrekken uit onderzoek
• Verklaring van Helsinki: informed consent staat centraal; (32 principes); discussie over het
wel of niet toestaan van placebo
• CIOMS-richtlijnen:15 richtlijnen voor biomedisch onderzoek 91993)
• Belmont report: “Ethical principles and guidelines for the protection of human subjects”
Al deze guidelines/ reports leidden tot 3 fundamentele principes
1. Respect voor personen (autonomie)
• Individuen moeten als autonome handelaars beschouwd worden (dus informed consent
vragen)
• Aanvullende bescherming voor mensen die niet autonoom kunnen handelen
2. Maximaliseren van voordelen; minimaliseren van schade door onderzoek
3. Gerechtigheid: deelnemers dienen eerlijk behandeld te worden
Op de Uva: Commissie Ethiek
• Al het onderzoek moet voorgelegd worden. De beoordeling kost tijd (houd hier in je planning
rekening mee!)
• Indienen via de website van de commissie Ethiek http://ethiek.fmg.uva.nl/login.php
• Alleen medewerkers van de UvA mogen indienen (dus je begeleider moet dat doen)
Ethiek van FO-onderzoek
Algemeen:
Onderzoek moet bezien worden vanuit het gezichtspunt van de deelnemer, te voorziene schade aan
psychologisch welzijn, gezondheid, waarden of waardigheid, moeten geminimaliseerd worden
Competentie: → beperken tot competentie van de onderzoeker
• Onderzoekers mogen niet, direct of indirect suggereren dat zij psychologische kwalificaties of
betrekkingen hebben die zij niet bezitten
• Onderzoekers moeten zich bewust zijn van de grenzen van de eigen competenties
Consent:
• Deelnemers dienen geïnformeerd te worden over de doelen van het onderzoek.
• Alle aspecten die de bereidheid om deel te nemen kunnen beïnvloeden, moeten besproken
worden
• De informed consent (in NL ook mogelijkheid voor passive consent via ouders) moet
verkregen worden voorafgaand aan de start van het onderzoek
• Onderzoek met kinderen of deelnemers met beperkingen die niet hun consent niet kunnen
geven vereisen speciale procedures
Het onthouden van informatie
• Het onthouden van informatie of het verstrekken van misleidende informatie is onacceptabel
als deelnemers bij het horen van die informatie zouden besluiten niet mee te willen doen of
zich ongemakkelijk zouden voelen
• Misleiding van deelnemers moet vermeden worden tenzij er een dwingende
wetenschappelijke reden is
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur annamontana. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.