Hoorcolleges:
HC 1 t/m 10 (bestaande uit drie thema’s)
De evolutie van eencellig naar vertebraten:
- Indeling van drie groepen organisme op aarde (=bacteriën, archaea
en eukaryoten, de eukaryoten kunnen zo ook weer worden
onderverdeeld in verschillende rijken)
- De vorming van eukaryoten komt uit de prokaryoten; (1) het ER en
dubbelmembraan rond de kern ontstaan door instulpingen van
celmembraan. (2) de ‘oer’karyoot neemt aerobe bacteriën op voor
de afbraak van organische stoffen zorgt (m.b.v. zuurstof) waaruit
energie ontstaat. (3) op dezelfde manier kunnen opnamen voor
chloroplasten (=opnemen van blauwwieralgen).
Bewijs voor endosymbiose: dubbel membraan, enzymen van
bacteriën, eigen cirkelvormig DNA.
- Het vormen van meercellige uit eencellige: met als doel het
beschermen tegen predatoren (vb. groenalgen), let op clusteren
zonder taakverdeling is geen meercellige.
Procesverloop in stappen: (1) kolonievorming zonder taakverdeling. (2)
de cellen krijgen een eigen taak.
- De sponzen waren de eerste eenvoudige meercellige organisme
(=bestonden uit epitheelcellen, sluitcellen, kraagcellen en
amoebocyten).
- Van meercellig naar twee weefsel lagen (=ectoderm en endoderm):
bij de klieving vorming van blastoecoel en bij gastrulatie
(=invaginatie) ontstaan twee kiemlagen.
- Later vormen van drie weefsel lagen: de protostomia (=de mond als
eerst gevormd, op de plek van de blastoporus) en de deuretostomia
(=de anus wordt als eerst gevormd, bij de caudale regio).
Ook de acoelomate (=geen lichaamsholte), pseudocoelomate
(=lichaamsholte op de darmbuis) en coelmate (=een echt
lichaamsholte).
De chordata is een voorloper van de gewervelde: de mens is een chordata.
Deze organisme moeten aan bepaalde kenmerken voldoen in hun
levenscyclus:
- Chorda dorsalis, dorsale centrale zenuwstreng, kieuwspleten,
postanale staart en de endostyle groeve in de pharyngeale bodem
(=ook wel schildklier).
Het proces van meercellig naar chordata: (1) ontstaan van symmetrie en
weefsellagen. (2) Ontstaan van drie weefsellagen (=acoelomate). (3)
ontstaan van de pseudocoeloom (=mesoderm en endoderm gescheiden).
(4) ontstaan van coelomate (= verbinding van mesoderm en endoderm).
1
BMW UU
,JIMMY GOPPEL
Naarmate organisme complexer worden en meer gaan bewegen moeten
er een paar aanpassing aan zenuwstelsel worden:
- Zenuwnet, segmented nerve trunk, ganglia en hersenen.
Vroege embryonale ontwikkeling:
De klievingsdeling is de eerste delingen die een embryo ondergaat, deze
is afhankelijk van de hoeveelheid dooiermateriaal.
- Zoogdieren: isolecithaal met een aequale klieving, hebben weinig
dooiermateriaal doordat de verbinding met de placenta wordt
gemaakt.
- Amfibie: mesolecithaal en inaequale klieving, alleen in de eerste
levensfase dooiermateriaal nodig door hun snelle ontwikkeling
(=daarna zelfvoorzienend).
- Vogels: telolecithaal en discoidale klieving, hebben veel
dooiermateriaal (=moeten er de gehele ontwikkeling van leven).
Gedurende de gastrulatie worden er drie kiembladen gevormd in embryo:
- Endoderm: epitheelweefsel tractus digestivus, lever, longen en blaas
- Mesoderm: bot, spieren, kraakbeen, vetweefsel, beenmerg,
lymfevaten, bloedvaten, hart, bloedcellen, nieren en ureter
- Ectoderm: epitheelweefsel als de huid, aan de huid verbonden
structuren als nagels, haren en klieren, zenuwweefsel.
De C. elegans klievingsdeling: bij elke celdeling die plaats vindt wordt er
een stamcel (=P-cel, posterior zijde) bewaard. Na aantal delingen is er
vocht ophoping en vormt de blastoecoel, daarnaast zijn er ook nog de
EMS-cellen die de buikzijde definiëren.
- De blastoporus; tussen de E-cellen zal een instulping vormen waaruit
de oermond gaat vormen (= de endodermale cellen worden naar
binnen geduwd).
De klievingsdeling van de amfibie: er is een scheiding van cellen
(=micromeres aan de animale pole en de macromeres aan de vegetale
pole) door het verschil in dooiermateriaal > de gastrulatie;
- De animale pole (AP) wordt het toekomstige ectoderm en de
vegetale pole is het endoderm (=zal later in het embryo bewegen).
- De dorsale lip vormt op de scheiding van de twee polen; involutie
(=de cellen stromen naar binnen, zullen mesoderm vormen) > later
ook aan de ventrale kant bottle cellen, hierdoor vormt mesoderm
om de binnenrand.
Ontstaan van een gat; dit wordt de toekomstige oermond
- De blastoecoel wordt langzaam verdrongen en er ontstaat een
nieuw holte (= dit wordt de oerdarm (archenteron)).
De klievingsdeling van de vogel: vindt plaats op een plek met minder
dooiermateriaal, de eerste cellen zijn de blastomeren en hiertussen en het
eigeel bevindt zich de subgerminale ruimte.
2
BMW UU
, JIMMY GOPPEL
- De epiblast cellen laten los en migreren naar de subgerminale
ruimte (=polyinvaginatie)
- Uit posterior (=marginale zone) komen cellen naar de anterior toe
(=de hypoblasten, wordt endoderm) deze vangen ook de gevallen
cellen op.
De ruimte tussen de epiblast (=micromeren) en hypoblast (=macromeren)
is de blastoecoel.
De gastrulatie;
- Aan de achterzijden van het embryo profileren de epiblast cellen, er
is een middellijn vorming en de cellen zullen hier naar binnen duiken
(=door botsing van de cellen tegen elkaar).
- Aan de posterior zijde ontstaat de primitieve groeve en de knop van
Hensen (=vorming van eerste endoderm)
Het hypoblast wordt opzij geduwd door de binnenkomende
endoderm cellen (=epiblast en vervangt hypoblast (naar lateraal)
aan de dooierzijde)
- Mesoderm vormt door de lossen cellen die naar binnen migreren
Het embryo is plat en heeft nog geen buisvorming (=pas bij kromming),
het epiblast zal ectoderm worden wanneer het embryo plat is.
- De kromming zorgt er dus voor dat; darmbuis uit endoderm vormt,
ectoderm naar de buitenzijde gaat en mesoderm aan de binnenkant.
De klievingsdeling van het zoogdier: de deling vindt plaats wanneer de
eicel naar de baarmoeder transporteert (=embryo heeft geen dooier dus is
snel afhankelijk van de placenta). Heeft twee verschillende
celleneenheden;
- Inner cell mass: embryoblast (=epiblast en hypoblast)
- Outer cell mass: trofoblast (=placenta, dooierzak)
De blastoecoel vormt (=blastocyst stadium) en het klompje cellen wordt
afgeschermd tegen afweer moeder door een zone pellucida (=stevig
membraan).
- In het epiblast vormt een nieuwe holte; de amnion holte (= gevuld
met vruchtwater) en de hypoblast gaat de dooierzak bekleden.
De gastrulatie: begint met twee cellagen (=de hypoblast en epiblast)
- De epiblast cellen gaan prolifereren, waardoor ze naar de middenlijn
toe migreren waar ze botsen en naar binnen bewegen (=vorming
van primitieve groeve en primitief knop).
- Als eerst de epiblast cellen die hypoblast vervangen (=endodermale
laag), later ook cellen die migreren en de cel in komen
(=mesodormale laag).
Wanneer migratie stopt wordt epiblast ectoderm genoemd.
- Door kromming van het embryo ontstaat de darmbuis.
Cellen ondergaan verschillende bewegingen gedurende de gastrulatie;
- Epiboly; het omhullen van ectoderm over het membraan
- Invaginatie; invouwen van cellaag in embryo
- Involutie; invouwen van cellen in embryo aan buiten laag
- Ingressie; migratie van individuele cellen in embryo
- Delaminatie; delen en migreren een cel laag tot twee lagen
3
BMW UU
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jimmygoppel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.