TRAUMATOLOGIE LES 1
INLEIDING
Traumatologie (van het Griekse woord ‘trauma’, dat letsel of wond betekent) is de studie van wonden en
verwondingen, veroorzaakt door ongevallen of geweld, en de diagnose en (chirurgische) behandeling hiervan.
Ook belangrijke taak is om opte sporen van de verwondingen.
Groot deel vd patienten zullen overlijden voor ze het ziekenhuis betreden. Daarom willen we ons ook met
preventie bezighouden. Verkeersongevallen gelden maar voor 40% vd overlijdens verantwoordelijk. Meer
mensen sterven aan een ongeval thuis! Ook arbeidsongevallen door wetgeving en preventie zijn serieus
gedaald. Dan ook nog geweld maar relatief klein.
Ongeval -> mechanistisch gaan denken. Letsel repareren. Maar dit is niet zo. Trauma is echt een ziekte. Indien
ongeval groter wordt -> impact groter op lichaam, inflammatie en via inflammatie op organen en
systeemfuncties! Overlijden tgv ongeval => niet herkennen in het proces v inflammatie.
Bv. Heupfractuur, hier sterf je niet van. Maar ¼ vd ouderen sterft vd heupfractuur! Maar allerlei inflammatoire
processen gestart die niet worden herkend!
Deze termen kennen!
Contusie = kneuzing. Hierbij treed een ontstekingsreactie op. Dit is gevaarlijk maar ook noodzakelijk voor de
heling! Niet maximaal onderdukken bv. NSAIDS, corticosteroiden dan ga je genezing in gevaar brengen.
Distorsie = verstuiking. Ligamenten hebben bepaald interval daarover uitgerokken. Dat begint met
microscheuren omdan helemaal te verscheuren.
1
,Verschillende gradaties van distorsie
Graad 1 = microscheuren
Graad 2 = partieel
Graad 3= volledig verscheuren
Verscheuring = ligament kapot
Helen met littekenweefsel altijd blijf je zien! Op echo blijf je dit dus zien. Als distorsie zo uitgebreid dan
verplaatsen dan kop niet meer op de pan => LUXATIE/ ONTWRICHTING. Statisch spasme vd spieren dat de
stukken niet meer op de plaats terug schieten.
Kneuzing = kapsel kapot
Peesscheur ih midden vd pees of afscheuren thv ENDTHESE ( = daar pees op bot vasthecthen) bij bv. Chronisch
inflammatoir proces.
Laag energetisch trauma
Bv. Bij osteoporose, verzwakt bot => val van staande hoogte, in normaal skelet contusie/distorsie. Als skelet
osteopenie/osteoporose/ tumoren, osteogenesis imperfecta dan laag-energetisch trauma voldoende voor
breuk.
Weinig energieoverdracht op spieren en huid, dan beschadiging weke delen mantel veel minder uitgesproken
dus minder inflammatie, minder risico op complicaties,…
Hoog energetisch trauma
Zoveel energie overdracht => val van grote hoogte => kans op ernstige complicaties veel groter door bv
inflammatie, infectie en verstoren vd circulatie. => wondheling vertragen!
WONDHELING
Een wonde is een verstoring van de continuïteit van weefsel, door externe factoren veroorzaakt, waarbij al of
niet weefsel verloren is gegaan.
Onder externe factoren verstaan we onder andere
-stomp of scherp geweld -> daar waar huidmantel, weefselcontinuiteit verstoord door
kogel,mes,pijl,snijdend voorwerp. Stomp = inwerkingsopwerking groot => weefsel openbarst
-chemisch, brandwonde
-thermisch, brandwonden en vrieswonde
-elektrisch
-toxisch
-radiatieagens, bestraling
2
,De meeste bij stomp/scherp geweld.
Een wonde kan primair genezen, zoals de chirurgisch gesloten wonde.
= continuiteit vh weefsel wordt hersteld door hetzelfde weefsel zodanig dat er geen/minimaal litteken
overblijft.
Voorwaarden
- Weefsel in staat om met zelfde weefsel te genezen. Huid,bot,..
!spier door littekenweefsel, geen functionele spier id plaats!
- Wondranden spanningsvrij tegen elkaar moeten kunnen aanliggen. Goede doorbloeding, vitaal zijn,
bacterie arm zijn.
Lichaam hierbij helpen door hechten,steriestrips, avitaal weefsel wegnemen = DEBRIDEREN.
Verschillende huidlagen allemaal bij elkaar brengen.
Tegenover primair staat de secundair genezen wonde, waarbij de wond wordt opengelaten en door contractie
en reëpithelialisatie uit zichzelf geneest.
Lichaam gaat fibreus weefsel in het defect, en dan re-epithaliseren. Huid er laten overgroeien. Maar verbinding
zal niet dezelfde functionele eigenschappen hebben als oorsprongelijke
Gaat langs onder naar boven groeien -> infectie bij sluiten
Als je open laat bacterie naar boven geduwd door onder -> naar boven
VEILIGER qua inflammatie
Maar esthetisch minder, functioneel minder door meer littekenweefsel.
Daarom soms iets tussen primaire en secundaire heling in.
Al een beetje littekenweefsel => dan sluiten
Dan vertraagd secundair sluiten -> bij denk aan inflammatie
Secundair -> bij te groot defect.
. Als het te groot is dan ook wachten om spanningsvrij binnen te kunnen doen. Maar zal ook ng steeds minder
3
, VERSCHILLENDE FASES WONDHELING
1.Hemostasefase:
• Het lichaam wil verder bloedverlies vermijden (hemostase) door vasoconstrictie (retractie van
beschadigde bloedvaten) en coagulatie.
samenklontering van trombocyten
stollingsmechanisme wordt geactiveerd
bloedvaten tromboseren en een hematoom ontstaat
• Het hematoom heeft als doel een barrière te vormen tegen bacteriën en verder bloedverlies te
voorkomen.
• Vasoconstrictie en weefselschade leiden tot hypoxie.
2.Inflammatiefase:
• Nadat het bloeden gestopt is, treedt door hypoxie vasodilatatie op en kan de ontstekingsreactie op
gang komen.
• Trombocyten trekken door productie van cytokines weer andere cellen aan.
• Neutrofielen zijn de eerste leukocyten in het wondbed; ze zijn al na enkele minuten aanwezig.
• Leukocyten scheiden proteasen af, die helpen bij het opruimen van afbraakproducten en dood
weefsel.
• In deze fase slaat ook fibrine neer en vormt hiermee een onrijpe eerste matrix, met als doel een
eerste poging om de wond te overbruggen.Wonde wat bij elkaar brengen.
• Later komen hier fibronectine en hyaluronzuur bij, om de overbrugging iets steviger te maken.
• De matrix zorgt ook voor spanning op de wond, de zogeheten wondcontractie.
3.Proliferatiefase:
• Cytokinen en groeifactoren zorgen ervoor dat door chemotaxis vasculaire endotheelcellen,
keratinocyten en fibroblasten in het wondgebied terechtkomen. Zorgen dat matrix steviger wordt.
• Hypoxie in de wonde, gecombineerd met de vele lokale groeifactoren, zijn belangrijke prikkels voor
neovascularisatie (angiogenese).
• In geval van secundaire wondheling is deze fase te herkennen aan het ontstaan van granulatieweefsel.
Het jonge vaatrijke weefsel is rood, korrelig (granulair) en bloedt gemakkelijk
• Voor het herstel van de integriteit van de huid is bedekking met epitheel belangrijk.
Re-epithelialisatie: deze eigenscappen belangrijk
vochtbalans in evenwicht
4