Samenvatting statistiek theorie
PART I: surveys
- Surveys: steekproef opgenomen uit populatie meestal om een representatief beeld te krijgen
over deze populatie
CHAPTER 2: SURVEYS: THE BELGIAN HEALTH INTERVIEW SURVEY
- Stratificatie: opsplitsen in deelsteekproeven
o Proportionele stratificatie: overeenkomstig met populatie
o Gelijke stratificatie: gelijke sp groottes
- Gewicht: men stelt gelijke steekproef op voor verschillende deelgebiedenn ookal niet met
bevolking betere resultaten (nauwer BI), maar men gebruikt dan gewicht om steekproef terug
in richting v populatie te krijgen
- Oversampling: grotere steekproef dan men normaal toegediend had gekregen
- Multi-stage sampling: steden – huishouden – individueel , = technierk
- Clustering: bepaalde individuen/huishouden lijken meer op elkaar, = fenomeen
o Leidt tot info , waarom dan doen: studie w haalbaarder en toch groot # pers
- ! clustering en multistage sampling gaan niet persé samen
o Clustering zonder multi-stage sampling: 1 gemeenste: alle leden van de gemeente 1 stage
sampling maar wel clustering
o Multi-stage sampling zonder clustering: 1 gemeente – 1 huishouden – 1 individu selecteren
geen clustering, maar wel multi-stage sampling
PART II: clinical trials
- Clinical trials: groepen vergelijken, sp uit populatie opdelen in gelijkaardige groepen
significante en relevante verschillen vinden
CHAPTER 3: STATISTICAL METHODS IN DRUG DEVELOPMENT
- Systeem in USA
o IND: investigational new drug
o FDA: food and drug administration
o NDA: new drug application
o conduct phase I, II en III studies
- Drug development proces
1. Molecule ontdekken + in vivo/in vitro test + beslissing om gnm te ontw
2. Pre-klinische fase
3. Klinische fase 3 fases van klinische studies
- 2 waakhonden ter controle van studies in mensen:
o Institutional review board: stel bij grote problemen studie beslissen studie te stoppen
o IDMC: international data monitoring community = groep experten en statistici, zijn niet
verbonden met studie, geen belangenvermenging op bep tijdstippen data bekijken: studie
stoppen of niet
- Fases van de klinische studie
o Fase I: eerste stap naar mens, kleine sp, MTD: maximum tolerated dosis (laatste
probleemloze dosis): dosis opdrijven tot ° 1 neveneffect
Andere methode: continual reassesment method: op ctu basis, pat per pat gaan
bekijken wat is MTD
1
, o Fase II: grotere sp, meer statistich onderbouwd, nog steeds kijken nr
toxiciteit/neveneffecten maar ook naar werkzaamheid
Ook nog in verschillende dosissen geven om verkeerde conclusie door fout van fase I te
vermijden
Verschillen met fase III:
Steekproef: II klein homogeen, III groter meer variatie
Eindpunt: II reactie lich (korte termijn), III overleving
o Fase III: “de” klinische studie: groot, langlopend, randomisatie: vergelijkende studie (placebo
– nieuw gnm, oud gnm – nieuw gnm)
o Fase IV: long term surveillance (ook voor nevenwerkingen), gn controlegroep, wanneer
geneesmiddel al goedgekeurd is
- Randomisatie: 2 groepen construeren die vergelijkbaar zijn = causaliteit
o + : vergelijkbare groepen, vermijden van investigator bias, statistische test zijn bruikbaar
o - : niet representatief voor algemene populatie
- Methodes van randomisatie:
o Fixed allocation randomisation:
Simple randomisation
Kan resulteren in imbalans, puur het lot
Blocked randomisation
Altijd perfect in balans
Stratified randomisation
Proberen toevallige confounding te vermijden, eerst splitsen in andere groepen
(straten bv man-vrouw) daarna opslitsing in groep A-B groepen exact
gelijkstellen in verhouding
o Adaptive randomisation procedures: nog altijd willekeurig, maar kans om in een groep
terecht te komen 50-50
Baseline adaptive randomisation procedures: groepen gelijkaardig samenstellen (bv
evenveel mannen en vrouwen in ene als andere groep)
Responsive adaptive randomisation: variatie naarmate studie vordert
- Blindering: vermijden potentiele problemen van bias tijdens data verzameling en beoordeling
moet zo hoog mogelijk zijn
- Soorten van blindering
o Unblinded trial = open trial
Deelnemer en onderzoeker kennen de interventie
Voorbeeld: chirurgie, vergelijking v apparaten en behandeling, verandering in levensstijl
Nadeel = bias
o Single-blind trials
Deelnemer blinderen, hulpverlener niet
Nadeel: nog altijd wel wat bias
o Double-blind trials
Niemand weet iets vh onderzoek (bv vaak in gnm studies)
Kleine bias!
Nadeel: moeilijke logistiek, data monitoring comité, in noodzaak moet arts wel weten
welke groep het is = emergency unblinding procedure
o Triple-blind trials
Ook het data monitoring comité (DMC) weet het niet
Kan gevaarlijk zijn in noodsituaties!
2