Samenvatting Neurologie
1 Indeling van het zenuwstelsel
1.1 Het brein in 3 delen
Reptielenbrein 1ste brein:
De hersenstam en hypothalamus vormen het oudste deel van onze
hersenen: het reptielenbrein. Dit deel van het brein zorgt voor de primaire
lichamelijke functies zoals ademhaling , hartslag en dergelijke. Het zorgt
ook voor primitieve en onbewuste driften, zoals seksualiteit.
reflexen en instincten
Vechten of vluchten, temperatuurregeling, Honger dorst,
Ademhaling, Hartritme, Hormooncontrole, Voortplanting
Emotionele brein of Limbische brein of dierlijk brein 2de
brein:
Later in de evolutionaire geschiedenis is ook het tweede
deel van de hersenen bij mensen meer ontwikkeld: het
limbische systeem. Dit deel kun je omschrijven als het
“dierlijke” brein.
Terugblik en emotie
Angst, Woede, Jaloezie Verlegenheid, Verdriet, Moederliefde, Verdediging territorium, Sociale
binding
Neocortex 3de brein:
Het derde (en qua evo2l.utie jongste) deel van de hersenen is de neocortex. Dit deel, ook wel het
menselijk brein genoemd, is actief betrokken bij de hogere functies, zoals zintuiglijke waarneming,
bewu1.ste bewegingen, redeneren, abstract denke3n. en taal.
De neocortex geeft ons ook de mogelijkheid vooruit te denken en automatische reflexen te
veranderen.
Bewustzijn en vooruitblik
Bewust voor emotie, Zelfreflectie en -sturing, Probleemoplossend vermogen, Mogelijkheid om
adequaat gedrag te kiezen, Overdenken
1
,1.2 Algemene functies van het zenuwstelsel
1.2.1 Regulatie van activiteiten van weefsels en organen:
Organen en weefsels worden geremd of gestimuleerd in hun activiteiten wanneer veranderingen in
of buiten het lichaam daartoe aanleiding geven. Bv. hard wegrennen in levensbedreigende situatie,
hartslag die toeneemt bij sporten, toename doorbloeding van de maag in functie van de
spijsvertering.
1.2.2 Coördinatie van activiteiten van weefsels en organen:
Weefsels en organen moeten in hun werking nauwkeurig op elkaar afgestemd zijn. Het doel hiervan
is dat er een optimale samenwerking tot stand komt tussen weefsels binnen een orgaan of tussen
organen onderling.
Bv. Verhoogde maagcontracties, is alleen zinvol als tegelijkertijd maagsapproductie door
maagsapklieren plaatsvindt. Spreken is een complex proces, waarbij borstkas, stembanden, keel- en
mondholte, tong en wangen samenwerken.
1.2.3 Regulatie en coördinatie van vegetatieve functies:
De vegetatieve functies zijn: Circulatie, spijsvertering, uitscheiding, ademhaling en begrenzing. De
vegetatieve stelsels moeten in nauwe samenwerking hun werk doen. Regulatie en coördinatie van
de vegetatieve functies gebeuren buiten de wil om, je kan er geen of slechts zeer weinig invloed op
uitoefenen.
1.2.4 Coördinatie van contacten met de buitenwereld:
Bewustwording van omstandigheden in de buitenwereld en er eventueel op reageren zijn
noodzakelijk voor zelfbehoud.
Bv. Als je je er van bewust bent dat het koud is buiten, zal je een jas aandoen vooraleer je naar
buiten gaat, hierdoor wordt de temperatuur regulatie ondersteund.
1.2.5 Coördinatie van de psychische functies:
Binnen deze taak worden aan het zenuwstelsel eigenschappen toegekend die te maken hebben met
bewustzijn en zelfbewustzijn, met leren en herinneren, met stemmingen en emoties, met denken,
dromen en fantaseren, met driften en beheersing, met talent en creativiteit.
Vegetatieve functies = zijn functies in het lichaam die onderdeel vormen van de
energiehuishouding, zoals bloedsomloop , spijsvertering, uitscheiding en ademhaling , en die door
het autonome zenuwstelsel – dus onwillekeurig – geregeld worden.
2
,1.3 Werking van het zenuwstelsel: 3 functionele fasen
1.3.1 Sensorische input
= Een verandering – inwendig of uitwendig – zal door het lichaam waargenomen moeten worden.
Dat gebeurt door middel van sensoren.
Een sensor = een gespecialiseerde cel, verwant aan een zenuwcel, die gevoelig is voor een bepaalde
verandering in zijn omgeving. De sensor wordt door de verandering geprikkeld, hij ‘vertaalt’ de
prikkels in impulsen (elektrische signalen), en stuurt ze via zenuwen naar het centrale zenuwstelsel.
Het opvangen van prikkels door sensoren heet sensorische input.
Sensorische input is afkomstig van …
Exteroreceptoren
vangen prikkels van buiten het lichaam op.
liggen vrij oppervlakkig in het lichaam op de grens tussen
lichaam en buitenwereld.
vormen de functionele kern van de zintuigen.
Interoreceptoren = proprioreceptoren
vangen prikkels vanuit het lichaam zelf op.
die informatie geven over het bewegingsapparaat liggen in de spieren,
de pezen, de gewrichten en in het evenwichtsorgaan.
Ze worden proprioreceptoren genoemd. Via de proprioreceptoren blijft
het centrale zenuwstelsel op de hoogte van de bewegingen van (delen
van) je lichaam
.
1.3.2 Verwerking
Allereerst ontvangt het centrale zenuwstelsel de informatie van de sensoren en beoordeelt het
de betekenis van de informatie, bijvoorbeeld in verband met een mogelijke bedreiging, zoals
fysieke beschadiging van (delen van) het lichaam.
Vervolgens bepaalt het centrale zenuwstelsel of en hoe het lichaam er op moet reageren.
3
,1.3.3 Motorische output
= Reactie op een in- of uitwendige verandering:
remmende of stimulerende impulsen
Effectoren = doelwitorganen (spieren of klieren)
Motorische output = het aansturen door het zenuwstelsel van de effectoren
1.4 Anatomische indeling v.h. ZS
Centrale zenuwstelsel (CZS)
Hersenen en Ruggenmerg
Het centrale zenuwstelsel is het deel van het zenuwstelsel dat geheel
omgeven is door een benig omhulsel (schedel en wervelkolom).
Perifere zenuwstelsel (PZS)
Craniale zenuwen, Spinale zenuwen, Sympaticus en parasympaticus
Het perifere zenuwstelsel bevindt zich grotendeels buiten de schedel en de
wervelkolom.
De delen van het perifere zenuwstelsel vormen de verbindingswegen tussen
het centrale zenuwstelsel en de rest van het lichaam (de periferie).
4
, 1.4.1 Fysiologische indeling
1.4.1.1 Integratie
Het lichaam als 1 geheel laten functioneren: het zenuwstelsel als controlekamer
Organen inwendig
Wisselwerking met buitenwereld
Afhankelijk van de samenwerkende organen:
Vegetatieve integratie
= Autonoom zenuwstelsel of onwillekeurig
zenuwstelsel
Activiteiten van de vegetatieve stelsels nauwkeurig op elkaar afstemmen
Effectoren: glad spierweefsel, hartspierweefsel en klierweefsels
Vb. bloeddrukregulatie, regulatie darmactiviteit, regulatie ademfrequentie
Vegetatieve zenuwstelsel
2 systemen met antagonistische werking:
Sympathische systeem
Parasympatische systeem
Animale integratie
door animale zenuwstelsel = willekeurige zenuwstelsel
Integratie van de mens met zijn omgeving
Effectoren: dwars gestreept spierweefsel (= skeletspieren)
Vb. Communicatie en gedrag
1.4.1.2 Hiërarchie
= Niveaus binnen de ‘regelcentrale’ van het zenuwstelsel, De macht neemt af van de hersenen naar
het ruggenmerg
Vb. reflex van de elleboog : terugtrekreflex op niveau van het ruggenmerg
5