Welke rechtsmiddelen zijn er? De rechtsmiddelen vinden wij in het derde boek van het
Wetboek van Strafvordering
- Gewone rechtsmiddelen: verzet (vervallen), hoger beroep en beroep in cassatie van
uitspraken (art. 138 Sv), hoger beroep in cassatie beschikkingen (art. 138 Sv).
- Buitengewone rechtsmiddelen: cassatie in het belang der wet, herziening
arresten/vonnissen.
De term verzet gebruiken we nog wel maar wij gebruiken deze term tegenwoordig ergens
anders voor dan vroeger.
Verschil tussen gewone- en buitengewone rechtsmiddelen?
Gewone rechtsmiddelen zijn gegeven om op te komen tegen uitspraken die nog niet in kracht
van gewijsde zijn gegaan. Buitengewone rechtsmiddelen worden ingezet wanneer het vonnis
in kracht van gewijsde is gegaan. Buitengewone rechtsmiddelen zijn er voor vonnissen waar
geen gewone rechtsmiddelen meer tegen open staan. Buitengewone rechtsmiddelen schorsen
in beginsel de ten uitvoerlegging niet. Gewone rechtsmiddelen schorsen de ten uitvoerlegging
wel!
Inhoudelijke omschrijving
- Definitie van rechtsmiddel volgens de Hullu (1989): Wettelijke mogelijkheid voor
procespartijen om beslissing strafrechter ter toetsing voor te leggen aan rechterlijke
instantie die bevoegdheid heeft om deze beslissing te niet te doen.
o Daar vallen gratie en verzet tegen strafbeschikking buiten. Gratie wordt
verleend per Koninklijk Besluit en wordt dus niet door de rechter gegeven. De
rechter speelt slechts een adviserende rol bij verlenen van gratie. Verzet tegen
strafbeschikking valt buiten de definitie omdat de strafbeschikking wordt
gegeven door het OM. Ook hier is dus geen sprake van een beslissing van een
strafrechter.
- Kern definitie van ‘rechtsmiddelen’ die wij in dit vak hanteren:
1. Door recht genormeerde mogelijkheid om;
2. een beslissing van een strafrechtelijke instantie;
3. voor te leggen aan een rechter;
4. wiens oordeel de beslissing of ten uitvoerlegging daarvan kan beïnvloeden.
Verzet en gratie vallen WEL onder deze definitie. Gaat hier niet om beslissing van de
rechter, maar om een beslissing van een strafrechtelijke instantie waaronder het OM. Gaat er
hier ook niet om dat de rechter wordt gevolgd, maar gaat erom dat hij het op één of andere
manier kan beïnvloeden bijvoorbeeld door het geven van advies, zoals het geval is bij gratie.
Een rechtsmiddelen creëren kan op veel verschillende manieren. Het kan door het geval
helemaal opnieuw te laten bekijken door een bepaalde instantie. Het kan door het oordeel af te
laten hangen van hetgeen procespartijen uitdrukkelijk aangegeven wat moet worden
beoordeeld. Het kan door alleen naar het recht te kijken en niet naar de feiten. Het kan door de
procedure voort te zetten, waarin wordt gekeken of er belang bij is om een andere instantie er
een inhoudelijk nieuw oordeel over te laten geven. Het kan door de rechter als adviseur te
gebruiken, dit is het geval bij gratie.
1
,Een voorbeeld van een rechtsmiddel waarin de beslissing helemaal opnieuw wordt
overgedaan: is hoger beroep. Wordt hoger beroep in alle gevallen altijd helemaal overnieuw
gedaan? Of zit er een nuance in? Er zit een nuance in. De beslissing gaat wel helemaal
opnieuw. Of de behandeling helemaal opnieuw gebeurd is afhankelijk van wat procespartijen
naar voren brengen. Kwesties waarover partijen het reeds met elkaar eens zijn hoeven in
hoger beroep niet meer aan bod te komen.
De verzet procedure is echt procedure waarbij de GEHELE procedure opnieuw wordt gedaan.
De strafbeschikking wordt hier namelijk standaard vernietigd en daar dient een nieuwe
uitspraak voor in de plaats te komen.
Bij hoger beroep en cassatie hangt het dus af van procespartijen. Cassatie is een voorbeeld
van een procedure waar alleen nog over het recht geoordeeld wordt.
Waarom rechtsmiddelen?
C/B citeert De Hullu:
1. Vergroten kans op een juiste en beter aanvaardbare einduitspraak;
2. Behoefte aan rechtseenheid en controle op juist verloop procedure;
3. Behoefte aan herstel aperte onjuistheden.
Die drie kern doelen van rechtsmiddelen sporen met drie rechtsmiddelen:
Hoger beroep (1), cassatie (2) en herziening (3).
Waar het bij alle drie de doelen om gaat is natuurlijk de kwaliteit van rechtelijke vonnissen/
arresten/ beschikkingen verhogen. Dichter bij de materiele waarheid komen, fouten herstellen,
gezag vergroten, procedurele rechtvaardigheid creëren. Om ervoor te zorgen dat de rechtbank
en het hof ook gaan anticiperen op hetgeen hogere rechters vinden. Daar komt ook de
rechtseenheid in beeld.
Tegenover voordelen rechtsmiddelen bestaan er ook nadelen:
1. Niet altijd beter, 2. uitstel van executie, 3. doorlooptijden. Soms anders wegen….
Voor- en nadelen altijd tegen elkaar afwegen… Soms is deze weging anders. Voorbeeld van
een wetsvoorstel dat nooit verder is gekomen dan een consultatie versie bij ketenpartners: Wet
dadelijke tenuitvoerlegging van gevangenisstraffen (niet verder dan consultatie)
Rechterlijke beslissingen waarbij ten minste één jaar gevangenisstraf is opgelegd, zijn
dadelijk uitvoerbaar. De eerste volzin is niet van toepassing indien minder dan twee jaar
gevangenisstraf is opgelegd en er geen sprake is van een slachtoffer
Nog andere voorbeelden vanuit het wetboek van een andere weging, voornamelijk om zaken
sneller te laten verlopen:
- Art. 410a Sv: voorzitter van het gerechtshof om toestemming vragen om in hoger
beroep te worden ontvangen.
- Art. 416 Sv: hof richt zich in beginsel alleen tegen de bezwaren die er tegen een
vonnis zijn.
- Art. 80a RO: de Hoge Raad kan het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren
indien zij geen belang ziet bij de behandeling van de klachten die zijn ingediend tegen
het arrest.
- Art. 404 lid 2, 427 lid 2 Sv: hier zie je een aantal uitspraken van rechtbanken
respectievelijk gerechtshoven die van hoger beroep/cassatie zijn uitgesloten. Ook hier
zie je dus een andere afweging.
- Art. 14e lid 1 Sr: bijzondere voorwaarden bij voorwaardelijke veroordeling
2
, - Art. 38v lid 4 Sr: vrijheidsbeperkende maatregel. Het voornaamste doel is hier de
preventie, veiligheid.
Passen bij doelstellingen Strafvordering
- Juiste toepassing materiële strafrecht;
- Eerbiediging rechten verdachte (vgl. verzet: art. 6 EVRM biedt recht toegang rechter);
- Eerbiediging rechten anderen (vgl. hoger beroep benadeelde partij, art. 421 Sv);
- Procedurele rechtvaardigheid. Noopt niet tot alles overdoen: voortbouwend appel;
- Afweging kosten en baten, belang om alle strafzaken tijdig af te doen (doorlooptijden)
Bestaat er zoiets als een recht op rechtsmiddel? Nee.
- Noodzaak ‘rechtsmiddel’ tegen strafbeschikking? Deze noodzaak is er wel.
o Vloeit voort uit art. 6 EVRM (recht op rechter).
- Art. 2/1 7e Protocol EVRM geeft een recht op rechtsmiddel tegen veroordeling door
rechter. Maar exercise (..) shall be governed by law. En 2e lid staat exceptions toe bij
(onder meer) offences of a minor character, as prescribed by law.
- Niet geratificeerd door Nederland.
- Schending vastgesteld in Krombach v. France.
Nederland heeft het zevende protocol bij het EVRM niet geratificeerd: volgens het protocol
mag je uitzonderen maken maar alleen bij feiten die niet bedreigd zijn met een vrijheidsstraf.
Dat bracht Nederland in problemen, omdat Nederland zaken heeft uitgezonderd waarbij
maximaal 50 euro is opgelegd, maar de overtredingen zelf wel bedreigd worden met een
vrijheidsstraf.
Art. 404 lid 2 sub b Sv kan niet door de beugel van het zevende protocol, omdat het
artikel alleen maar kijkt naar de sanctie die is opgelegd en niet naar de strafbedreiging.
Het protocol kijkt juist naar de strafbedreiging en laat alleen uitzondering toen indien
het gaat over overtredingen die niet met een vrijheidsstraf. In Nederland worden alle
overtredingen bedreigd met hechtenis en dat is dus de reden waarom Nederland het
niet geratificeerd heeft.
Dat Nederland het niet geratificeerd heeft betekent niet dat het geheel betekenisloos is voor
Nederland. Bepaalde onderdelen van het zevende protocol zijn ook van belang voor
Nederland. Het IVBPR dat wel door Nederland geratificeerd is, kent een soortgelijke
bepaling. In die zin dat een rechtsmiddel beperkt mag worden ‘according to law’. Voor de
uitleg daarvan is het natuurlijk ook van belang hoe het zevende protocol van het EVRM door
onder andere het Europese Hof wordt uitgelegd. Jurisprudentie over het zevende protocol is
daarom ook gewoon van belang voor Nederland. Daarom is hier het arrest Krombach over
opgenomen.
Krombach v. France Doorwerking zevende protocol
- Duitse arts zou in Duitsland zijn Franse stiefdochter om het leven hebben gebracht. De
Duitse arts wordt niet vervolgd in Duitsland, uiteindelijk wel in Frankrijk. Hij was zo
slim om niet te verschijnen tijdens het strafproces in Frankrijk. Omdat hij daar niet
verscheen mocht zijn advocaat ook niet het woord voeren. Uiteindelijk werd hij wel
veroordeeld. Omdat hij in afwezigheid was veroordeeld kon hij niet in beroep/cassatie
gaan tegen deze veroordeling. Hij kon dus niet klagen over de gevolgen van zijn
afwezigheid (dat zijn advocaat het wordt niet mocht voeren) omdat hij afwezig was.
Dit is een hele gekke cirkel redeneering. Het Europese Hof stelde vervolgens een
schending vast van twee verdragsbepalingen. In de eerste instantie een schending van
3
, art. 6 EVRM omdat zijn advocaat niet aan het woord mocht komen (par. 90). In de
tweede instantie was er sprake van een schending van het recht op hoger beroep.
Volgens het Europese Hof mogen er wel beperkingen aangelegd worden aan een
rechtsmiddel, maar die restricties mogen niet zover gaan dat zij de essentie van het
recht om er een andere rechter nogmaals naar te laten kijken teniet te doen. Hier kon
Krombach dus geen review krijgen van de beslissing van het weigeren zijn advocaat
aan het woord te laten. Dat levert een schending op van art. 2 zevende protocol.
- K. koos ervoor in 1e aanleg niet te verschijnen. Daarom advocaten niet aan het woord
gelaten. Manifestly disproportionate (par. 90).
- Review may be confined solely to points of law. Maar restrictions on the right to a
review must pursue a legitimate aim and not infringe the very essence (par. 96). Hier
kon K. geen review krijgen van de beslissing om te weigeren zijn advocaten aan het
woord te laten (par. 100). Schending.
Vgl. NL: anonieme verdachten (K/K 17.3.2) en Papon v. France (EHRM 25 juli 2002). In
Nederland is het niet toegestaan om anoniem hoger beroep in te stellen. Hier is dan ook
uitgebreide jurisprudentie over. Is deze een beperking toegestaan in het licht van het zevende
protocol?
Papon v. France: oorlogsmisdadiger die in Frankrijk eerst werd berecht in zijn aanwezigheid
en later is gevlucht. Vervolgens had hij geen recht op hoger beroep omdat hij zich niet over
gaf aan de Franse overheid, dat werd als voorwaarden gesteld om Frankrijk in te mogen en te
mogen verschijnen. Die kwestie werd in de Franse cassatie procedure bekeken. Uiteindelijk
vond de Franse Hoge Raad deze beperking van het hoger beroep toelaatbaar. Het Europese
Hof vond dat er hier wel sprake was van een schending van art. 6 EVRM omdat er geen recht
was op hoger beroep. Maar er is geen sprake van schending op het recht op hoger beroep
omdat er wel over dat aspect geklaagd is. Goed om het onderscheid te maken tussen art. 6
EVRM (fair trail) dat je aanwezig kunt zijn bij de behandeling van je zaak en de schending
van het recht op hoger beroep dat in het geding komt als je helemaal niet mag klagen over
hetgeen wat mis zou zijn gegaan. Zolang je over de beperking kunt klagen komt het recht op
hoger beroep niet in het geding. Dat neemt niet weg dat die onderliggende beperking wel een
reden kan zijn om aan te geven sprake is van een recht op eerlijk proces in de bepaalde
procedure.
Art. 14 lid 5 IVBPR
- Iedereen heeft het recht to his conviction and sentence being reviewed by a higher
tribunal according to law.
- Ook bij deze verdragsbepaling uitzonderingen mogelijk, o.m. voor bagateldelicten.
- En review hoeft geen hoger beroep te zijn, mag ook cassatie.
- En zelfs een verlofregeling, in principe. Vgl. art. 410a Sv (Lalmahomed).
- Rechtstreekse toepassing? Ten dele: NJ 1996, 584: 407 Sv en NJ 2013,533: 416/2 Sv
In Krombach hebben we net gezien dat er een sterk onderscheid gemaakt dient te worden
tussen het recht op hoger beroep en de procedure van het rechtsmiddel zelf. De procedure zelf
moet ook altijd voldoen aan art. 6 EVRM. Dit is een artikel dat zelf wel direct al doorwerkt in
het Nederlandse recht. Hier gaan twee arresten over, die ook een onderling verband hebben.
De vraag is in deze arresten of de beperkingen die worden gegeven wel in lijn zijn met art. 6
EVRM? Dus of zij het recht niet schenden.
Procedure rechtsmiddel
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur liesxx2020. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.