Koopkracht: De koopkracht van je inkomen heeft aan hoeveel goederen je met je inkomen kunt
kopen.
Nominale stijging: toename van inkomen in geld. Dit betekent niet gelijk dat je meer kan kopen.
Hiervoor moet je eerst naar het prijspeil kijken. Als de prijzen van de producten meer worden dan
dat je inkomen stijgt neemt je koopkracht juist af.
Reële inkomensstijging: de koopkrachtstijging van je inkomen.
Nominale stijging van inkomen berekenen: wat hij eerst verdiende berekenen en wat hij nu verdiend
en dat van elkaar aftrekken.
Reële inkomensstijging berekenen: nominaal indexcijfer : prijsindexcijfer x 100= prijsstijging in
procenten.
Nominale inkomensindex: is het indexcijfer van het nominale inkomen, een verhoudingsgetal waarbij
een basissalaris van het nominale inkomen op 100 is gesteld.
Consumentenprijsindex: een indexcijfer van de gemiddelde consumentenprijzen, waarbij de
basissalaris van de gemiddelde consumentenprijzen op 100 is gesteld.
De index van het reële inkomen is het indexcijfer van het reële inkomen of van de koopkracht. In
formule:
indexcijfer reëel inkomen =
indexcijfer nominaal inkomen: consumentenprijsindexcijfer (in het breuk) x100
Oneindige behoeften: als je iets hebt wat je wilt wil je alleen maar meer.
Welvaart: de mate waarin je kunt voorzien in je behoeften.
Om te kunnen produceren heeft een bedrijf en ook de overheid arbeidskrachten nodig, maar ook
gebouwen, machines, grondstoffen, transportmiddelen en natuurlijke hulpbronnen. Deze
productiemiddelen zijn niet onbeperkt voorhanden. Economen spreken over beperkt beschikbare
productiemiddelen. De beschikbare productiemiddelen bepalen de productiecapaciteit. Dit is de
maximale hoeveelheid producten die er met de beschikbare productiemiddelen kan worden
voortgebracht. Er is schaarste van producten.
Schaarste: er wordt mee bedoeld dat met beperkt beschikbare productiemiddelen niet voldoende
producten kunnen worden geproduceerd om onze oneindige behoeften te vervullen. De producten
moeten worden geproduceerd, je moet ervoor betalen en de mensen moeten de producten willen
hebben. Hoe schaarser een product hoe hoger de prijs.
Economen berekenen de toename van de welvaart door te kijken naar de groei van de koopkracht
van het gemiddelde inkomen per inwoner. Als je de definitie toepast op een een heel land spreek je
van toename in enge zin bij een positief percentage.
, Welvaart in ruime zin: is de mate waarin mensen kunnen voorzien in hun behoeften.
Welvaart in enge zin: is de koopkracht van het gemiddelde inkomen per inwoner.
Welzijn: is de mate waarin je je gelukkig voelt.
Stijging van de welvaart in enge zin betekent niet altijd dat de welvaart in ruime zin ook stijgt.
Vervuiling, uitputting en welvaartsziekten leiden tot daling van de welvaart. Stijging van de
gemiddelde koopkracht kan betekenen dat er een fors deel van het land op vooruit gaat maar dat
een anders juist een koopkrachtdaling heeft.
Stijging van de welvaart in ruime zin kan er ook zijn zonder dat de welvaart in enge zin stijgt.
Pf2
Op welke wijze-leidt schaarste tot het maken van keuzes?
Er bestaat schaarste aan producten. Omdat je behoeften groter zijn dan je middelen, moet je steeds
keuzes maken ofwel prioriteiten stellen.
De beschikbare productiemiddelen van bedrijven en de overheid zijn op meerdere manieren in te
zetten, ofwel alternatief aanwendbaar. Hierdoor worden ook ondernemingen en overheden
gedwongen keuzes te maken. Je weegt keuzes tegen elkaar af door naar de opofferingskosten te
kijken. Opofferingskosten zijn de opbrengsten van het beste, niet gekozen, alternatief voor de keuze
die je maakt. Omdat je dit alternatief niet kiest en deze opbrengsten misloopt, worden deze
opbrengsten opofferingskosten genoemd. Bedrijven en de overheid krijgen ook te maken met
opofferingskosten. Als je wilt weten welke goederen combinaties je met je besteedbare inkomen
kunt kopen, kun je een budgetlijn opstellen. Een budgetlijn is een lijn met alle denkbeeldige
productcombinaties die je bij de gegeven prijzen en een gegeven budget kunt kopen. Het budget is
dat deel van je besteedbare inkomen dat je aan deze producten wilt uitgeven.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Elisevegter. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.