Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Volledige samenvatting Forensische Orthopedagogiek - M1.3 Master Orthopedagogiek €6,48   Ajouter au panier

Resume

Volledige samenvatting Forensische Orthopedagogiek - M1.3 Master Orthopedagogiek

 26 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Tijdens het derde blok van de master Orthopedagogiek werd het vak ‘Forensische Orthopedagogiek’ gegeven. In deze samenvatting tref je niet enkel de samenvattingen van artikelen en boeken, maar tevens besproken bruggetjes en conclusies uit de onderwijsgroepen. Op deze wijze ben je volledig voorb...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 122  pages

  • 3 janvier 2021
  • 122
  • 2019/2020
  • Resume
avatar-seller
Leerdoel 1: Hoe verloopt antisociaal gedrag?


LOEBER & BURKE (2011) – DEVELOPMENTAL PATHWAYS IN JUVENILE EXTERNALIZING
AND INTERNALIZING PROBLEMS .

Abstract
Dit artikel vat de empirische studies samen over ontwikkelingspaden van externaliserend en delinquent
gedrag. Paden worden gedefinieerd als de geordendere tijdelijke ontwikkeling tussen meer dan twee
probleemgedragingen waarbij individuen verschillen in hun neiging door te gaan met het succesvol
ontwikkelen van het probleemgedrag dat wordt gerepresenteerd door het pad. Dus: paden zijn een raam in
dynamische (in plaats van statische) individuele verschillen in de progressie van serieuze
probleemgedragingen in jeugd.

Het artikel onderzoekt de volgende vragen:
1. Wat zijn de ontwikkelingspaden tussen verschillende diagnosen in disruptief gedragsstoornissen
(waaronder ODD, CD en antisociale persoonlijkheidsstoornis (APD))?
2. Wat is een karig model van paden in externaliserende problemen die psychiatrische symptomen van
disruptieve gedragsstoornissen (andere dan externaliserende gedragingen en delinquente handeling)
includeert? En past de data beter bij een enkel pad of bij meerdere paden?
3. Welke paden zijn gedocumenteerd van externaliserende tot internaliserende gedragen?
4. Wat zijn de bepekringen van vorige studies en wat is het vooruitzicht voor toekomstige studies betreffende
ontwikkelingspaden.


Inleiding
Het is bekend dat kinderen en adolescenten verschillende probleemgedragingen vertonen wanneer zij volwassen
worden. Onderzoekers vragen zich af of gedragingen over de jaar eerder volgens een vaste orde/volgorde verloopt
in plaats van dat dit random gaat, en welk type model het best past bij het feit dat niet alle kinderen doorslaan in de
meest serieuze externaliserende handelingen.

Doel artikel: Review over de huidige status van ontwikkelingspaden in externaliserend gedrag en diens relatie
met de ontwikkeling van internaliserende gedragingen.

Het onderzoek naar ontwikkelingspaden richt zich ook op de behoefte het kleinste aantal paden te identificeren
die het beste passen bij de ontwikkeling van externaliserende gedragingen in jeugd. Het onderzoek naar
ontwikkelingspaden in externaliserend gedrag is een van de methoden om de stappen in het ontstaan van zeer
serieuze gedragingen zoals geweld of diefstal te identificeren.

De data over overtredingspatronen toont dat in de volwassenheid de delinquente uitkomsten van overtreders niet
uniform is. Er ontstaan veel verschillende soorten paden. Deze diverse uitkomsten kunnen verschillende onderliggende
externaliserende tendensen reflecteren, die worden geuit in verschillende ontwikkelingpaden. Echter zijn er
onderzoekers die aangeven dat de ontwikkeling in de richting van delinquentie kan worden gevangen in een enkel pad.
 Paden kunnen dus verschillen van ontwikkelingstypen (vroeg begin vs. Laat begin of life-course persistent vs.
Adolescente limited) in het feit dat paden gaan over de succesvolle ontwikkeling van probleemgedrag in individuen,
terwijl ontwikkelingstypen gaan over categorieën van individuen met verschillende ontwikkelingstrajecten over tijd.
De kennis over ontwikkelingspaden in de vorm van stappen die worden genoemd in het pad is relevant in de
diagnostiek en voor preventieve interventies.

Het artikel reviewd de volgende vragen:
1. Wat zijn de ontwikkelingspaden tussen verschillende diagnosen in disruptief gedragsstoornissen (waaronder
ODD, CD en antisociale persoonlijkheidsstoornis (APD))?
2. Wat is een karig model van paden in externaliserende problemen die psychiatrische symptomen van disruptieve
gedragsstoornissen (andere dan externaliserende gedragingen en delinquente handeling) includeert? En past de
data beter bij een enkel pad of bij meerdere paden?
3. Welke paden zijn gedocumenteerd van externaliserende tot internaliserende gedragen?
4. Wat zijn de beperkingen van vorige studies en wat is het vooruitzicht voor toekomstige studies?

1

,Ontwikkelingspaden van ODD naar CD en APD
Vraag 1: Wat zijn de ontwikkelingspaden tussen verschillende diagnosen in disruptief gedragsstoornissen
(waaronder ODD, CD en antisociale persoonlijkheidsstoornis (APD))?

Disruptieve gedragsstoornissen: Een groep stoornissen die wordt gekenmerkt door gedrag dat verstorend is
voor de sociale omgeving. Het varieert van goedaardig irritant gedrag tot het schenden van regels of het
toebrengen van schade aan anderen. Gedragingen die hieronder vallen:
- ADHD = beperkingen in gedrag en impulscontrole en aandachtcontrole problemen
- ODD = patroon van negatieve, vijandige en oppositioneel gedrag tegen autoriteiten.
- CD = Regels en normen worden niet opgevolgd.

Het verloop van stoornissen in andere stoornissen Voor deze review zullen de auteurs een aantal onderzoeken
belichten om te illustreren hoe de paden voor de ontwikkeling van DBD worden bestudeerd, waarbij ook gekeken
wordt nar de methode van deze onderzoeken om te zien hoe zij de paden hebben onderzocht. De kern focus wordt
echter gelegd op het ontwikkelingspad van ODD naar CD en vervolgens naar een antisociale
persoonlijkheidsstoornis. Ook wordt gekeken naar de rol van ADHD in deze paden

Resultaat: Er bestaat geen prescriptieve ontwikkelingsrelatie tussen ADHD en de andere DBD, maar er bestaat
wel een sterke ontwikkelingsvolgorde die beschreven is voor ODD naar CD, welke deels gesteund wordt door de
progressie van afwijkend en vijandige interacties in ODD naar meer specifieke en ernstigere vormen van
diefstal, vernieling en fysieke aanvallen als symptomen van CD.

ODD en CD
- Er is een progressie van deviant en vijandige interactie in ODD naar specifieke en zwaardere agressie
richting eigendommen en psychische aanval in CD.
- ODD kan niet worden gediagnosticeerd als de criteria van CD worden gezien, terwijl de symptomen
van ODD wel te zien zijn bij het diagnosticeren van CD
- ODD-symptomen gaan meestal vooraf aan het ontstaan van CD-symptomen. ODD ontstaat later dan
ADHD als de stoornissen samen voorkomen bij dezelfde persoon
- De meeste kinderen met ODD ontwikkelen geen CD (homotypische continuiteit), maar de kinderen die
ODD hebben lopen wel een hoger risico op het ontwikkelen van CD dan kinderen zonder ODD
- Hogere ODD symptomen voorspellen een jaar later een toename van CD symptomen (in een klinische steekproef)
- ODD is een risicofactor voor het ontwikkelen van CD (voor jongens)

Voor het diagnosticeren van een antisociaal persoonlijkheidsstoornis (APD) moeten er voor 15 jarige
leeftijd al symptomen aanwezig zijn die passen bij CD. APD wordt niet gediagnosticeerd voor 18 jaar.
- Er wordt een theoretisch pad van ODD naar CD naar APD opgenomen in het diagnostische schema van de DSM-IV
- CD is een sterke voorspeller van APD
- Progressie van ODD naar APD onafhankelijk van CD komt weinig voor.
- ADHD komt vaak samen voor met ODD en CD. Het hebben van ADHD is een risicofactor voor het
ontwikkelen van CD. Dit is geen directe relatie, maar vertrouwd op de aanwezigheid van comorbide ODD.

Het bewijs suggereert dat voor ADHD, ODD, CD en APD een aantal ontwikkelingsvolgorden bestaan. Alhoewel
ADHD vaak comorbide voorkomt met en vooraf kan gaan aan ODD, ontwikkelen maar weinig kinderen met
ADHD ODD, en omgekeerd zullen veel kinderen met ODD geen ADHD hebben. Hetzelfde is waar voor ODD
en CD, alhoewel zij ook hoge niveaus tonen van comorbiditeit, en wanneer ze comorbide voorkomen een
duidelijke ontwikkelingsvolgorde tonen. Aan de andere kant suggereert bewijs dat de meeste individuen met
APD vroeger CD gedrag hebben vertoond en dat APD een frequente uitkomst is van CD.

DUS: Er is bewijs dat er voor ADHD, ODD, CD en APD verschillende ontwikkelingssequenties zijn
- Hoewel ADHD vaak comorbide is met en voorafgaat aan ODD, zullen veel kinderen met ADHD geen
ODD ontwikkelen. Omgekeerd zullen veel kinderen met ODD geen ADHD hebben gehad
- Hetzelfde geldt voor ODD en CD, hoewel ze ook hoge comorbiditeit vertonen. Als ze comorbide zijn
vertonen ze een duidelijke ontwikkelingssequentie
- Bewijs suggereert dat de meeste mensen met APD in het verleden CD hebben gehad. APD is een
frequent resultaat van CD




2

,Ontwikkelingspaden van kleine externaliserende problemen naar serieuze vermogensdelicten, geweld en moord
Vraag 2: Wat is een pessimistisch model van paden in externaliserende problemen die symptomen van disruptieve
gedragsstoornissen bevatten? Past de data het best in enkele of meerdere paden?

Wanneer wordt gekeken naar een groot aantal specifieke externaliserende problemen kan de identificatie van
ontwikkelingspaden wat heftig zijn. Met alleen al 20 soorten externaliserende gedragingen kan het aantal mogelijke
combinaties voor ontwikkelingsvolgorden ontelbaar groot zijn. Alleen onderzoeken met zeker 10.000 participanten die
decennialang zijn bestudeerd kunnen iets zeggen over deze complexiteit. Daarom is het belangrijk om de complexiteit
van mogelijke ontwikkelingsvolgorden te reduceren door verschillende typen datareductie.

Manieren om ontwikkelingspaden vast te stellen:
- Factoranalyse: Onderzoek hoeveel factoren worden meegenomen in onderzoek; 1 complex pad of
meerdere aparte paden?
- Age of onset curves: Onderzoek of de leeftijd van de begincurves voor probleemgedrag hetzelfde is,
want deze kunnen gegroepeerd worden.
- Onderzoek of de leeftijd dat probleemgedrag begint verschillend is (zoals bij ODD, CD & APD)
- Onderzoek of participanten probleemgedrag B vertonen ook probleemgedrag A vertonen op een eerdere
leeftijd. ODD ontwikkelt later naar CD.

Loeber (1985) heeft deze fasen doorlopen. Hij onderzocht externaliserende gedrag gebaseerd op 28 soorten
factoranalyses welke ongeveer 11.000 kinderen includeerde. De belangrijkste taak was het bewerkstelligen van
externaliserende problemen passend bij een factor. De resultaten toonden een enkele dimensie: open en
gesloten/bedekte externaliserende gedragingen, waarbij ongehoorzaamheid passend is bij beide en dus op gelijke
afstand staat van de open en bedekte gedragingen. Door middel van deze factor analyse konden open en bedekte
externaliserende dimensies worden gecreëerd in de vorm van een pad van verschillende probleemgedragingen.
Daarnaast is een pad gecreëerd voor de kinderen die ongehoorzaam zijn aan ouders en leerkrachten
(autoriteiten). Hieruit komen dus de 3 bekende paden van Loeber:

Op basis van factoranalyse zijn drie paden van externaliserend gedrag geformuleerd (Loeber, 1993):
1. Autoriteiten-conflict pad: Start voor 12-jarige leeftijd
o Fase 1: Koppig/eigenwijs gedrag
o Fase 2: Uitdagend gedrag
o Fase 3: Autoriteitsvermijding (spijbelen, weglopen van huis, tot laat in de nacht wegblijven)
2. Gesloten pad (heimelijk/verborgen/covert): Start voor 15-jarige leeftijd
o Fase 1: Kleine verborgen handelingen (winkeldiefstal, veel liegen)
o Fase 2: Vermogensdelicten (vandalisme, vuur stoken)
o Fase 3: Middelmatige delinquentie (fraude, zakkenrollen)
o Fase 4: Serieuze delinquentie (autodiefstal, inbraak)
3. Openlijk pad (overt):
o Fase 1: Milde agressie (pesten, anderen irriteren)
o Fase 2: Fysiek vechten (groepsgevecht)
o Fase 3: Ernstig geweld (verkrachting, aanval)


Het is van belang onderscheid te
maken tussen experimenters en
persisters. Persisters komen vaker
binnen bij een pad bij de eerste
stap en minder vaak bij de tweede
of derde. Men kan echter op alle
paden zitten: de mate van ernst
neemt toe (iemand kan beginnen
op pad 1, maar toch in 3 eindigen
bijvoorbeeld). Life time
persistent begint op pad 1; een
adolescent limited op pad 2 of 3.




3

, Analyses van longitudinale studies:
- Ontwikkeling van externaliserende problemen bij jongens gebeurt meer systematisch i.p.v. random en
past het beste in drie paden i.p.v. één pad;
- De jongens volgden typisch een voortgang van weinig tot meer serieus probleemgedrag van jeugd tot
adolescentie;
- Jongens kunnen op elk van de paden zijn op hetzelfde moment. De paden sluiten elkaar dus niet uit;
- Zowel conflicten met autoriteiten als het vroeg beginnen van probleemgedrag zijn nauw verbonden met
escalaties in het Overt (openlijke) of Covert (heimelijke) pad.

Evaluatie van het padenmodel
- Individuen die een hogere stap (fase) hebben bereikt in het pad, hadden ook de eerdere stappen (fasen)
doorlopen. Dit gold voor alle drie de paden (omgekeerde waarschijnlijkheid)
- Het padenmodel geldt voor de meerderheid van de meest ernstig getroffen jongens (delinquenten)

Verschillende andere onderwerpen
- Experimenterenden en volharders (persisters): Bij het evalueren van paden moet onderscheid
gemaakt worden tussen experimenterenden (degene die minder serieus en minder vaak probleemgedrag
tonen) en volharders (persisters).
o Volharders (persisters) betreden vaker in de eerste fase een pad.
o Experimenterenden betreden vaker bij een tweede of derde fase het pad.

- Moord als verlenging van een gewelddadig pad: Geweld is een tussenstap om moord te plegen. Bijna alle
moordenaars hadden daarvoor ook geweld gepleegd. Moord is een vierde fase in het Overt (openlijke) pad.

- Ontwikkelingspaden voor meiden met externaliserend gedrag: Weinig onderzoek naar gedaan. Er is
1 longitudinaal onderzoek naar gelijke ontwikkelingspatronen van externaliserend en delinquentie bij
meisjes en jongens. Bijna 70% van de meiden volgden dezelfde paden als jongens.

- Rol van woede: woede kan samen of los van externaliserend gedrag voorkomen. Prikkelbaarheid is een
voorloper op boosheid/woede bij meiden. Het is onduidelijk waarom sommige meiden en niet anderen
de transitie van prikkelbaar naar woede maken.

- Paden van vroege externaliserende problemen / Model van escalatie: Eerder onderzoek naar de data
voor de paden van externaliserend gedrag begonnen vaak na de peuterschool. Dit is een limitatie, omdat
externaliserend gedrag vaak in de voorschoolse periode voorkomt. Keenan en Shaw (2003): fase
escalatie model met twee externaliserende paden voor de voorschoolse periode
o Pathway to reactive antisocial behavior: Start met prikkelbaar gedrag tijdens kindertijd.
Kinderen met persistente prikkelbaarheid lopen risico om emotionele problemen te
ontwikkelen als peuter (lage frustratiedrempel, overactiviteit, veeleisend). Deze kinderen lopen
op hun beurt weer het risico om verstoord en boos gedrag te ontwikkelen als kleuters
(reactieve agressie, huilen, zeuren, uitdagen).
o Pathway to proactive antisocial behavior: Start met kinderen die underarousal tonen (d.w.z.
ze reageren te weinig op stimulatie). Dit vormt een risico om gedragsproblemen te ontwikkelen
als peuter (persistent weinig responsiviteit voor straf en een hoog niveau van sensatie zoeken).
Dit vormt op zijn beurt weer een risico voor het ontwikkelen van oppositioneel gedrag en
gedragsproblemen.
Het Keenan en Shaw model kan gelinkt worden aan het Loeber pad model in de eerste twee stappen van
de autoriteit-conflict pad (koppig gedrag en ongehoorzaamheid)

Samenvatting: Ontwikkelingspaden in externaliserend gedrag en delinquentie en ontwikkelingsvolgorden
tussen verschillende disruptieve diagnosen delen een conceptualisatie van escalatie in de ernst van de
externaliserende gedragingen in de ontwikkeling ervan bij bepaalde mensen en bij anderen niet. Dus
ontwikkelingspaden representeren ontplooiende individuele verschillen in de ontwikkeling. Daarnaast
representeren ontwikkelingspaden selectieprocessen in de toenemende kleineren groepen jeugd die het risico
lopen op meer serieuze gedragingen, vergeleken met een succesvol zeefproces.




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Amandelspijs. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

76449 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,48
  • (0)
  Ajouter