Chronische nierinsufficientie = CNI
-incidentie neemt toe over de laatste jaren
-door bepalingen als albuminurie is er meer sprake van vroegtijdige herkenning
hierin speelt vooral de eerstelijnzorg een grote rol vroegtijdige herkenning,
prevenentie en behandeling
-voor alle specialisten die met atherosclerotisch vaatlijden en hypertensie te maken hebben
is dit een belangrijk onderwerp
diabetes, hypertensie & atherosclerose blijken belangrijke aandoeningen die leiden
tot chronische nierinsufficientie
Opdracht 1
CNI
-chronische nierinsufficientie = het niet functioneren van de nieren over een langere periode
-is meestal langzaam progressief gedurende 3 maanden
-5 gradaties nierinsufficientie mbv MDRD-formule
1: GFR > 90ml/min met persisterende albuminurie of specifieke sedimentafwijkingen
2: GFR 60-90 ml/ min met persisterende albuminurie of specifieke
sedimentafwijkingen
3: GFR: 30-60 ml/ min
4: GFR: 15-30 ml/min
5: GFR: <15 ml/min
MDRD: 186 * (plasmacreatinine * 0.0113)^-1.154 * C (constante waarde voor
geslacht) C voor vrouwen = 0,742
zie tabel hc
albumine komt in urine door schade aan proximale tubulus schade (weinig bijdrage) of door
schade aan glomerulus (meer bijdrage)
Meest voorkomende oorzaken
-renovasculair
hypertensie & atherosclerose
1e oorzaak
-diabetes mellitus (II)
verstopping van de kleine vaten door AGE’s
2e oorzaak
-ECI: e causa ignota
-Glomerulinefritis
ontsteking van de glomerulus
-polycystisch nieren
cystes in de nieren
erfelijk
veel voorkomend
, cystes groeien in verzamelbuis en drukken de tubuli dicht nier kan minder goed
zijn werk doen
-pyelonefritis
ontsteking van nierweefsel, calices en nierbekken
-auto-immuunaandoeningen
SLE
straphylococcen auto-immuun ziekte neerslag van bacterie glomerulinefritis
anti-GBM valt basaalmembraan aan
vasculitis
-erfelijke aandoeningen
Verschil in acuut/subacuut & chronisch
-anamnestisch op basis van klachten en periode waarin deze klachten zijn opgekomen
-snelheid waarmee plasmacreatinineconcentratie is gestegen
acuut: plasmacreatinineconcentratie stijgt heel snel vergelijken met 2 momenten
chronisch: ‘’ stijgt veel langzamer
-tijd waarin iemand klachten ondervindt
langere tijd duidt op chronische nierinsufficientie
klachten: verlies van eetlust, vermoeidheid, energiegebrek, jeuk, hoge bloeddruk &
vocht in longen of benen
-aanvullend onderzoek middels echografie
acuut: gezwollen nieren door vochtophoping
chronisch: kleine verschrompelde nieren
-acuut anemie door Epo tekort
Verdere verslechtering na uitblussen oorspronkelijke nierziekte
-Brenner hypothese
door verhoogde druk in glomeruli filtratie snelheid van een enkele glomeruli stijgt
functioneren nier wordt op peil gehouden glomerulaire hypertensie stijgt te
veel over langere periode schade aan nier
voorkomen door behandeling van hypertensie door remmen RAAS minder
dilatatie vas afferens en minder constrictie vas efferens ACE-remmer,
renineremmer of ANG-II-remmer
-Remuzzi hypothese
eiwitten komen in kapsel van bowman & proximale tubulus terecht door schade aan
capillaire en/ of tubuli veroozaken schade aan epitheel omdat het een soort
littekenweefsel gaat vormen
voorkomen door eiwitbeperkt dieet slechtere doorbloeding nier
Verdere maatregen om nierfunctie en verdere nierschade te voorkomen
-verminderen progressie nierschade
stoppen met roken
verminderen overgewicht
-voorkomen verdere nierschade
voorkomen dehydratie/ ondervulling
voorkomen van gebruik nefrotoxische medicatie NSAIDs
voorzichtig zijn in gebruik van rontgencontrastmiddelen
,Verhoogd sterftegetal van cardiovasculaire ziekten bij patienten met CNI
-cardiovasculaire ziekten en CNI hebben een aantal overeenkomstige risicofactoren
hypertensie
dyslipidemie
hypercholesterolemie
obesitas
diabetes
roken
-verhoogde sterfte door gevolgen CNI
renale osteodystrofie verhoogd parathyroid hormoon afwijkingen in
calciumfosfaathuishouding vorming complexen proces van atherosclerose
versnelt klepverkalking
hyper of hypokaliemie hartritmestoornissen
hypertensie leidt tot verhoging afterload LV hypertrofie
uremisch syndroom bepaalde afvalstoffen blijven in het bloed circuleren
verhoogde kans op pericarditis kan tamponade in hart tot gevolg hebben
afwijkingen in EPO-huishouding anemie hypertensie tachycardie +
hypertrofie LV cardiale ischemie (EPO geeft ook verhoogd risico op trombose let
hierbij bij voorschrijven EPO)
ongunstig lipide profiel verhoogde kans op atherosclerose
Opdracht 2
Renale & renovasculaire hypertensie
-renale hypertensie
hypertensie wordt veroorzaakt door een slecht functionerende nier overvulling
-renovasculaire hypertensie
hypertensie door dilatatie afferent of constrictie efferent
Casus
-patient met CNI en hypertensie
-patient wordt captopril = ACE-remmer gegeven bloeddruk reageert hier nauwelijks op
verhoogde RAAS-activiteit is dus niet oorzaak hypertensie
-wanneer ACE-remmer niet werkt wordt gekozen voor een diureticum + zoutbeperkt dieet
heeft vrijwel altijd effect omdat er vrijwel altijd sprake is van een verstoorde
vochthuishouding ECV wordt verlaagd
, heeft als effect dat het overschot aan vocht wordt afgedreven zoutreabsorptie in
distale tubulus wordt geremd urine bevat meer zouten meer water
gereabsorbeerd en uitgeplast
-volgende stap om bloeddruk te laten dalen zijn b-blokkers
als reactie op de verlaagde bloeddruk door het diureticum zal de sympaticus actief
worden zorgt ervoor dat de bloeddruk ook echt laag blijft en er geen tachycardie
optreedt
ook renale druk wordt verminderd goed voor functioneren nier op lange termjn
-als derde laatste optie kan je nog een ACE-remmer geven om de bijwerkingen van een
overactief RAAS plat te leggen
Stijging creatininegehalte na behandeling
-stijging ontstaat doordat er een verminderde filtratie is in de glomerulus vanwege een
lagere druk GFR daalt filtratie van creatinine daalt
stijging van creatine laat dus juist zien dat behandeling werkt
-creatinine is geen schadelijke stof voor het lichaam dus een stijging hierin mag
geaccepteerd worden daling hypertensie is hierbij belangrijker omdat dit meer schade
aanricht
acceptabel is 10-15% stijging
creat blijft waarschijnlijk op een nieuwe normaalwaarde na behandeling bloeddruk
Oorzaken renovasculaire hypertensie
-atherosclerose
vanaf 45 jaar
leidt tot occlusie van vaten
bloeddruk moet worden gereguleerd dmv medicatie
diagnose wordt gesteld dmv angiografie, MRI of CT
behandeling is systemisch met medicamenten
-fibromusculaire dysplasie = FMD
voornamelijk bij vrouwen <20 of 35-55 denk bij mensen jonger dan 40 jaar met
hypertensie aan dit ziektebeeld
zorgt voor lokale afsluiting van de nierarterie langzaam progressieve aandoening
van vergroeiing tussen spier en fibreus laag die eigenlijk niet tot totale occlusie leidt
op beeldvormend onderzoek is een kralensnoer te zien in de nierarterie
vaak een souffle te horen
behandeling is lokaal patient wordt meestal gedotterd
Opdracht 3
Casus
-man met chronische vermoeidheid en hypertensie
-positieve familieanamnese
-beiderzijds onder ribbenboog is een hobbelige weerstand te voelen die gaat tot bekken-
rand cysten
-ECG toont LV-hypertrofie en op thoraxfoto is hart duidelijk vergroot
ook thoracala aorta blijkt sterk verklakt
-bloedonderzoek
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur annelorewendrich. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.