Methodiek – cliëntenperspectief
Methodiek = verbinding tussen het theoretisch referentiekader en aanpak, verwijst naar het waarom
van een bepaalde aanpak, op een theoretisch model gebaseerd keuze-instrument, in definitie SW:
Sociale rechtvaardigheid, collectieve verantwoordelijkheid, mensenrechten, kijken naar diversiteit
Methode = de aanpak zelf, geeft aan hoe er tussengekomen wordt, wat er gedaan wordt
Elementen van methode
Vaardigheden: noodzakelijk om je doel te bereiken
Werkprincipes: sturen permanent je werkwijze
Doelstellingen: vormen de kern van een werkwijze
Uitgangspunten: meestal expliciet bv pluralistisch, visie en missie
Vooronderstellingen: impliciet bv respect, zit in het gebeuren
Personaliseren, moet bij je passen = belichaming
Methodiek ontwikkel je op 2 manieren
Bottom-up
Top-down
Aandachtspunten: doel, afbakening, werkwijze, onderbouwing, positie, kwaliteitssysteem
Complexiteit: zelfde methodiek andere aanpak en omgekeerd
SW is tussengebied tussen private en publieke
preventie
Preventie = initiatieven die doelbewust en systematisch een probleem voorkomen
Preventiegehalte = onbewust
Primaire preventie = algemeen publiek, nog geen groot probleem
secundaire preventie = meer specifieke doelgroep
tertiaire preventie = in buurt werken waar al veel problemen zijn zodat het niet erger word, curatief
Individuele preventie = voorkomt problemen bij persoon
algemene preventie = groter publiek, meestal goed, maar 5 voorwaarden:
Radicaal: zo vroeg mogelijk ingrijpen
Offensief: zo veel mogelijke keuzevrijheid
Integraal: holistisch
Participatie: zo veel mogelijk samen
Democratisch: niet uitsluiten, mogelijke drempels bekijken
Spanningsvelden
Disciplinering – emancipatie bv activering
Individu-structuur: wanneer werkt SW: als een individuele hulpvrager geholpen is, of als de
SL zo veranderd dat zulke hulpvragen niet meer voorkomen? Disciplineren we individuen
zodat ze passen in de SL, of veranderen we de SL zodat ze er niet meer buitenvallen?
Individu-structuur
Het is een oud spanningsveld met vele tussenvormen. het verschuift in het SW doorheen de tijd:
, °eind 19de E: voortzetting caritatieve initiatieven, wel professioneel, focus op persoon in
omgeving
o Thomas Chalmers: buurtsolidariteit stimuleren tegen armoede
o Octavia Hill: individuele HV samen met leefbaarheid en sociale hervormingen
o Settlement movement: vorming, gemeenschapsontwikkeling, sociale strijd
o Mary Richmond: social casework, belang van sociale omstandigheden
Sociale kwestie, ongecorrigeerd kapitalisme alleen individuele aanpak onmogelijk
Begin 20e E: sociale wetten en instellingen bv wet op kinderbescherming, inbedding SW in
arbeidersbeweging en eigenbelang burgerij: nood aan collectieve actie in SW
Crisis ’30, WOII structurele sociale beschermingsmechanismen bv Sociaal pact (1944) =
basis SZ en welvaartstaat (NED: commissie van Rhijn)
’50 en 60: aangevuld met bijstandsstelsels bv bestaansminimum (leefloon), gewaarborgd
inkomen voor bejaarden: collectieve recht op bijstand ging samen met individueel onderzoek
naar behoeften en bestaansmiddelen
’60: gesubsidieerde welzijnsvoorzieningen, individuele HV en opbouwwerk groeide uit elkaar
o Individuele onder invloed van psychoanalyse en meer therapeutisch:
psychologisering, SCW: individueel-ontwikkelingsgerichte behandeling, geen context
o Community work voor structurele achtergronden
politiserende HV: verband tussen probleem en maatschappelijke situationele
achtergrond, integratie HV, vorming, actie, therapeutisch, bewustwording, politiek aspect
holistische, maatschappelijke kijk, emancipatorische aanpak in kleinschalige initiatieven, °
rechtendiscour: sociale grondrechten in Grondwet in 1994
Rosanvallon bekritiseerd te passieve welvaartstaat uitsluiting (1995) actieve
welvaartstaat: niet alleen uitkering, ook kansen bieden op integratie, verantwoordelijkheid
individu om kans te benutten: rechten en plichtenverhaal, derde weg: verzoening tussen
liberalisme en socialisme
’90: rechten en vooral plichten door contractualisering of arbeidsbegeleiding bij individu,
sanctionering en disciplineren, activering
Begin 21ste eeuw: individuele kijk op problematiek, psychologiseren, therapeutiseren,
protocolleren en moraliseren meer dan politiseren
Bewegingen begin 21e E
Vermanaging, verzakelijking: individuele cliëntdossiers, registratiesystemen, cijfers,
meetbare resultaten, minder ruimte voor sociale actie en signaalfunctie
Vermarkting: zorg door markt via tenderingprocedure
Protocollering: individualiserende kijk, therapeutisch, depolitisering, vertechnocratisering,
SW als uitvoerder, efficiëntie
rechtendiscour verliest aan maatschappelijke draagkracht MAAR GELIJKERTIJD
tegenbeweging vanuit empowerment denken en sociaalecologische visie: ook
groepsdimensie en sociale strijd voor sociale grondrechten bv erkenning Verenigingen waar
armen het woord nemen. Herpolitisering van sociale kwestie
2008 crisis: publieke rol SW, herkansing op SW maatschappelijk te profileren
relevantie spanningsveld vereist normatieve professionaliteit van SW, organisaties en beleid
tussen individu en structuur: ook een etnisch spanningsveld
vooral ten aanzien van groeiende hulpvragen van mensen met andere etnische origine, vormen van
structurele achterstelling krijgen een etnische of culturele dimensie dilemma van spanningsveld
, SW moet interculturaliseren in kennis van leefwereld, in haar methoden en samenstelling.
Krachtgericht groepswerk stimuleert en ondersteunt emancipatieproces terwijl het draagvlak
verminderd. Sociale problemen worden geculturaliseerd i.p.v. gepolitiseerd.
Oorzaken van slingerbewegingen
1. economisch klimaat
tijden van hoogconjunctuur met veel knelpuntvacatures werkt men meer individueel. In crisis,
wanneer de budgettaire ruimte het kleinst is, werkt men meer structureel. Om te anticiperen moet
men anticyclisch werken en inzetten op structuur tijdens hoofconjunctuur, maar gebeurd niet.
2. Maatschappelijke en politiek klimaat
Hoe sterker het beleid zich richt op de middenklasse en door neoliberalisme, hoe groter de druk op
individueel en normaliserend te werken.
3. Interpretatiekaders
Het hangt af van wat we als de oorzaak zien van het probleem: individu of SL? Bv verklaringsmodel
Individueel schuldmodel: individu heeft schuld aan toestand, non-deserving poor
o Verandering individu via begeleiding, heropvoeding, meer controle, negatieve
sanctionering, disciplinering, criminalisering
o Bv Dalrymple (verantwoordelijkheid en initiatief van Britse onderklasse), Murray
(hangmat van sociale steun)
o Tegenreactie: Jaarboeken Armoede en Sociale Uitsluiting, Wacquant:
stigmatisering draagt zelfden bij aan blijvende en versterkende oplossingen
Individueel ongevalsmodel: individuele tegenslagen, ongeluk, deserving poor
o Tussenkomst wordt beperkt en selectief toebedeelt
o Sociaal corrigerend vanuit caritatieve medemenselijkheid, geen structuren
maatschappelijk ongevalsmodel: tijdelijke of conjuncturele ontwikkelingen
o verdwijnt bij economische heropleving, maatschappelijke verandering