Samenvatting - gespreksvoering in de klinische sector – 2019-2020
1. Gespreksfasen en intakegesprek
1.1 Gespreksfasen: 3 grote fasen binnen het hulpverleningsproces
Probleemverheldering
= contact leggen en beeldvorming omtrent problemen. Vb: kind slaat anderen veel op school meegaan in het
verhaal en info verzamelen.
• Vertrouwen scheppen.
• Een beeld maken van de cliënt: hoe ervaart de cliënt dingen? Hoe kijkt de cliënt naar zaken?
Hulpverlener Cliënt
Doel Bereiken van een goed contact, een duidelijker kijk op Verkrijgen van een duidelijker, preciezer beeld van zijn
de problemen en bij de cliënt en bij zichzelf. problemen.
Taak vertrouwen wekken, aandachtig luisteren, Zijn probleem uiten, verkennen welke kanten aan dat
verduidelijken en ordenen van het gesprek, eigen probleem zitten, vertellen welke feiten, gevoelens en
ideeën ontwikkelen zonder die al te uiten. handelingen een rol spelen.
Probleemnuancering
= naar een genuanceerde en overzichtelijke probleemvisie. Vb: andere zaken bekijken: hoe gaat het gezin om met
woede, gevoelens, … ?
Hulpverlener Cliënt
Doel Bereiken van een genuanceerder en overzichtelijkere Verkrijgen van zowel genuanceerder als overzichtelijker
kijk op de problemen, zowel bij de cliënt als bij zichzelf, beeld van de problemen; anders leren denken; kiezen
kiezen van problemen ter bespreking. van problemen.
Taak Aandachtig luisteren, verduidelijken, ordenen, Zijn probleem uiten, verkennen; de visies van de
nuanceren van de visie op het probleem; overzicht en hulpverlener durven overwegen en verwerken.
samenhang bevorderen op grond van een alternatieve
visie op het probleem.
Probleembehandeling
= productdoelen stellen en actie ondernemen in dagelijks leven. Vb: samen op pad gaan met de cliënt.
Hulpverlener Cliënt
Doel Definiëring van na te streven doelen, keuze van Definiëring en keuze van na te streven doelen en
instructie en actieprogramma’s; bevorderen van een bereiken van die doelen in termen van gedrag.
gunstig verloop van de actie.
Taak Inventariseren van de keuzemogelijkheden; keuzes Beslissen welke problemen met welk doel worden
bevorderen; actieprogramma’s samenstellen; aangepakt, actieprogramma’s uitvoeren; ervaringen
ondersteunen van de cliënt bij de uitvoering. evalueren, opnieuw actie uitvoeren.
In de praktijk (kanttekeningen):
• Soms meerdere cycli tijdens één hulpverlenend proces.
• Elke nieuwe fase bovenbouw op vorige fase = cumulatie in doelen en taken.
• Duur fasen afhankelijk van problematiek en cliëntsysteem, soms worden fasen snel doorlopen/overgeslagen.
Kan afhangen van kenmerken van de cliënt of van de aard van het probleem.
• Per problematiek worden deze fasen (chronologisch) doorlopen.
o Door en persoonsgerichte benadering van de cliënt, komen
we soms tot het afwisselend bespreken van verschillende
thema’s en problemen in verschillende fasen.
o In een situatie met meer problemen bevordert het model de
overzichtelijkheid voor de HULPVERLENER en cliënt.
Schematisch overzicht
• Langzamerhand via probleemherformulering tot nieuw
evenwicht van zelf-in-zijn-context.
• Houding van de psychologisch consulent evolueert
mee. Vb: aandachtig luisteren om zich in te leven.
Evolueert naar: het gezin confronteren met blijvende
hoge verwachtingen naar schoolresultaten.
1
,1.2 Rollen
In elkaar overvloeiende rollen
• Vertrouwensfiguur = vertrouwen creëren + grondhoudingen! Samen de knoop ontwarren.
• Mededeelzame detective = vanuit naïef standpunt info verzamelen. Door bijvoorbeeld luidop na te denken,
houd je een spiegel voor aan de cliënt. Ontwarren van:
o Generalisaties (= veralgemenen)
o Distorties (= vervormen en aanpassen) -> denkfouten.
o Deleties (= weglatingen) ontwaren
• Docent = tentatief andere theoriegeleide visies aanbrengen. Door bijvoorbeeld psycho-educatie het
bewustzijn van de cliënt aanscherpen en/of voorzichtig kennis, ideeën mee te geven. Samen ontdekken wat
voor de cliënt een goede psychische gezondheid is en hoe je daar naartoe kan werken.
• Coach = containen van experimenteerpogingen. De cliënt die bewust is van zijn doelen, wensen, … begeleiden,
steunen hierin en werken en inspelen hierop. Dit samen met de context van de cliënt.
Info i.v.m. de rollen
• Rollen authentiek en gemeend opnemen.
• Overlappende en elkaar aanvullende rollen.
1.3 Gespreksmodel in fasen
1.4 Intakegesprek
Vooral binnen fase 1 van het gespreksmodel.
Situering in de hulpverlening
• Intakegesprek = basis voor verdere hulpverlening belang om vertrouwensrelatie op te bouwen.
• In korte tijdspanne zoveel mogelijk relevante informatie verzamelen.
• Doel van de informatieverwerking in het intakegesprek:
o Bevestiging krijgen van de juistheid van de aanmelding.
o Nauwkeurigere inschatting proberen te maken van de ernst van de problemen en de draagkracht
(competenties en copingstrategieën) van de hulpvrager.
o Nagaan op welke gebieden (bio, psy, soc) is er verdere informatie nodig.
2
, Concrete doelen
• Opbouwen van een vertrouwensrelatie!! Vertrouwen is belangrijk, zodat cliënt zich welkom voelt, geen
oordeel voelt, zich begrepen voelt en kan rekenen op een echte, betrouwbare HULPVERLENER. Dit zorgt voor
veiligheid.
• Samen problemen rustig verkennen:
o Betekenis van problemen en klachten. Hoe ziet/ervaart de cliënt dit?
o Eigen mogelijkheden (=draagkracht). O.a.: heeft de cliënt al iets ondernomen?
• Ordening in problemen aanbrengen: selectieve vaardigheden: gaan op bepaalde -bewust door jouw gekozen-
o Relevante info. aspecten van wat de cliënt brengt in, ze zijn dus op een bepaalde manier al
wat sturend/richting kiezen. Bij de niet-selectieve vaardigheden blijven we
o Positieve gaan ervaren. dicht bij wat zich aandient, kiezen we/selecteren we nog niet echt waar we
o Praktische info verschaffen. op in willen gaan als HULPVERLENER.
• Als hulpverlener duidelijkheid verschaffen:
o Plaats intake binnen HV-proces/verloop van intake – kader/context van de hulpverlening weergeven.
o Financieel
o Verslaggeving
o Contact derden – belang van de omgeving van de cliënt!
o Beroepsgeheim
o Mogelijkheden setting. Vb: past de vraag van de cliënt in het aanbod van de hulpverlening?
Gespreksvaardigheden in een intakegesprek !!!
‘Niet’ –selectieve Selectieve luistervaardigheden Regulerende vaardigheden
luistervaardigheden
Non-verbaal gedrag benoemen Vragen stellen Openen van het gesprek
Strikt verbaal volgen Parafraseren = inhoudsreflectie Transparantie *
Gebruik van stiltes Reflecteren (van gevoelens) Terugkoppelen naar doelen
Concretiseren (vb adhulpverlener Situatie verduidelijken
trechterpatroon)
Samenvatten in de woorden van de Cliënt
Hardop denken
Afsluiten
• Alle gespreksvaardigheden komen aan bod. Degene die onderlijnd zijn komen meest aan bod.
• Niet alle gespreksvaardigheden staan in deze lijst. Vb: waarnemingscontrole
• * Transparantie = benoemen van eigen gevoelens of interactionele aspecten.
Voorwaarden voor een goed intakegesprek
• De balans tussen informatie en empathie
o Dubbele taak voor hulpverlener:
§ Informatie op een ‘open’ manier inwinnen. Allerlei bronnen in acht nemen open
oog houden voor het unieke in de cliënt.
§ Met nodige systematiek trachten de nodige/relevante informatie uit die bronnen te
halen gerichte, theoriegeleide exploratie(-vragen). Vb: algemene thema’s zoals autisme.
o Flexibele opstelling bij de hulpverlener is noodzakelijk!
§ Oog blijven houden voor nog niet eerder veronderstelde verbanden en/of
relatieopbouw. Iedereen heeft namelijk andere beïnvloedingsfactoren.
§ Kunnen overschakelen op andere werkhypothesen over het probleem.
§ Thema’s invlechten in het gesprek, zodat ze aansluiten bij het verhaal van de cliënt.
Zo kan je voorkomen dat het gesprek een kruisverhoor wordt.
o Opbouw van een goed intakegesprek !!!
§ Problemen/klachten/moeilijkheden:
Ø Aanleiding afspraak.
Ø Attributies rond ervaren problemen en klachten.
Ø Beleving van de situatie.
Ø Gevolgen voor het dagelijks functioneren.
Ø Probleemhantering, reeds geprobeerde aanpak.
Ø Hulpverleningsgeschiedenis.
Ø Compenserende omstandigheden.
§ Krachten/mogelijkheden.
§ Gezinssituatie.
3