Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Psychologie 1e bachelor handelswetenschappen UGent €3,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Psychologie 1e bachelor handelswetenschappen UGent

1 vérifier
 102 vues  5 fois vendu

Samenvatting inleiding psychologie voor 1e bachelor handelswetenschappen aan UGent,

Aperçu 4 sur 36  pages

  • 7 janvier 2021
  • 36
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (6)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: leonardmike2001 • 2 année de cela

avatar-seller
niels5
Wat niet in de syllabus staat moet ook niet gekent zijn uit het boek.
Psychoanalyse wordt weergegeven in dit lettertype (enkel eerste pagina’s, later vergeten, is ook
niet belangrijk om het onderscheid te weten)



Inleiding psychologie
1 definitie
een wetenschap van het gedrag. (nog niet gelukt, toekomstig)

= het is eerder een filosofie ipv een gedragswetenschap. We houden ons bezig met het bewustzijn en te
weinig gedrag. Momenteel is het een kwestie van interdisciplinariteit (=tussen de verschillende
disciplines, benaderingen)

psycho – logos
= hoe zit de ziel in mekaar; eigenlijk houden psychologen zich niet bezig met de ziel, enkel met het
gedrag.

2 verklaring gedrag
buiten de mens (prikkels) en binnen de mens (gevoelens en angsten)

ambivalentie = een dubbele houding/visie (positief en negatief bekijken)
 positief
“psychologie zal alles oplossen” er zijn hoge verwachtingen
 negatief
“het is niet wetenschappelijke en spreekt zichzelf veel tegen”
het is triviaal= platvloers (het gedacht dat je dat zelf ook kon gezegd hebben)
het is ook gevaarlijk voor charlatans en manipulators

epistemologische vraag
= vraag naar de wetenschappelijkheid
= is het cumulatief en controleerbaar. Het mag elkaar niet tegenspreken.
 psychologie is geen echte wetenschap want je gedraagt je in verschillende omstandigheden
anders. In de fysica is dit niet zo, iets dat je laat vallen zal niet veranderen.

2.1 Psychoanalyse
Dit houdt zich wel nog bezig met de ziel, niet via het gedrag maar wel via het woord, via het
luisteren.
Het is geen introspectie, het naar jezelf kijken (binnenin). Psychoanalyse doet dit niet, enkel maar
via het luisteren!
Bv: Lapsus = een verspreking
Wanneer je je lief een verkeerde naam geeft, op dat moment word je achterdochtig en zal
je vriendin je analyseren en doet zij aan psychoanalyse.

Bv: de mopjes die iemand verteld
Verteld iets meer over wie je als persoon bent.

Bv: dromen

Psychoanalyse is net als psychologie niet wetenschappelijk




1

,3 De filosofie

3.1 Het bewustzijn
= het besef dat iets bestaat, er moet een bepaalde drempel overschreden worden (bv: geluid, emotie) als
de drempel niet overschreden wordt dan ben je je niet bewust van hoe je bent (bv: je gedraagt je angstig
maar beseft dit zelf nog niet)

Geen wetenschappelijke definitie, het is een filosofisch probleem.

= om bewust te worden van iets buiten of binnen u moet je eerst bewust zijn van jezelf. Jezelf als een
unieke eenheid beschouwen, zelfbewustzijn.
De mens is een individu( niet – verdeeld). Als je dit niet bent dan kun je niet bewust worden van
bijvoorbeeld een geluid.

Het bewustzijn is de filosofische vraag bij uitstek. Dit is niet episteme (niet wetenschappelijk )


3.1.1 1ste tijd
griekenland (plato, socrates, aristoteles)

Filosofie is de liefde (filia) tot de vorm van het weten (sofia). “De liefde van de griekse meester tot de
levenswijsheid van de slaven”. Slaven moesten vertellen over hun leven want zij hadden al veel
meegemaakt in vergelijking met de meesters.
Nu nog altijd is de filosofie het praten van mensen met ervaringen tegen anderen.

3.1.2 2de tijd
een modernere (westerse) visie op de filosofie, door Descartes
“cogito: je pense donc je suis” je bent je van niets zeker, alles kan bedrog zijn of een hallucinatie.
Denken en twijfelen zijn synoniemen. De enige zekerheid is dat je aan alles kan twijfelen
Dit is de basis van ons bewustzijn. Wie niet meer kan denken verliest zijn bewustzijn. In onze westerse
wereld zijn we dus ‘verplicht’ om de hele tijd te denken.
 Individueel: dromen, ook ’s nachts moeten we denken.
 Cultureel: De wetenschap ontstaat, mensen blijven nadenken

Het zelfbewustzijn is vanaf nu DE filosofische vraag

3.1.3 3de tijd
“hoe komt het bewustzijn tot stand?”
1. structuralisme (minder belangrijk)
2. gestaltvisie
= hoe de elementen tegenover elkaar ‘gestelt’ staan.
Iedereen op de juiste plaats. De som moet meer zijn dan de afzonderlijke elementen. Iets
verschijnt pas wanneer alles op de juiste plaats staat = übersummativität

3.2 reacties tegen het bewustzijn
rond 1900, het ‘begin’ van de psychologie.

3.2.1 Psychoanalyse
= de spreektherapie voor psychische problemen, het onbewustzijn
door Freud “bewustzijn is maar een eilandje in de zee van het onbewuste”

3.2.2 behaviorisme
volledig op het gedrag concentreren. Men maakt van het gedrag een respons op een prikkel uit de
omgeving = de stimulus-respons leer
de geobserveerde mag wel niet weten dat hij geobserveerd wordt, anders zal deze zijn gedrag aanpassen.
Door Pavlov, Watson en Skinner.




2

,4 De hedendaagse psychologie
Interdisciplinariteit en versplintering

4.1 1ste kenmerk: het biopsychosociale model
- biologische
- psychische
- het sociale
er is een verbinding tussen deze 3 begrippen.


4.1.1 De psyschische kant.
De cognitieve psychologie (moderne theorie van descartes, geen filosofie meer)
= het innerlijk spreken tegen uzelf, je gedachten.
Toepassing: negatieve gedachten zoveel mogelijk ‘verdrijven’ en positief te maken.

Het proberen van een computermodel te maken. Dit is een alternatief model om het denken beter te
maken, om naar het bewustzijn te kijken. Dit is een aanvulling om het behaviorisme. Beide zien het
observeerbare gedrag als een response.
- Behaviorisme: gedrag komt van een stimulus van buitenaf, het bewustzijn komt niet tussen
- Cognitieve: eigen gedachten over het mogelijke effect van dat gedrag. Onder invloed van het
positief denken. NIET verzoenbaar met de psychoanalyse waar onderbewustzijn centraal staat.
P193 lezen!!

3 soorten onbewuste (def onbewuste examen)
- Biologisch onbewuste
Automatische fysische processen (lopen, ademen)
- Cognitivistisch onbewuste
= het voorbewuste
“alles wat onder het oppervlak schuilt” onder de juiste omstandigheden komt het terug boven.
(studeren, na een uurtje herhalen en je weet het niet meer, toch weet je het nog ‘ergens’, maar je
krijgt het niet aan de oppervlakte)
dit heeft eigenlijk niets met het onbewuste te maken
- psychoanalyse
dynamische definitie (de echte en beste definitie)
= de gedachten en gevoelens die verdrongen worden omdat ze je slecht doen voelen. Maar je kan
ze niet blijven verdringen, deze komen dan terug in dromen.
Vaak trauma’s (ooke kleine dingen) uit de kindertijd.
Dromen is het bewijs voor deze dynamische definitie.

Subliminale perceptie
= een waarneming van iets dat onder de drempel ligt.
Bv: je hebt iets gezien/gehoord, maar je bent niet bewust dat je het gezien/gehoord hebt.
Experiment: semantische priming (=inhoudelijk verband)
= je zal een woord veel makkelijker herkennen als je eerst iets anders gezien hebt dat
ermee verband heeft. Het meten van reactiesnelheid. Bv: je ziet een ‘flits’ van een stoel die
je niet waargenomen hebt en erna tafel moet zeggen zal dit sneller gaan dan wanneer
deze flits er niet was.
Mythe: KENNEN OP P 198 ! bv: tijdens een film flitsen van coca cola tonen om zo in de pauze meer coca
cola te verkopen, maar dit is niet echt zo, dit helpt niet.
Of seksuele prentjes laten flitsen.

Freuds psychoanalystische hypothese = wensvervulling
De functie van een droom is om onze slaap te hoeden. Maar dit mislukt elke keer door storingen.
1. externe factoren: wekker
2. interne factoren: drang om te plassen
3. de onbewuste, verdrongen kinderwens
de kinderwens was verboden en dus verdrongen maar komt terug in dromen op een symbolische
en gecamoufleerde manier, vaak via een rebus




3

, de rebus ontstaat door verborgen (=latente) droomgedachten die verzameld zijn de dag voordien
of uit ouder materiaal uit de kindertijd. Vaak worden details sterk uitvergroot en belangrijke
zaken worden dan details in de droom.

De huidige psychologie beperkt zich tot een cognitief gedefinieerd bewustzijn of dus het voorbewuste.

4.1.2 De sociale kant
= de groep waar je in zit, de omgeving.

Sociale psychologie = de verhouding van het individu tot de groep
Sociologie = de wetmatigheden van de groepen. Hoe functioneren groepen. Geen individu

4.1.3 De biologische kant
Niet kennen

4.2 2de kenmerk: natuurwetenschappelijke onderzoeksmethoden
p 26 in handboek! Examen !

de gevalsstudie (p 30) de belangrijkste!
de theorie en het onderzoek valt samen.
elke mens apart bekijken, één voor één.
het besef dat niemand ooit de perfecte illustratie van een of andere theorie kan zijn

4.3 3de kenmerk: de versnippering van de psychologie
= er zijn voor honderden verschillende zaken specialisaties van de psychologie (jeugd, criminaliteit,…)
maar deze versplintering is voorlopig, de toekomst zou een eenheid moeten vormen.

5 Waarneming: het visuele
= perceptie

5.1 Zeer bedrieglijk
Je ziet dingen die er niet zijn of je ziet juist niet wat er wel is.

Gestaltpsychologische wetten van de visuele waarneming
 Übersummativität
= het geheel is meer dan de aparte delen
= je ziet meer dan er eigenlijk is
 Reversibiliteit
P 145 en 159
= omkeerbaarheid van figuren
= je ziet verschillende dingen door de manier waarop je er naar kijkt.
 Closure
= neiging tot perfecte figuren
je vult het ontbrekende in de waarneming aan
(bv: verschillende schrijfstijlen, toch herken je het)
visuele tekens worden gebruikt als oplossing bij autisten om de dubbelzinnigheid weg te nemen.

5.2 Onze onbedwingbare drang naar spiegeling bij de andere = imitatie
5.2.1 de biologiserende verklaring
bv: de spiegelneuronen van Rizzolato
= men ziet in de hersenen van de apen dat wanneer deze een andere aap ziet bewegen deze zelf ook in zijn
hoofd zal bewegen. Ze hebben dezelfde neuronen op dat moment. De aap die kijkt zal niet echt bewegen,
maar in het hoofd wel.
- bij de mens is dit ook zo.
Hyptothese: bij het gebruik van taal en luisteren is dit ook zo




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur niels5. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

64438 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,99  5x  vendu
  • (1)
  Ajouter