Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Verdiepend Strafrecht 20/21 [colleges literatuur jp] €8,69   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Verdiepend Strafrecht 20/21 [colleges literatuur jp]

 64 vues  7 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Complete samenvatting met alle colleges, literatuur is niet apart verwerkt maar in de samenvatting meegenomen. Verder komt de jp aan de orde en zijn de laatste colleges COVID en Jeugdstrafrecht samengevat.

Aperçu 8 sur 120  pages

  • 9 janvier 2021
  • 120
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
Overzicht blokken & inhoudsopgave


Overzicht 2020-2021

Blok 1: Introductie: de reikwijdte van het strafrecht en de grens tussen strafrechtelijke, staats-
en bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke handhaving

Blok 2: Europees-en internationaalrechtelijk perspectief

Blok 3: Het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel

Blok4: Criteria voor strafbaarstelling

Blok 5: De interactie tussen wetgever en rechter in het bepalen van het toepassingsbereik
van het strafrecht

Blok 6: Uitingsdelicten I

Blok 7: Uitingsdelicten II

Blok 8: Terrorisme I

Blok 9: Terrorisme II

Blok 10: Covid-19 en het strafrecht

Blok 11: Jeugdrecht: Kindermishandeling

* Literatuur zit in de stof verwerkt en is niet apart opgenomen.



Inhoudsopgave

HC 1 - INTRODUCTIE: DE REIKWIJDTE VAN HET STRAFRECHT EN DE GRENS TUSSEN
STRAFRECHTELIJKE, STAATS-EN BESTUURSRECHTELIJKE EN PRIVAATRECHTELIJKE HANDHAVING ....5

DE REIKWIJDTE VAN STRAFRECHTELIJKE REGULERING......................................................................................5
CRIMINALISERING EN DECRIMINALISERING...................................................................................................5
STRAFRECHT VS. STAATS- EN BESTUURSRECHT..............................................................................................5
WAAROM IS STRAFRECHT ZO BIJZONDER IS DAT HET ALLEEN ALS ULTIEM REDMIDDEL INGEZET WORDT?....................6
UITGANGSPUNTEN DIE RELATIVEREN DAT STRAFRECHT ZO INGRIJPEND IS A.D.V.H. BESTUURSRECHT:........................7
UITGANGSPUNTEN DIE RELATIVEREN DAT STRAFRECHT ZO INGRIJPEND IS A.D.H.V. CIVIEL RECHT:.............................7
GRENZEN STRAFBAARSTELLING................................................................................................................10
SOCIALE WETENSCHAPPEN EN HET STRAFRECHT...........................................................................................10
BESTUURLIJKE BOETE EN DE GRONDWET....................................................................................................11
BESTRAFFENDE BESTUURLIJKE SANCTIES....................................................................................................12
LEEDTOEVOEGING.................................................................................................................................12
HET BELANG OM TE WETEN OF SANCTIE BESTRAFFEND OF HERSTELLEND KARAKTER HEEFT....................................13
NATIONALE WETGEVER MAAKT BIJ TOETSING VAN DE ZWAARTE EN HOOGTE VAN BESTUURLIJKE BOETES ONDERSCHEID
TUSSEN:.............................................................................................................................................14
HET RECHT ALS GEWETEN VAN DE SAMENLEVING(ARTIKEL PROF. BURUMA)......................................................15
DE RECHTSSTAAT EN OVERHEIDSBEVOEGDHEDEN.........................................................................................15
DE RECHTSSTAAT EN DE EERLIJKE RECHTER.................................................................................................16


1

,Overzicht blokken & inhoudsopgave


DE DESKUNDIGEN EN DE RECHTER............................................................................................................16
4 PROBLEMEN BIJ INTERACTIE TUSSEN DESKUNDIGEN EN RECHTERS:................................................................17

HC 2- EUROPEES EN INTERNATIONAALRECHTELIJK PERSPECTIEF.....................................................18

KEUZES VD WETGEVER BIJ STRAFBAARSTELLING...........................................................................................18
NEGATIEVE VERPLICHTINGEN NOEMEN WE OOK WEL ONTHOUDINGSPLICHTEN...................................................19
> EHRM A.D.T. T. VK.........................................................................................................................20
> EHRM C.R. T. VK............................................................................................................................21
POSITIEVE VERPLICHTINGEN....................................................................................................................21
SOORTEN POSITIEVE VERPLICHTINGEN:.....................................................................................................22
GRONDSLAG VAN DE PLICHT TE BESCHERMEN (DUTY TO PROTECT).................................................................22
POSITIEVE VERPLICHTINGEN VOOR DE STRAFRECHTSPLEGING..........................................................................23
> EHRM ÖNERYILDIZ...........................................................................................................................24
> EHRM OSMAN T. VK:.......................................................................................................................24
> EHRM SÖDERMANN VS. ZWEDEN........................................................................................................25
OP BASIS VAN RECHTSPRAAK VAN EHRM KUNNEN VOLGENDE POSITIEVE VERPLICHTINGEN WORDEN AFGELEID:.......26
DE VERPLICHTING TOT POSITIEVE VERPLICHTINGEN VANUIT HET EHRM ZIJN AAN KRITIEK ONDERHEVIG:.................26
DWANG- OF CONSENTMODEL?................................................................................................................27
BEVOEGDHEID TOT STRAFBAARSTELLING IN EU-RECHT (= HARMONISATIE VAN MATERIEEL STAFRECHT)...................28
BEOORDELING VAN DE POSITIEVE VERPLICHTING TOT AANWENDING V/H STRAFRECHT.........................................30
AANWENDING STRAFRECHT VS. ULTIMUM REMEDIUM BEGINSEL:....................................................................30
EFFECTIVITEITSPRINCIPE.........................................................................................................................31
NADELEN BIJ HET AANWENDEN VAN STRAFRECHT ALS MIDDEL:......................................................................31
VOORDEEL BIJ HET AANWENDEN VAN STRAFRECHT ALS MIDDEL:.....................................................................32
ULTIMUM REMEDIUM VS. STRAFBAARSTELLING IN EUROPEES PERSPECTIEF.......................................................32
VERVLECHTING VAN DOMEINEN IN HET LICHT VAN POSITIEVE VERPLICHTINGEN..................................................33
MIGRATIERECHT VS. STRAFRECHT............................................................................................................33

HC 3 – STRAFRECHTELIJK LEGALITEITSBEGINSEL..............................................................................34

HET LEGALITEITSBEGINSEL HEEFT DE VOLGENDE TWEE FUNCTIES:....................................................................34
HET LEGALITEITSBEGINSEL BESTAAT UIT 4 GRONDNORMEN:...........................................................................34
DE 4 NORMEN ZIJN NIET DUIDELIJK EN BRENGEN PROBLEMEN MET ZICH MEE:...................................................35
ARGUMENTEN DIE PLEITEN VOOR HET LEGALITEITSBEGINSEL ALS UITGANGSPUNT (KLASSIEK STRAFRECHT):..............36
HET LEGALITEITSBEGINSEL AUTORITAIRE STRAFRECHT...................................................................................40
VERLICHTE FILOSOFEN VS. DE NAZI’S:.......................................................................................................40
VERSCHILLENDE KIJK OP HET LEGALITEITSBEGINSEL TUSSEN KLASSIEK EN AUTORITAIR STRAFRECHT:.........................40
SAMENHANG TUSSEN DE VERSCHILLENDE ARGUMENTEN...............................................................................41
STRAFRECHTSWETENSCHAP.....................................................................................................................42
LEGALITEIT EN ACTUELE STRAFRECHT.........................................................................................................43
LEGALITEIT EN LEGITIMITEIT IN HET ACTUELE STRAFRECHT..............................................................................44
VOORDELEN VAN DEZE GEÏNTEGREERDE VISIE (RELATIE TUSSEN LEGALITEIT EN LEGITIMITEIT):................................45
ER ZIJN TWEE VORMEN VAN LEGITIMITEIT:.................................................................................................45
HR TONGZOEN (12 MAART 2013)..........................................................................................................46
EHRM C.R. T. VERENIGD KONINKRIJK (22 NOVEMBER 1995)......................................................................46

HC 4 – CRITERIA VOOR STRAFBAARSTELLING..................................................................................48

STRAFBAARSTELLING ALGEMEEN..............................................................................................................48

2

,Overzicht blokken & inhoudsopgave


DE VERSCHILLENDE BENADERINGEN VOOR CRITERIA VOOR STRAFBAARSTELLING VAN RECHTSGELEERDEN .................49
NAGEBOOTSTE SCHADE (SCHADE DIE ONTSTAAT OMDAT PERSONEN BIJV. FILMSCENES NADOEN)...........................60
VERBAND ‘SCHADE’ EN ‘GEVAAR’............................................................................................................61

HC 5 – DE INTERACTIE TUSSEN WETGEVER EN RECHTER IN HET BEPALEN VAN HET
TOEPASSINGSBEREIK VAN HET STRAFRECHT...................................................................................62

COMMUNICATIE TUSSEN WETGEVER EN RECHTER........................................................................................62
PRODUCTIEVE COMMUNICATIE EN MISCOMMUNICATIE.................................................................................62
ONTSTAAT ALS GEVOLG VAN DEZE MOEIZAME COMMUNICATIE TUSSEN RECHTER EN WETGEVER INGEVAL VAN
VERKEERSDELICTEN GEEN PUNITIVITEITSKLOOF IN DE SAMENLEVING?...............................................................66
REDEN VOOR PUNITIVITEITSKLOOF:..........................................................................................................67
SPANNING TUSSEN STRAFRECHT EN POLITIEK..............................................................................................68

HC 6 – UITINGSDELICTEN I...............................................................................................................69

WAT ZIJN UITINGSDELICTEN....................................................................................................................71
HOE KUNNEN WE STRAFBAARSTELLINGSCRITERIA TOEPASSEN OP UITINGSDELICTEN?...........................................71
RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR HET UITOEFENEN VAN HET RECHT OP DE VRIJHEID VAN MENINGSUITING..........73
RECHTVAARDIGINGSGRONDEN OM DE VRIJHEID VAN MENINGSUITING TE BEPERKEN............................................76
HAATUITINGEN: INTERNATIONAAL RECHT..................................................................................................79
POSITIEVE VERPLICHTINGEN VS. HAATUITINGEN..........................................................................................80
HAATUITINGEN: NEDERLAND..................................................................................................................81
MAAR HOE KAN JE VERSCHIL MAKEN TUSSEN UITINGEN OVER GELOOF EN UITINGEN OVER GELOVIGEN?..................82

HC 7 – UITINGSDELICTEN II..............................................................................................................84

BELEDIGING (VAN INDIVIDUEN)...............................................................................................................84
BELEDIGING VAN EEN AGENT (ART. 266 JO. 267 SR)...................................................................................84
IS DE CONTEXT DAN VAN DOORSLAGGEVENDE BETEKENIS BIJ HET BEPALEN OF EEN IETS ALS BELEDIGING IS OP TE
VATTEN?............................................................................................................................................86
KUNST VS. BELEDIGING.........................................................................................................................87
KUNST (VRIJHEID VAN MENINGSUITING) VS. BELEDIGING IN DE VOLGENDE 3 RECHTSSTELSELS:..............................88
MAJESTEITSSCHENNIS (ART. 111 SR).......................................................................................................90

HC 8 – TERRORISME I.......................................................................................................................92

BASIS: TERRORISTISCHE MISDRIJVEN ART. 83 + 83A SR (SINDS 2004) (MAAR ER IS VEEL MEER)...........................94
FEINBERG - SCHADE AAN ANDEREN..........................................................................................................94
SIMESTER & VON HIRSCH (ARTIKEL TEN VOORDE)......................................................................................95
TWEE SOORTEN SAMENLEVINGEN............................................................................................................96
TWEE VORMEN VAN TERRORISME............................................................................................................96
TERRORISME EN WETGEVING..................................................................................................................97
NEDERLANDSE REACTIE OP TERRORISME, TOEN EN NU..................................................................................97
NADELEN VAN TERRORISMEWETGEVING:...................................................................................................98
DE VIER GEVAREN VAN ‘BUITENLANDSE STRIJDERS’.....................................................................................98
DE PREVENTIEVE FUNCTIE VAN HET STRAFRECHT.........................................................................................99
VOORBEREIDINGSHANDELINGEN..............................................................................................................99
STRAFBAARSTELLING VAN CRIMES OF POSSESSION (HET IN HET BEZIT HEBBEN VAN GEVAARLIJKE VOORWERPEN).....100

3

,Overzicht blokken & inhoudsopgave


STRAFBAARSTELLING VAN RISICO’S.........................................................................................................100
OVERIGE OPTIES VAN DE OVERHEID OM PREVENTIE BEPALINGEN OP TE STELLEN...............................................101

HC 9 – TERRORISME II....................................................................................................................103

CONCLUSIES CONTRATERRORISME..........................................................................................................103
HET GEBIEDSVERBOD ALS WAPEN TEGEN VERSPREIDING VAN JIHADISME........................................................104
VOETBALWET VS. GEBIEDSVERBOD.........................................................................................................104
HET ‘LEERSTUK VAN DE REDELIJKE INTERPRETATIE VAN DE GRONDRECHTEN’ VS. TWBMT:..................................104
MAATREGELEN BIJ DE TERUGKEER VAN BUITENLANDSE STRIJDERS EN POTENTIËLE DADERS..................................105
TERRORISME (BESTUURSRECHT), O.A......................................................................................................106
BESTUURSRECHT V. STRAFRECHT TERRORISME:.........................................................................................107

HC 10 – COVID-19 EN STRAFRECHT................................................................................................108

KENNISCLIP 1 EN 2:............................................................................................................................108
> ARTIKEL: GELDBOETES EN VRIJSPRAAK VOOR OVERTREDEN CORONAMAATREGELEN........................................108
> VOORLEESVONNIS CORONABOETES 7 OKTOBER 2020.............................................................................108
> ARTIKEL: VAN HOESTERS EN SPUGERS TOT INGETROKKEN VERLOVEN..........................................................110
> RB. ROTTERDAM UITSPRAAK 30 MAART 2020......................................................................................110

HC 11 – JEUGDSTRAFRECHT: KINDERMISHANDELING....................................................................112

> HOF DEN HAAG 31 MEI 2017...........................................................................................................112
> EHRM RESEARCH REPORT – CHILD SEXUAL ABUSE AND CHILD PORNOGRAPHY IN THE COURTS CASE-LAW..........114

TENTAMEN 20 DECEMBER 2020 [ONLINE].....................................................................................117




4

,Hoorcollege 1: reikwijdte Sr en grens Sr, staats-en bestuursr. en privaatrecht handhaving



HC 1 - Introductie: de reikwijdte van het strafrecht en de grens
tussen strafrechtelijke, staats-en bestuursrechtelijke en
privaatrechtelijke handhaving
De reikwijdte van strafrechtelijke regulering
Waarom en wanneer worden gedragingen strafbaargesteld? Het strafrecht staat niet op
zichzelf. Wat voor juridische regulering heb je in het onderwijs en in het openbaar vervoer als
het gaat om mensen die hun gezicht niet laten zien en sociale wetenschappen dus andere
dan juridische wetenschappen die je hierbij kunnen helpen dus hoe vaak komt het gedrag
voor en leidt dit gedrag tot problemen en zo’n verbod tot neveneffecten je zult dus breder
moeten kijken. Dus welke maatschappelijke kwesties willen we reguleren via het recht en
dan met name het strafrecht en wat is de verhouding daarbij tussen de wetgever, rechter en
het om, maar ook internationale actoren.

Criminalisering en decriminalisering
Sociale constructie van criminaliteit= Het lijkt heel vanzelfsprekend dat allerlei gedrag
strafbaar is, maar het WvSr is niet altijd zo geweest en zal ook niet altijd zo blijven. Sociale
constructie van criminaliteit houdt in dat criminaliteit niet van nature iets is. Of bepaald
gedrag crimineel is, is afhankelijk van hoe wij als samenleving ernaar kijken en hoe we erop
reageren. Crimineel gedrag wordt dus door de samenleving gedefinieerd. Iets wat vroeger
niet als strafbaar werd gekenmerkt, wordt nu wel strafbaar geacht. Dat is afhankelijk van
media, tijdsgeest, cultuur, politieke belangen. Dus soms gebeurt er iets en dan creëren
politiek en media de perceptie dat er een heel groot probleem is waar we direct iets mee
moeten doen en het strafrecht iets mee moet doen.

Criminalisering= Het strafbaar stellen van gedragingen, die voorheen niet strafbaar waren
Criminalisering kan op twee manieren plaatsvinden: formeel strafbaar en de facto strafbaar
 Formele (de)criminalisering= In dit geval worden gedragingen formeel strafbaar
gesteld in wet of worden ze formeel uit de wet gehaald, waardoor ze niet meer
strafbaar zijn
 De facto strafbaar/ criminalisering= Dit zijn gedragingen die wel strafbaar zijn volgens
de wet, maar niet of nauwelijks gehandhaafd worden, waardoor het ‘de facto
strafbaar’ is en dus slechts een papieren tijger blijft.
Bijv. in NL is dronken rijden op de fiets strafbaar gesteld. Maar dit wordt bijna niet gehandhaafd. Je zal
niet snel een agent aantreffen die je oppakt als je dronken op de fiets rijdt.

Decriminalisering= Gedragingen die strafbaar waren, niet meer strafbaar stellen (bijv.
voorheen was godslastering strafbaar, maar sinds een aantal jaren niet meer of in India heeft het
grondwettelijke hof bepaald dat seks tussen homo’s voortaan niet meer strafbaar is).

De politie gaat niet achter alle criminaliteit aan dat kan ook niet. Er geldt het
opportuniteitsbeginsel. Stel je voor dat moord nooit vervolgd zou worden dan zou dat
schending op het recht op leven zijn dus dan kan er wel plicht tot handhaven zijn, maar bij
minder ernstige gedragingen geldt het beginsel en kan het OM zelf bepalen wanneer te
vervolgen. Dat kan dus een discussie zijn als er niet of weinig wordt gehandhaafd zoals
gedoogbeleid bij softdrugs etc.

Strafrecht vs. staats- en bestuursrecht
Strafrecht is een ultimum remedium (een ultiem redmiddel), want het maakt inbreuken op
iemands persoonlijke levenssfeer, waardoor je het alleen moet aanwenden als er geen
andere geschikte middelen zijn. Hoge mate van rechtsbescherming wordt door het strafrecht
geboden t.o.v. andere rechtsgebieden. Is dat nog zo? We zien een ontwikkeling waarin het
bestuursrecht en het strafrecht naar elkaar toe zijn gegroeid.


5

,Hoorcollege 1: reikwijdte Sr en grens Sr, staats-en bestuursr. en privaatrecht handhaving


- Denk bijvoorbeeld aan de bestuurlijke boete die heeft ook punitieve elementen. Het
punitieve bestuursrecht. Dus dan heeft bestuursrecht niet alleen de functie van
herstel en reparatie.
- Denk aan bestuurlijke boetes in het verkeer. Vroeger waren deze wel grotendeels in
het strafrecht geplaats. Een groot deel van het verkeersstrafrecht naar het
bestuursrecht verplaats en bestuurlijke boetes geworden.

De strafbeschikking is nog wel een strafrechtelijk iets, maar die wordt opgelegd door OM,
politie of bestuur en je moet zelf het initiatief nemen om naar de rechter te gaan om daar
tegenin in verzet te komen. Dat is anders dan het klassieke strafrecht waarbij het OM jou
voor de rechter moet slepen en moet aantonen dat je iets verkeerds hebt gedaan en de
rechtsbescherming is bij die strafbeschikking minder dan in het klassieke strafrecht. Dit is
gekomen uit efficiëntie overweging voor veel voorkomende criminaliteit om daar niet dat
hele lange strafproces te hoeven hebben.

- Denk ook aan een voor terrorisme veroordeelde of iemand die niet is veroordeeld en
enkel is verdacht daar kan de Nederlandse nationaliteit worden afgenomen dat is
pijnlijker dan welke boete dan ook en toch is het een bestuursrechtelijke maatregel.
- De Alchoholslotzaak is daar ook een voorbeeld van, dus is het geen punitieve
maatregel ondanks dat die komt uit het bestuursrecht.
- Of geen vergunning o.g.v. BIBOB. In het migratierecht kan de
vreemdelingenbewaring net zo voelen als in een echte gevangenis.
- Gijzeling, lijfdwang liggen een beetje tegen het punitieve aan.

Denk ook aan het Europese hof en het begrip criminal charge o.b.v. artikel 6 EVRM. Dat
gaat over fair trial. Op het moment dat jij als NLse Staat zegt dat verkeersrecht valt nu niet
meer onder het strafrecht, maar onder het bestuursrecht dan zegt het EU-hof dat kan zo zijn,
maar wij bepalen autonoom of het valt onder het begrip criminal charge ongeacht onder welk
rechtsgebied het valt. Dus je moet nog steeds die hoge mate van rechtsbescherming bieden,
althans een bepaalde rechtsbescherming, zoals nemo tenetur, ne bis idem, geen straf
zonder schuld, legaliteitsbeginsel en onschuldpresumptie. Je moet dan toch die waarborgen
bieden. Er blijft zelfs met al die waarborgen toch een verschil in mate van rechtsbescherming
tussen het strafrecht en het bestuursrecht. Er blijft toch verschil bestaan.

In het bestuursrecht is het bestuur het orgaan dat de sanctie oplegt, vervolgens moet je zelf
het initiatief nemen voor bezwaar bij de rechter. De bestuursrechter toetst ook minder
indringend en doet minder aan materiele waarheidsvinding dus meer kan dit besluit
standhouden en minder dat ze echt moeten weten ambtshalve wat er is gebeurd voor we
iemand kunnen veroordelen. In het strafrecht is het andersom het OM zit achter jou aan.
AVAS etc. wordt wel getoetst door de strafrechter. Bewijslast, motiveringseisen allemaal
hoger. Strafrecht heeft schorsende werking. Dus onherroepelijke vonnis nodig om
gevangenisstraf te kunnen tenuitvoerleggen. Het groeit wel steeds meer naar elkaar toe,
maar verschil blijft bestaan.

Waarom is strafrecht zo bijzonder is dat het alleen als ultiem redmiddel ingezet wordt?
1) Inzet van strafrecht grijpt in op vrijheid van burgers (gevangenzetten is inbreuk op recht
op vrijheid (art. 2 EVRM), strafrechtelijk onderzoek inbreuk op privacy (art.8 EVRM)).
Dwangmiddelen dus eigenlijk.
2) Strafrecht beoogt leedtoevoeging om te voorkomen dat iemand weer bepaalde gedrag
pleegt (speciale preventie) en om een signaal aan de samenleving af te geven (generale
preventie)
3) Strafrecht is een officieel symbool, omdat overheid uitdrukt wat niet mag en je bij
schending hiervan officieel een ‘stempel’ krijgt omdat je wordt veroordeeld. Morele lading
is bij het bestuursrecht minder.


6

,Hoorcollege 1: reikwijdte Sr en grens Sr, staats-en bestuursr. en privaatrecht handhaving


4) VOG kan je niet verkrijgen wanneer je bent veroordeeld of wordt vervolgd, waardoor
moeilijk wordt om aan een baan te komen,

Er is een verschil tussen wets- en rechtsdelicten.
- Bij rechtsdelicten is er sprake van delicten die als moreel verwerpelijk worden gezien
dus echt tegen de rechtsorde
- Bij wetsdelicten hebben we het meer over artikelen die bijvoorbeeld bedoeld zijn om
de economische regulering makkelijker te laten verlopen dus een combi tussen straf-
en bestuursrecht en die hebben natuurlijk een minder morele lading.
Onderscheiden is niet altijd makkelijk. Het strafrecht is soms namelijk het sluitstuk om een
bestuursrechtelijke regel. Dan heeft het strafrecht ook wetsdelicten. En dus niet meer het
strikte onderscheid dat strafrecht rechtsdelicten kent en bestuursrecht wetsdelicten.

Uitgangspunten die relativeren dat strafrecht zo ingrijpend is a.d.v.h. bestuursrecht:
1) Uitgangspunt van bestuurlijke sancties is ‘herstel’, maar soms voegen ze toch leed toe.
2) Bestuursrechtelijk kan je iemands nationaliteit afnemen (bijv. bij Syriëgangers), daarmee
zet je diegene uit de samenleving. Let hier op vermindering van rechtsbescherming, want
die is in het strafrecht hoger.
3) Alcoholslot veroordeelden voor rijden onder invloed kunnen auto nu alleen besturen
met alcoholslot. Is dat niet een punitieve maatregel, dat thuishoort in het strafrecht?
4) Het niet verkrijgen van een vergunning voor de horecazaak.
5) Vreemdelingenbewaring in migratierecht (crimmigratie= straf en migratie raken steeds
meer verknocht aan elkaar strafbaarstelling van bepaalde illegale migratie,
terugkeerverboden, verwijderingsmaatregelen. Kortom, migratierecht wordt punitiever.

Uitgangspunten die relativeren dat strafrecht zo ingrijpend is a.d.h.v. civiel recht:
We hebben natuurlijk niet alleen te maken met het bestuursrecht, maar ook met het civiel
recht. Het is dus ook goed om iets te zeggen over de verhouding privaatrecht en strafrecht.

Een van de belangrijkste vragen in dit vak is ook waarom kiezen we voor een bepaald
handhavingssysteem dus strafrecht of privaatrecht. Dus hebben we een nieuwe
strafbaarstelling nodig of biedt het privaatrecht de burgers voldoende mogelijkheden om
tegen bepaald onrecht op te komen.
- Bijv. de zogenaamde wraakporno. Kan je dan verwachten dat mensen zelf een zaak
beginnen, dus een civiele zaak tegen de ex of moeten we het strafrecht inzetten. Het
is hier moeilijk om zelf een zaak te beginnen. Facebook moet meewerken etc. Nu is
er dus een wetsvoorstel om wraakporno strafbaar te stellen. In termen van effectiviteit
is het in het strafrecht voordelig dat je al die dwangmiddelen kunt inzetten. Als burger
kan je dat niet.
Er zijn ook veel situaties waarin er niet direct een slachtoffer is. Bijv. bij milieudelicten, wie
begint dan in het civiel recht de zaak? Kunnen NGO’s zijn, maar dat ligt niet altijd voor de
hand. Een strafrechtelijke back-up wordt dan meestal wel geaccepteerd.

Een nadeel van het strafrecht t.o.v. het privaatrecht is dat het strafrecht het conflict ontneemt
aan burgers zelf. Het OM neemt het conflict op zich en gaat erachteraan. Jij als burgers die
slachtoffer is geworden, heeft dan niet echt meer invloed op hoe die zaak gaat verlopen. Wat
gebeurt er met je aangifte? Gaan ze wel echt hun best voor je doen? Het OM heeft ook het
opportuniteitsbeginsel dus dat brengt onzekerheid met zich mee. Aan de andere kant zijn er
landen waar het wel mogelijk is om zelf dus als SO een strafrechtelijke zaak te beginnen
tegen iemand anders. Onderzoekers stellen dat SO dan aan hun lot worden overgelaten en
alles zelf moeten doen. Het strafrecht heeft dus voordelen en nadelen t.o.v. het privaatrecht.

Je kan als oh bepaalde normen handhaven via het privaatrecht, bestuursrecht, strafrecht,
maar je kunt ook denken aan hele andere middelen. Bijv. door zelfregulering of tuchtrecht of
reclamecodecommissie. In het civiele recht heb je de mogelijkheid van ‘gijzeling’

7

, Hoorcollege 1: reikwijdte Sr en grens Sr, staats-en bestuursr. en privaatrecht handhaving


Verschillen civiel, straf en bestuursrecht
Soort Voorwaarden inwerkingstelling procedure Sancties
procedure
Strafrechtelij - Strafrecht is aangelegenheid v/d staat - strafrechtelijke
ke - OM treedt op in naam voor gemeenschap en niet voor individuele slachtoffer sancties hebben
- Procedure is aanhangig d.m.v. aangifte als doel
- Burger heeft geen invloed op/na aangifte (hij heeft zaak uit handen gegeven aan het OM/ het conflict wordt hem uit de ‘leedtoevoeging’.
handen ontnomen).
- Strafrecht is star: het fixeert gedragingen als delicten en stelt daarmee enge grenzen aan inschakeling v/h strafrecht
- Strafrecht onderscheidt van civiele procedure omdat het zeer ingrijpende en vergaande bevoegdheden toekent aan
organen en deze kennen geen tegenhanger in de civiele procedure
- De verdachte kent ruime middelen tot rechtsbescherming
 Schorsende werking
 Bewijslast ligt hoger
 De motiveringseisen
Civiel - Burger beslist zelf of hij tot rechter wendt - civiele sancties
rechtelijke - Burger beslist zelf wat hij vordert zijn gericht op
- Civiel recht is openlijk van karakter en begrippen flexibel (zoals OD)  burgerlijk recht is laagdrempelig ‘herstel’ en e.v.
- Sommige gedragingen kunnen moeilijk via civiel worden bestraft, omdat het slachtofferloze delicten betreft (denk aan leedtoevoeging is
milieudelicten). geen doel op
-De rol van de rechter is lijdelijk zichzelf maar een
- Partijen bepalen de gang en omvang van de procedure e.v. neveneffect
- Partijen zijn vrij ook als geschil is aangevangen dit buiten rechter op te lossen van de civiele
- In strafrecht wendt de overheid t.b.v. jouw dwangmiddelen aan en in privaatrecht moet je zelf aan de slag en dat kan sanctie.
moeilijkheden opleveren (denk aan wraakporno het is moeilijk te bewijzen wie filmpje heeft geplaatst, wat IP adres is etc. als
individu daarachter komen is moeilijk en daarom is zaak beginnen moeilijk, waardoor strafrecht in dit geval aangewezen kan zijn).
- Feit dat het OM het conflict van de burger ontneemt is ook nadelig, want je hebt geen inspraak meer in de zaak. Het
OM beslist wat in de zaak wordt gedaan. Bij civiel houden partijen touwtjes in handen.
- Ander nadeel t.o.v. straf is dat in civiel recht er afhankelijkheidsrelatie zijn met laedens (ouder-kind, werkgever-
werknemers relatie). Gebrek aan financiële bronnen, informatie over juridische mogelijkheden moeilijke
opspoorbaarheid van de laedens.
Bestuurs - In bestuursrecht staat burger nog meer buiten spel dan in strafrecht, want mogelijkheden als voeging (art. 332 Sv) en Voorwaarden
rechtelijke beklag (art.12 Sv) zijn er niet in bestuursrecht bruikbaarheid van
- Handhaving van bestuursrecht is toevertrouwd aan verschillende instanties en de rechterlijke procedures zijn civiel recht
versnipperd. 1) voldoende

8

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Samenvatter7. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78075 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,69  7x  vendu
  • (0)
  Ajouter