Deze samenvatting omvat Deel 1: Basisconcepten van het vak Inleiding Micro-Economie, gedoceerd door Stijn Goeminne in de eerste bachelor Bestuurskunde & Public Management.
Op Studocu kreeg deze samenvatting reeds goede beoordelingen.
DEEL 1 : INLEIDING EN BASISCONCEPTEN
H1: Wat is economie? Wat doet de econoom?
Economie betreft organisatie vd systemen v consumptie en productie
Economie = soc wetenschap want mens (gedrag) staat centraal
Economie = keuzes maken
5 economische agenten
Prosument = consument die ook produceert wat traditioneel gezien aangeboden w
door producenten bv zonnepanelen, vakantiewoning verhuren, Uber
1.1 Keuze, afruil en opportuniteitskosten
Keuze (gedrag vertonen -> soc wetenschap):
- Consument heeft onbeperkte behoeften MAAR schaarse goederen keuzes maken
- Budgetbeperking = keuzeprobleem = met schaarse goederen een max behoefte
invulling bekomen
- ! Schaarste = centraal begrip in econ = wanneer de vraag het aanbod overstijgt
- Altijd bekijken in functie vd vraag !!!
Schaarste vs zeldzaam:
- Zeldzaam = weinig voorkomend
- Zonder vraag is zeldzaam goed NIET schaars
- Niet-zeldzame zaken knn schaars zijn bv tijd
Economische behoeften:
= ervaring v “tekort”, verlangens vd mens invullen met schaarse middelen
- = Immaterieel bv behoefte = mobiliteit (=verlangen)
- <> het goed/dienst dat aan de behoefte voldoet bv auto (≠verlangen)
- Evolueren in tijd: digitale communicatie, 2 badkamers, ecologie…
- = onbeperkt: primaire behoeften (woning, kleding) / secundaire (auto) / … (jacuzzi)
- Behoeften zijn onbeperkt + middelen zijn schaars = keuzes maken
1.2 Kosten tegenover baten: shortcuts of de marginale analyse
Economie = keuzes maken ten gevolge v schaarste DUS econ probl = keuzeprobleem =
afwegen v kosten en baten
Kosten = nadelen vd keuze (ingezette middelen niet meer beschikbaar)
Baten = voordelen vd keuze (voldoet aan behoefte)
Opportuniteitskost = altijd iets opgeven/verliezen (bv gaan werken->loon) bij een
keuze maken (bv naar school) = best mogelijke alternatief voor de gemaakte keuze
Mental shortcuts en marginaliteit:
, Mental shortcuts(vuistregel) = intuïtie helpt bij gebrek aan volledige info ( want
denken over toekomstige situatie -> onzekerheid want beperkte info, we weten niet
alles)
Kosten en baten w afgewogen in termen v “marginaliteit” = in termen v bijkomende
eenheden, v verandering bv nog 1 pint extra volgens MK & MB
MK/marginale kosten = bijkomende kosten vr bijkomende eenheden
MB/marginale baten = bijkomende opbrengst vr bijkomende eenheden =
MO/marginale opbrengsten
1.3 Het gebruik van modellen en aannames
Aannames:
- Altijd vereenvoudiging vd werkelijkheid!
- Ceteris paribus = “het overige gelijkblijvend” we nemen aan dat bij de studie vh
verband tss een aantal econ grootheden, alle overige verklarende factoren niet wijzigen
- Perfecte informatie (alleen dan mogelijk om MK en MB juist af te wegen)
1.4 Het 1e model: de grens van productiemogelijkheden
Basisbegrippen productie:
Productie = activiteit waarin PF en intermediaire goederen worden ingezet om via
een transformatieproces andere econ goederen voort te brengen
PF/productiefactoren = schaarse middelen die producenten inzetten om tot
productie te komen (arbeid, kapitaal(goederen), natuur)
Intermediaire goederen = half afgewerkte producten die een verdere verwerking
vergen om tot eindproduct te komen bv iPhone: scherm<Samsung dus scherm =
intermediair goed omdat het nog verder afgewerkt moet worden
, Economische goederen/diensten = materiële zaken of immateriële prestaties die
ontstaan uit de inzet van PF
PMG = hoeveel er max v een ander goed kan geproduceerd w vr elk productieniveau
v bepaald goed, gegeven PF en productiviteit
Productiviteit = verband tss input en gerealiseerde output
PMG grafiek:
STAP 1
- Concave vorm
- Q = hoeveelheid
- A = als er 13 eenheden
ananas geproduceerd w, kan
je max 0 kokos produceren
- Meer A = minder K dus Trade Off
bereid zijn om minder A te
maken
DUS PMG heeft te maken met:
- Schaarste (dalend verloop)
- Opp.kost bv B->C = A
opgeven voor K = Trade off
Verlies Ananas
- Oppkost v kokos = verschilt v punt tot punt
Winst Kokos
STAP 2
Heterogeniteit PF (concave vorm):
- Het is niet allemaal evenveel,
er zit een verschil in
- Aanvankelijk daalt curve niet
zo sterk want eerst ‘minder
goede arbeiders (PF)’ van A
naar K overplaatsen, maar
naarmate curve ook goede
PF naar K!
Pareto – efficiëntie
= alle PF w ingezet, kan nt
meer produceren vh ene
goed zonder afname vh andere goed/ge zijt aan uw max (meest efficiënte) productie
- op de curve = PE / erboven = onbereikbaar (op LT) / eronder = inefficiënt
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emns. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.