Inspanningsfysiologie
College 1: Regelsystemen, algemene zenuwstelsel en intern milieu
Homeostase = behoud/constant houden van het interne milieu
Interne milieu = interstitiële vloeistof + plasma
Componenten intern milieu. De waardes kunnen
fluctueren, maar over het algemeen blijven ze
redelijk gelijk, binnen bepaalde ranges. Wanneer
het buiten die ranges komt dan wordt het zo
gereguleerd dat het terug komt in die ranges =
vegetatieve fysiologie.
Wanneer die componenten te ver buiten de ranges liggen dan kan dat
dodelijk zijn voor de cellen.
Die waarden worden binnen de ranges
gehouden door middel van verschillende
gespecialiseerde cellen die de orgaanstelsel
vormen. (Ademhalingsstelsel voor zuurstof en
spijsverteringstelsel voor o.a. glucose). De
stelsels samen zorgen voor het bereiken van de
homeostase.
Hoe wordt de homeostase van het interne milieu gereguleerd?
Wordt geregeld door regelsystemen:
• Neuronaal: het autonome zenuwstelsel
• Hormonaal: endocriene regelingen
➔ Open regelsystemen: uitgangsgrootheid heeft geen effect op het ingangssignaal.
(pupilreflex: hoe meer licht des te meer gaat het oog samentrekken en des te nauwer de
pupil wordt)
➔ Gesloten regelsysteem: uitgangsgrootheid heeft wel effect op het
ingangssignaal (=feedback). Het correctiesignaal kan het verschil groter of
kleiner maken. Dit gaat om het verschillende soorten feedback:
- Positieve feedback: destabilisatie. De waarde verwijdert zich steeds
verder van de referentiewaarde af.
- Negatieve feedback: stabilisatie (naar streefwaarde).
Regeleffect is afhankelijk van de looptijd en
de versterking (gain).
Looptijd = hoelang het duurt vanaf wanneer er
iets gedetecteerd is tot wanneer er iets
,geactiveerd wordt om iets aan de gedetecteerde waarde te doen. (a heeft trage looptijd en b
snel)
Versterking = hoeveel effect heeft het op de waarde (a heeft een grote gain en b een kleine)
Als de kerntemperatuur in het lichaam te laag is wordt dat gedetecteerd en doorgegeven
aan de hypothalamus. En de hypothalamus zorgt ervoor dat de spieren gaan contraheren om
warmte te produceren en zo komt het terug bij 37 graden. Andersom als je het te warm hebt
wordt dit ook gedetecteerd door receptoren en dan krijg je vasodilatatie, rode huid (bloed
stroomt dichter bij de huid om warmte te verliezen), zweten = dit zijn voorbeelden van
negatieve feedback.
In bijna alle gevallen gaat het in de fysiologie om negatieve feedback.
➔ Feedforward control: beïnvloedt gesloten regelsystemen.
Verschil met negatieve feedback: bij negatieve feedback
wordt de gereguleerde grootheid anders en daar wordt op
gereageerd en bij feedforward wordt ook iets gedetecteerd, een
verstoring, en dat zorgt er ook voor dat er een proces start die de
grootheid gaat veranderen maar het verschil is dat de sensor niet de
verandering detecteert in de gereguleerde grootheid. De verstoring
is gedetecteerd, deze gaat effect hebben op de geregelde grootheid,
maar de verandering is nog niet gebeurd. Als reactie daarop wordt
een proces gestart of gestopt.
Alle regelsystemen zijn onwillekeurig, je hebt er geen invloed op. Regelsystemen zijn
reflexen. Gebeurt allemaal autonoom.
Reflex = onwillekeurige activiteit van een effector die het gevolg is van een instroom van
impulsen uit een of meer sensoren.
Type reflexen:
• Somatische reflexen (kniepeesreflex, terugtrekreflex)
• Autonome reflexen (regulatie bloeddruk)
• Endocrien (onwillekeurige reacties op veranderingen van componenten/hormonen)
Regelcentra: maken de vergelijking met
de streefwaardes. Veel zitten in de
hypothalamus en ook een aantal in de
hersenstam (medulla)
Veel receptoren zitten al in de
hypothalamus.
,Neuronaal regelsysteem: het autonome zenuwstelsel
Autonome zenuwstelsel is onderdeel van het zenuwstelsel. Het
zenuwstelsel kun je op verschillende manieren onderdelen.
Afferent = sensorisch
Efferente = motorisch
Efferente kun je
onderverdelen in
somatisch
(vrijwillig/willekeurig -> heb je invloed op) en autonoom.
Ademhalen is somatisch, want het zijn skeletspieren, maar er zijn wel
wat autonome reflexen, want wanneer je slaapt nemen die de
ademhaling over.
Het autonome zenuwstelsel kan verdeeld worden in het
parasympatische deel en het sympathische deel.
Welke actief is, hangt af van
wat je aan het doen bent.
Bij rust (parasympatisch systeem) worden er
dingen opgebouwd (anabool) en er is ruimte om
uit te rusten en te herstellen.
Bij het sympathisch systeem verbruik en verbrand
je juist heel veel en dat is actief als je zelf actief
bent (sporten, rennen).
Stap 1: hypothalamus,
primaire centrum
Stap 2: Cellichaam van
het neuron gaat naar het
secundaire centrum
(bolletjes ruggenmerg)
Stap 3: tertiaire centrum,
naar de organen.
Primaire centra liggen
voor de sympathicus en
parasympaticus op
dezelfde plek:
hypothalamus
Bij de sympathicus liggen
de secundaire centra
allemaal bij elkaar van T1
tot L2. Tertiaire centra
liggen hiervan ook best
, dichtbij en de banen gaan allemaal door elkaar, het is allemaal verweven. Naam van de
sympathicus komt hiervandaan. Die neuronen moeten wel samenvoelen omdat ze allemaal
door elkaar heen lopen. Sympathiek. Sym = samengaan 2 eiwitten door een eiwitcariër heen,
pathiek = voelen. Samenvoelen.
Parasympaticus werd later ontdekt. Para = aan weerszijde. Het ligt aan weerszijde van de
sympathicus. Bij de parasympathicus liggen de secundaire centra aan weerszijde van de
sympathicus bij de hersenstam en de medulla en de tertiaire centra zitten dichtbij de
organen, maar ver van de secundaire centra.
Pre- en postganglionaire neuronen.
De parasympaticus is
sneller, preganglionaire
neuronen langer deel sneller
en postganglionair een
korter deel langzamer.
Sympathisch systeem:
Gele bolletjes zijn ganglioncellen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur eevaa. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.