Nederlands schriftelijke taalvaardigheid:
wetenschappelijk schrijven
Globale structuur van onderzoeksartikels
Vaste structuren: onderzoeksstructuur
o wat is er precies onderzocht?
o volgens welke methode is er onderzocht?
o wat zijn de resultaten?
o wat zijn de conclusies?
IMRAD: introduction, method, results and discussion
Inleiding
Volgens Steehouder
o inleiding & probleemstelling: kennislacune die als basis dient voor onderzoek
o theoretisch kader: bredere context van literatuur
o vraagstelling: onderzoeksvragen
NB: logischer om eerst te contextualiseren en dan pas lacune aan te geven
Volgens Swales
o CARS (create a research space)
– move/zet 1: territorium afbakenen, algemeen vakgebied/onderzoeksdiscipline/etc.
– move 2: domein binnen territorium afbakenen, niche kiezen
step/stap 1A: hiaat in onderzoek aangeven
step/stap 1B: toevoeging aan onderzoek doen
step/stap 2 (optioneel): positieve verantwoording
– move 3: niche innemen
step 1: huidige onderzoek aankondigen (nadruk op beschrijving of doelen)
step 2: onderzoeksvragen/hypotheses vermelden
step 3: terminologie definiëren
step 4: methodologie samenvatten
step 5: belangrijkste resultaten vermelden
step 6: belang/relevantie van het onderzoek benadrukken
step 7: de structuur van de paper aankondigen
NB: step 2-4 zijn optioneel en kunnen van volgorde veranderd worden
step 5-7 zijn gebruikelijker in bepaalde domeinen dan andere
= trechteropening (bovenste deel van zandloper)
NB: mogelijk een circulaire structuur, m.n. na zet 2 teruggaan naar zet 1 (zeker bij
multidisciplinariteit)
o move in genre analysis = “a (…) unit that performs a coherent communicative
function in a written or spoken discourse. Although it has sometimes been aligned
with a grammatical unit such as a sentence, utterance, or paragraph (…), it is better
seen as flexible in terms of its linguistic realization. At one extreme, it can be realized
by a clause; at the other by several sentences. It is a functional, not a formal, unit”
o Lewin, Fine & Young: move 3 is previewing author’s new accomplishments
Grammatica
o move 1: (onvoltooid) tegenwoordige tijd
, o move 2: negatieve elementen (vb. geen, niet)
o move 3: deiktische elementen (interpretatie afhankelijk van concrete gebruikssituatie,
vb. ik, deze)
Structuur
o tussen move 1 en 2: tegenstellende signaalwoorden (vb. maar, toch, echter, hoewel,
niettemin)
o tussen move 1 en 2: als positief geformuleerd, opsommende signaalwoorden (vb. en,
bovendien, enerzijds … anderszijds, vervolgens, daarbij, niet alleen … maar ook)
Methode
Volledigheid nastreven
o repliceerbaarheid
o controleerbaarheid
Methodologie verantwoorden als die niet vanzelfsprekend is
Beknopte methode volgens Swales
o veronderstelt achtergrondkennis
o vermijdt tussentitels
o gebruikt acroniemen en citaten
o vermijdt definities
o gebruikt meerdere werkwoorden in 1 zin
o weinig hoe-zinnen
o weinig verantwoording voor keuzes
o weinig volitional verbs: vb. vermijdt ‘we wilden analyseren’
o focus op de gebruikte technieken, weinig herhaling
Uitgebreide methode volgens Swales
o voorziet achtergrondinformatie
o gebruikt tussentitels
o gebruikt meestal 1 werkwoord per zin
o geeft definities, voorbeelden en illustraties
o voorziet verantwoording voor de procedures
o voldoende hoe-zinnen
o wel volitional verbs: vb. ‘we hebben ervoor gekozen te analyseren’
o veel verschillende signaalwoorden
Indeling
o gegevens over corpus
– waaruit bestaat het?
– door wie gecreëerd?
– hoe groot?
– wanneer en hoe verzameld?
– welke criteria bij verzameling?
o methode voor data-analyse
– hoe verwerkt?
– welke data geschrapt? (vb. verschrijving, dubbel voorkomen, onbruikbaar
materiaal)
– hoe gecodeerd?