Verlengde 1ste en 2de fase van ontsluiting
Het eerste tijdperk: ontsluitingsfase
Vertraagde ontsluitingsfase
Historiek:
Friedman ’50: je hebt een latente en actieve fase. Er zit verschil tussen primi en multipara.
Philpott en Castle ’70: norm is 1 cm per uur. Er is een alertlijn , transferlijn en een actielijn(KBV en
syntocinon).
Criteria voor actieve arbeid is de FHT, vruchtwater, indaling, contracties, medicatie al gestart?, cervix
dilatatie?. De start van de alertlijn is 3-4cm, de verwachte progressie is 1cm per uur. De actielijn start
4 uur na de alertlijn. Indien er geen progressie is van 1cm per uur is er een actie/interventie nodig.
Er is een verschil in arbeidsduur afhankelijk van de etniciteit. Eind ‘80 en begin ’90 werd er actief
ingegrepen bij progressie minder dan 1 cm per uur. Midden ’90 werd er continue begeleiding
gegeven en was de enige effectieve component. Dit had de beste outcome voor moeder en kind.
Definitie:
Er is een verschil in niet vorderende vertraagde ontsluiting in de actieve fade en in niet vorderende
vertraagde ontsluiting in de latente fase. Let dus op of de vrouw in ECHTE arbeid is. Als de vrouw niet
in arbeid is, kan er ook geen vertraagde ontsluiting worden vastgesteld.
Er zijn 4 fasen van ontsluiting, de latente fase, de
overgangsfase(keerpunt in de arbeid, optimale begeleiding
is prioriteit, vraag naar pijnstilling is het grootst), de actieve
fase en de versnellingsfase(tot ong 9 cm, contracties langer
en frequenter en intenser, snelle ontsluiting van de cervix).
Latente fase= pijnlijke contracties die vordering geven biij
ontsluiting/verstrijking TOT 4cm.
Actieve fase= pijnlijke contraties die regelmatig worden en
vordering geven bij ontsluiting en verstrijking VANAF 4cm.
Let op: berekenen van de arbeidsduur is zonder de latente fase. Beginr van echte arbeid bepalen is
de basis voor een arbeid zonder onnodige interventies.