Een zeer uitgebreide, Nederlandse samenvatting van de complete literatuur voor het vak Grenzen van de Macht. Document bevat een samenvatting van:
Manin, B. The principles of representative government (Cambridge 2002).
Canning, J. A history of medieval political thought 300-1450 (Lond...
Hoorcolleges Grenzen van de Macht deeltentamen 2 (college 7 t/m 12)
Hoorcolleges Grenzen van de Macht deeltentamen 1 (college 1 t/m 6)
Samenvatting Grenzen van de Macht (volledig)
Tout pour ce livre (4)
École, étude et sujet
Universiteit Leiden (UL)
Geschiedenis
Grenzen aan de macht (5772VKC3)
Tous les documents sur ce sujet (13)
5
revues
Par: paulvsteijn • 2 année de cela
Par: evertdorregeest • 1 année de cela
Par: stenpetersen • 2 année de cela
Par: benmiert • 3 année de cela
Par: sophiedeleeuwx • 3 année de cela
Traduit par Google
Hi! How annoying that you're dissatisfied with one of my summaries. Would you like to give some more information about what you didn't like about it?
Par: kayleeo • 3 année de cela
Vendeur
S'abonner
sophiedeleeuwx
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting literatuur Grenzen van de Macht
Bevat de volgende literatuur:
Manin, B. The principles of representative government (Cambridge 2002).
Canning, J. A history of medieval political thought 300-1450 (Londen; New York 1996)
16-29, 74-81 en 168-173.
Ascheri, M. ‘Beyond the commune: the Italian city-state and its inheritance’, in: Peter
Lineham & Janet L. Nelson eds., The medieval world (Londen; New York 2001) 451-
468.
Kingdon, R.M., ‘Calvinism and resistance theory, 1550-1580’ in: J.H. Burns & Mark
Goldie eds., The Cambridge History of Political Thought, 1450-1700 (Cambridge 1991)
193-218.
Pollmann, J., Memory in early modern Europe, 1500 – 1850 (Oxford 2017) hoofdstuk
3.
Duindam, J., Dynasties: a Global History of Power 1300-1800 (CUP 2015) 21-57 (tot:
“Lifecycles”) en 87-108 (tot: “Concubinage: why so many women?).
Canovan, M., ‘Trust the People! The Populism and the Two Faces of Democracy’,
Political Studies 47(1):2 2-16.
Manin, B. The principles of representative government (Cambridge 2002).
Introduction
Wat we tegenwoordig een representatieve democratie noemen, heeft haar wortels in een
systeem van instituties dat initieel niet gezien werd als democratisch. De aanhangers van
representativiteit in de vroegmoderne tijd zagen hun eigen representatieve/republikeinse
systeem als fundamenteel anders dan een democratie.
Madison: verschil tussen democratieën oudheid en moderne republiek is dat in de moderne
republiek het volk als collectief geen rol speelt; niet dat in de democratieën van de oudheid
er geen plaats was voor volksvertegenwoordigers. Representatie is geen vorm van 'bestuur
door het volk' die simpelweg noodzakelijk is in grote staten omdat het volk te groot is om als
collectief bijeen te komen. Representatie is een fundamenteel anders en superieur politiek
systeem. De vertegenwoordigers kunnen dankzij hun wijsheid het beste zien wat in het
landsbelang is en hun patriotisme en liefde voor gerechtigheid zijn zo groot dat zij die, in
vergelijking tot andere mensen, het minst snel zullen opofferen. De kans op partijdige en zeer
gepassioneerde beslissingen is dus veel minder.
De vertegenwoordigers weten beter wat in het algemeen belang is dan het collectief
zelf.
1
,Siéyès: in een democratie maken de mensen zelf wetten en in een representatief systeem
vertrouwen ze dit toe aan vertegenwoordigers. De kracht van representatie ligt er volgens
hem in dat deze vorm van regering het best past bij de moderne ‘commerciële
maatschappij', waarin individuen zich voornamelijk bezighouden met productie en
uitwisseling. Mensen hebben in zo’n maatschappij niet meer genoeg vrije tijd om zich bezig
te houden met politieke zaken en moeten daarom mensen kiezen die zich hier voltijds op
toe kunnen leggen. Representatie is voor hem dus het toepassen van een arbeidsverdeling
ook op het politieke domein.
Bepaalde instituties van representatief bestuur zijn door de tijd heen niet veranderd. Manin
wil deze constante elementen identificeren. Dit noemt hij de principes van representatieve
regering. Dit zijn geen abstracte ideeën maar concrete institutionele afspraken/regelingen
die ooit uitgevonden zijn en sinds dien aanwezig zijn in alle representatieve regeringen.
Opvallend is dat in de late achttiende eeuw een representatieve regering totaal anders was
dan een democratische regering, maar dat we representatie tegenwoordig zien als een vorm
van democratie.
Moderne betekenis van het woord democratie anders? Nee, niet helemaal. Definitie
in beide tijdsperioden bevat de elementen politieke gelijkheid van alle burgers en de
macht van het volk.
Een ander probleem is dat we directe democratie vaak contrasteren met representatieve
democratie en daardoor de laatste automatisch als indirect bestempelen. Of er sprake is van
volksvertegenwoordigers wordt dan het criterium dat deze twee vormen van democratie
scheidt, maar dit is niet volledig correct. Madison benoemde al dat de directe democratieën
van de oudheid ook representatieve elementen hadden.
Tevens is het ook onduidelijk wat precies de betekenis is van indirect bestuur, indirect kan
verschillende betekenissen hebben.
Manin observeert vier principes die onveranderlijk geobserveerd worden en werden in alle
representatieve regeringen:
1. De bestuurders worden aangesteld door verkiezingen die met regelmatige intervallen
gehouden worden.
2. De besluitvorming door bestuurders heeft een bepaalde vorm van onafhankelijkheid
van de wensen van het electoraat.
3. Degenen die bestuurd worden mogen hun politieke meningen en wensen uiten
zonder dat deze gecontroleerd (gecensureerd) worden door de bestuurders.
4. Openbare beslissingen worden onderworpen aan debat.
1. Direct democracy and representation: selection of officials in Athens
Ook in de Atheense democratie, een schoolvoorbeeld van directe democratie, waren niet
alle machten in handen van het volk als collectief. Bepaalde functies werden toebedeeld aan
verkozen magistraten, maar vaker nog was er sprake van toebedeling op basis van loting.
Het is opvallend dat we tegenwoordig representatief bestuur louter associëren met
verkiezing en nooit met loting.
2
,Madison en Siéyès zagen niet de grootte van moderne staten als een reden waarom
representativiteit de beste optie is. Het feit blijft wel dat de grootte van moderne staten het
niet toestond dat het volk als collectief bijeen kwam en daardoor heeft het vast toch wel
meegespeeld bij de totstandkoming van representatieve systemen volgens Manin. Echter
kan de grootte van moderne staten niet verklaren waarom loting verworpen werd als middel
om representatieven aan te stellen.
We kunnen het argument aanvoeren dat lot willekeurig selecteert en dus ook degenen kan
kiezen die ongeschikt zijn om te regeren. Echter waren de Atheners niet bepaald dom en
moesten ze zich hiervan bewust zijn geweest: het idee dat loting ook ongeschikte mensen
aan kan stellen als regeerders is absoluut geen moderne ontdekking. Waarom bleven ze dan
toch loting gebruiken?
Analyses van representatieve regering contrasteren vaak verkiezing met erfelijkheid, maar
schenken nauwelijks aandacht aan het contrast tussen verkiezing en loting.
Studie van het gebruik van lot in het oude Athene noodzakelijk, omdat loting een van
de onderscheidende elementen van directe democratie is en omdat de Atheners
zowel loting als verkiezing gebruikten.
De meeste functies die niet uitgevoerd werden door de Volksvergadering (ekklesia) werden
in het oude Athene toebedeeld aan functionarissen via loting. Vooral magistraten (archai)
werden via loting gekozen. Wel waren er verdere restricties voor gelote magistraturen:
De functietermijn was één jaar.
Je mag niet twee keer hetzelfde magistraat bekleden.
Je mag niet twee jaar na elkaar magistraat zijn.
Je moet een burger zijn van dertig jaar of ouder en je burgerrechten mogen je niet
ontnomen zijn.
De gelote mensen moesten wel een bepaalde test ondergaan (dokimasia) die bepaalde of ze
legaal geschikt waren om magistraat te worden. De test had ook een politieke kant (mensen
met anti-democratische sympathieën werden bijvoorbeeld geweigerd) maar het doel van de
test was zeker niet incompetente mensen eruit pikken en de test was dan ook vaak een
formaliteit.
Er waren wel bepaalde beschermingsmiddelen tegen slechte magistraten. Zo werden de
magistraten voortdurend gemonitord door de Volksvergadering en de rechtbanken.
Daarnaast moesten magistraten verantwoording afleggen na hun ambtstermijn. Ook
mochten burgers ten alle tijden claimen geen vertrouwen meer te hebben in een
ambtenaar. Er werd dan gestemd tijdens een Principal Assembly en als de meerderheid
kenbaar maakte geen vertrouwen meer te hebben in de magistraat, werd deze per direct uit
zijn functie ontheven en ging zijn zaak naar de rechtbank (die hem kon vrijspreken (wat
leidde tot hervatten functie) of veroordelen.
Deze regelingen waren algemeen bekend en iedereen wist dat wanneer hij magistraat zou
worden, hij onderworpen zou zijn aan deze controlemechanismen. Belangrijk is daarnaast
3
, dat niet iedere burger boven dertig in de loterijmachines zat (de kleroteria), maar alleen
degenen die in aanmerking wilden komen voor een magistratuur.
Combinatie van de vrijwillige natuur van een magistratuur bekleden en de voorkennis
van de risico’s die eraan kleven als je het niet goed doet als magistraat, moeten al
geleid hebben tot zelfselectie.
Bij magistraturen die toebedeeld werden op basis van verkiezing was het de beoordeling
door anderen die bepaalde wie de magistratuur kreeg. Deze beoordeling vond zowel a
posteriori als a priori plaats. Net als bij magistraturen verdeeld op basis van lot was er
constante monitoring door de Volksvergadering. Ook zijn er verschillen:
De functietermijn is voor gelote en gekozen magistraturen één jaar, maar bij gekozen
magistraturen mag dezelfde persoon wel meer dan één jaar na elkaar dezelfde
functie bekleden.
Verkiezing werd gereserveerd voor een aantal magistraturen waarbij men
geschiktheid/competentie als cruciaal zag. Denk hierbij aan militaire/financiële posten. Dit
waren ook tevens de belangrijkste magistraturen. Ook kon je in de verkozen en niet per se in
de gelote magistraturen personen van een bepaalde voortreffelijkheid vinden.
In de vijfde eeuw werden vooral succesvolle politici gekozen als generaals (strategoi). In de
vierde eeuw werd de link tussen politici en generaals losser en werden politici vaker gekozen
voor financiële magistraturen. Ook zagen we dat in de vijfde eeuw generaals en belangrijke
politici deel uitmaakten van de oude families van landbezittende aristocraten en dat in de
vierde eeuw zij veel eerder uit de nouveau-riche kwamen: recent verrijkte families met een
goede reputatie.
Ook in Atheense democratie correlatie tussen politieke ambten uitoefenen en uit de
politieke/sociale elite komen.
Magistraten, gekozen of geloot, hadden vaak geen enorme politieke macht en hadden
vooral administratieve en uitvoerende taken. Ze hadden geen beslissende macht (to kyrion
einai), de bevoegdheid cruciale politieke beslissingen te nemen lag bij de Volksvergadering
en de rechtbanken.
De macht om voorstellen te doen en initiatief te nemen werd daarnaast bezeten door elke
burger die er gebruik van wilde maken. Ook hier limiteerde een proces van zelfselectie wie
initiatief nam.
Idee dat iedere burger die dat wenste gelijk in staat was om een voorstel in te
dienen, en meer algemeen, om zijn medeburgers toe te spreken, vormde een van de
hoogste democratische idealen.
Door te stellen dat de belangrijkste magistraturen gekozen en niet geloot werden, kan de
indruk gewekt worden dat lot minder belangrijk was dan het daadwerkelijk was. Echter zien
we dat ook belangrijkere functies dan die van magistraat verloot werden.
De leden van de Raad (Council, boule) werden ook gekozen door lot. De ambtstermijn was
één jaar en je kon maximaal tweemaal in je leven raadslid zijn. De raad werd betaald door de
stad Athene.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sophiedeleeuwx. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.