Les 1: Intro
1. Inzet
a. Vraag
Duurzaamheid
Duurzaamheid in ecologie is de eigenschap van biologische systemen om voor onbepaalde tijd divers en
productief te blijven (bv bossen en wetlands zijn duurzame biologische systemen). In het algemeen is
duurzaamheid: het uithoudingsvermogen van systemen en processen.
Organiserend principe voor duurzaamheid: duurzaam ontwikkelen die verband tussen ecologie, economie,
politiek en cultuur omvat (wetenschap zoals milieukunde en ecologische economie houden zich hiermee bezig).
Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling waarbij de huidige wereldbevolking in haar voorziet zonder de
komende generatie te beperken om in hun behoeften te voorzien.
‘sustainable development is development that meets the need fort he present without compromising the
ability of the future generations to meet their own needs’
Brundtland-rapport: rapport (Our Common Future) dat duurzame ontwikkeling opriep, hierin vindt je een
algemene erkende definitie van duurzaamheid.
Ecologische voetafdruk meet de menselijke consumptie dat nodig is om de hulpbronnen te leveren en de
afvalstoffen van de gemiddelde mens te absorberen. (draagkracht van de Aarde wordt overschreden!). De
ecologische tekort wordt gehaald uit niet-duurzame extra bronnen (ingebed in G&D, gehaald uit het verleden
(fossiele brandstoffen), of geleend van de toekomst (overexploitatie bossen en visserij)).
Human Development Index: maatstaaf voor de levensstandaard dat wordt gebruikt om de duurzaamheid van
individuele landen te meten door hun ecologische voetafdruk te vergelijken. Conclusie: hogere levensstandaard
= minder duurzaam
Duurzaamheid bereiken: wereldwijde levensstandaard verhogen zonder gebruik van hulpbronnen op meer dan
duurzame niveaus (= m.a.w. verbruik van één planeet niet overschrijden)
Manieren om duurzaamheid te bevorderen: ander manier van leven, duurzaam bouwen, nieuwe technologieën
ontwikkelen, duurzaam ontwerpen…
Duurzaam bouwen: drie pijlers:
- 1) de ecologische dimensie
- 2) de sociale dimensie
- 3) de economische dimensie
tabel LEnSE-project
(tabel te zien in de
pdf les 1 intro, pg 13)
om als duurzaam beschouwd te worden is het volgens het LEnSE-project niet alleen energiezuinig of
gerecycleerd materiaal, ook aangenaam binnenklimaat, veilig en toegankelijk. Ook de bouwkosten,
onderhoudskosten en levenscycluskosten spelen een niet te onderschatten rol.
1) De ecologische dimensie van duurzaam bouwen
1
,Het thema duurzaam bouwen mag niet beperkt worden tot de ecologische dimensie ervan.
Men kan niet ontkennen dat bouwgebeuren een belangrijk milieu-impact heeft (desondanks het
thema duurzaam bouwen. Bouwsector is verantwoordelijk voor 50% van het mondiale grondstoffenverbruik, in
België is de verwarming en verlichting van gebouwen goed voor 42% van het totale energiegebruik, bouwsector
is een grote afvalproducent (bouw- en sloopafval)
De biodiversiteit mag ook niet uit het oog verloren worden, deze kan beschermd worden door vooral terreinen
met lage milieuwaarde te bebouwen (brownfields) of inspanning te leveren om de fauna en flora te vrijwaren.
2) De sociale dimensie van duurzaam bouwen
De mens besteedt 90% van zijn tijd binnenshuis, dus is het niet verwonderlijk dat zijn levenskwaliteit in grote
maten afhankelijk is van de kwaliteit van het gebouw waarin hij zich bevindt. Om te beschikken over een gezond
binnenklimaat, moet er in het gebouw aan een aantal voorwaarden worden voldaan op gebied van
luchtkwaliteit en thermische, visuele en akoestische comfort.
3) De economische dimensie van duurzaam bouwen
Om de instandhouding en de vernieuwing van de bebouwde omgeving mogelijk te maken, moet men kunnen
rekenen op een goede economische bedrijfsvoering, waarbij nodige aandacht uitgaat naar innovatieve
ontwikkelingen.
Toekomstperspectieven
Vroeger kon de milieupijler op veel aandacht rekenen, maar de geharmoniseerde evaluatiemethode is voor
dit aspect nog niet helemaal op punt (Er wordt hieraan gewerkt door de Europese Technische Comité (CEN
TC 350) ‘Sustainability of constructions works’).
Wat de sociale en economische pijler betreft, is er dringend nood aan kennis omtrent de levenscycluskosten
en de voordelen die gepaard kunnen gaan met onderhoudsstrategieën op langere termijn. De belangrijkste
uitdaging ligt echter in de geïntegreerde benadering van deze drie dimensies en in de evenwichtige
toepassing ervan.
Een concrete invulling van het begrip duurzaam bouwen impliceert de tussenkomst van diverse actoren
(kredietverleners, ontwerpers, opdrachtgevers, aannemers, leveranciers, bewoners, wetenschappelijke
wereld, overheid..) Zie schema: pdf les 1 intro, pg
20
Locatie: Een ruimtelijke uitvoeringsplan of RUP, is in Vlaanderen een plan waarmee
de overheid in een bepaald gebied de bodembestemming vastlegt.
Hier wordt rekening gehouden met ‘de longen van de stad’ (lucht dat uit groene gebieden naar de stad
komen), en ook wordt er rekening gehouden met de zonnestand van elk seizoen (in de winter ligt de zon
lager dan in de zomer).
Het klimaat is de gemiddelde weerstoestand (temperatuur, windkracht, bedekkingsgraad en neerslag) over
een periode van min. 30 jaar. Het weer is de toestand van de atmosfeer op een bepaald moment. Omdat het
weer snel veranderd, worden ook frequentieverdelingen, extreme waarden, modale waarde en
standaardafwijkingen betrokken bij de gemiddelde waarden.
Voor wie
In totaal leven 1/6 van de mensen in krotten (+1 miljard). Voornamelijk in derdewereldlanden, wereldwijd
gaat het om 1/3 van alle stadbewoners.
Nederland en België kennen geen sloppenwijken meer. Maar nog tot in de 20 e eeuw woonden in Nederland
2
, meer dan een miljoen mensen opeengepakt in sloppen en stegen zonder frisse lucht, schoon water of
riolering. Dit is in 70 jaar veranderd sinds 1901 na het aannemen van de Woningwet. Woningnood was nog
steeds een probleem in 1970. (voorbeeld: Uilenburgstraat, Amsterdam. Deze buurten zijn pas na de WOII
gesloopt)
Aravena/Elemental eerste gebouwde project in Iquique, Chile 2004. Omvat 93 woningen
ELEMENTAL is gebaseerd op DRIE principes:
- Om beter wijken, huisvesting en nodige stedelijke infrastructuren te
bedenken, ontwerpen en bouwen om zo sociale ontwikkeling te promoten
en zo de cirkel van armoede en ongelijkheid te doorbreken.
- Om een relevante kwalitatieve sprong voorwaarts teweeg te brengen,
moeten onze projecten onder dezelfde markt- en beleidsvoorwaarden
worden gebouwd als alle andere, waarbij wordt gewerkt aan het bereiken
van “meer met hetzelfde”.
- Onder kwaliteit verstaan we projecten waarvan het ontwerp in de loop van
de tijd meerwaarde en rendement op de investering garandeert, zodat we
niet langer als ‘sociale uitgave’ worden beschouwd.
b. Antwoord
De zon: de ster in ons planetenstelsel
(zonnestelsel). Dit is de helderste object
aan de hemel voor ons en onderscheidt
dag en nacht. Het is direct of indirect
verantwoordelijk voor daglicht en
warmte in de aardatmosfeer.
Planologie kijkt naar de inrichting van de
ruimte, de ruimtelijke ordening, en hoe
deze met beleid kan worden verbeterd.
(stellen bv. bestemmingsplannen,
structuurvisies of tracébesluiten op)
Planologie heeft te maken met sociale geografie, economie, milieukunde, verkeers- en vervoerskunde,
planeconomie en zelfs psychologie en sociologie. Ze gebruikt onder andere cartografie, ecologie, hydrologie,
bodemkunde, demografie, statistiek en sociologie.
Bij het nemen van beslissingen over inrichting van ruimte (en vooral in klein, dichtbevolkt land zoals België), is het
moeilijk om te kiezen voor economische groei of milieubelangen, want de leefbaarheid en de noodzaak van
economische ontwikkeling zijn vaak tegenstrijdig met elkaar.
Interieur (van het Latijns ‘inter’ dat ‘tussen’ betekent) is de algemene benaming voor de binnenkant van een object.
In het dagelijks spraakgebruik wordt ermee bedoeld de inrichting van een auto, boot, huis of iets soortgelijks. In deze
gevallen omvat interieur het meubilair. Het woord wordt zowel gebruikt voor de verzameling van afzonderlijke
meubelstukken in een ruimte als voor het geheel.
Louis Sullivan z’n ontwerp van het gebouw ‘the Guaranty Building’ (de vroege vorm van de eerste wolkenkrabbers in
New York, 1896, ontworpen door Louis Sullivan en Dankmar Adler) is gebaseerd op het idee ‘form follows function’.
Ze hebben het gebouw verdeeld in vier zones, zichtbaar in de expressie en ornamenten van het gevelbeeld.
De vier zones: - kelder: mechanische en ulitaire functies, ondergronds dus niet getoond op gevelbeeld
- begane grond: publieke functie, met publieke entrees, lobbies en winkelruimtes
3