Samenvatting H6 soorten en populaties paragraaf 1-4. Met verschillende onderwerpen omtrent soorten en populaties: biotische/abiotische factoren, taxonomie, mutaties, voedselweb en meer
2 criteria om te kijken tot welke soort een individu behoort:
- Overeenkomst in uiterlijke kenmerken
- Mogelijkheid op vruchtbare nakomelingen
o Soms kijken onderzoekers naar informatie uit DNA-onderzoek
Binominale naamgeving: Wetenschappelijke naam van organisme
- Geslachtsnaam (met hoofdletter)
- Soortaanduiding (met kleine letter)
- Erachter kan toevoeging/ondersoort, geografisch gescheiden soortgenoten met andere kenmerken
o In naam laten wetenschappers soms een eigenschap zien.
Taxonomie= Tak van wetenschap die soorten indeelt in groepen.
- Organismensoortengeslachtenfamiliesordenklassenafdelingenrijkendomeinen.
- Domein is tegenwoordig hoogste groep in taxonomie
o Onderscheid in type ribosomaal RNA: Archaea, bacteriën en eukaryoten.
o Archaea en bacteriën zijn prokaryoot= Eencellige organisme met los cirkelvormig DNA
o Eukaryoten hebben DNA in celkern.
o Archaea heeft andere opbouw in celmembraan= Enkele laag fosfolipiden met staarten.
o Bacteriën en archaea hebben celmembraan met dubbele laag fosfolipiden.
Informatie uit DNA-onderzoek kan ook overeenkomsten laten zien: (meer betrouwbaar dan uiterlijk)
- Chromosomen lijken op elkaar of niet
- Basenvolgorde van het DNA in de mitochondriën hetzelfde of niet.
- Genen voor eiwitten hetzelfde of niet
- Moleculaire klok= Genen die met constante snelheid muteren.
o Hiermee kunnen onderzoekers vaststellen waarmee soort verwant is + hoelang al op aarde.
o Hoe meer verschillende mutaties, hoe minder nauw verwant, hoe langer geleden gesplitst
van gemeenschappelijke voorouder.
Hybriden= Verschillende soorten kruisen met elkaar en hebben levensvatbare nakomelingen.
- Helpen om familierelaties tussen soorten in kaart te brengen
Rassen= Groep dieren of planten ontstaat door fokken of kweken.
Ongeslachtelijke voortplanting= Nakomelingen ontstaan zonder paring (criteria nakomelingen vervalt).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur danevanengelen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.