Bij deze zijn de stellingen uitgewerkt, met een beknopte informatie rond deze stellingen, om zo een inzicht te krijgen waarom het juist wel of niet waar is. Door dit intestuderen was ik namelijk geslaagd voor het vak!!!!
Reminder; Dit document is auteursrechtelijk beschermd. Elektronisch verspr...
De aandeelhouders beslissen over wat er met de winst gebeurt. (p. 11)
Waar -> Hierover wordt jaarlijks beslist in de AV.
Een bedrijf dat verlies maakt, gaat failliet. (p. 15)
Niet waar -> Zolang deze negatieve interne middelen door externe geldstromen (eigen
vermogen of schulden) worden gecompenseerd, zijn er geen cashproblemen en gaat het
bedrijf niet failliet.
Een aandeelhouder kan het geld dat hij investeerde terugeisen. (p. 11)
Niet waar -> Wil hij zijn geld terug, dan zal hij iemand moeten vinden die zijn aandelen wil
kopen.
Niet alle uitgaven zijn kosten (p. 17)
Waar -> Uitgaven op KT zijn kosten of opex. Uitgaven op LT noemen we investeringen of
capex.
Een balans is altijd in evenwicht (p. 20)
Waar -> Actief = Passief, evenwicht is gerespecteerd
Een bedrijf met veel kapitaal heeft geld (p. 21)
Niet waar -> Het kapitaal op het passief vertelt enkel hoeveel geld er ooit van de
aandeelhouders kwam. Het zegt niets over de hoeveelheid cash die een bedrijf al dan niet
heeft.
Een bedrijf met veel reserves heeft veel geld (p.24)
Niet waar -> Reserves zeggen niets over de aanwezigheid van cash.
Voor sommige schulden betaal je geen interest (p.26)
Waar -> Zolang de onderneming de factuur niet betaalt, gebruikt ze het geld van de
leverancier om haar bedrijfsactiviteiten te financieren. De leverancier is dus een
investeerder. Een sympathieke investeerder bovendien, want het bedrijf hoeft GEEN
INTEREST TE BETALEN. De leverancier geeft je een gratis lening.
Er zijn bedrijven die geen kantoor, gebouwen, computer of machines hebben. (p.30)
Waar -> Op sommige balansen staat er niets bij de materiële vaste activa. Dit betekent niet
dat er niets is. Alles wordt gewoon gehuurd of geleased.
De meeste bedrijven geven gratis leningen (p.31)
Waar -> Wanneer een bedrijf producten of diensten verkoopt, ontvangt de klant hiervoor
vaak een factuur. Die factuur hoeft niet onmiddellijk betaald te worden. Dat is goed nieuws
voor de klant, want die krijgt zo een gratis lening.
Een bedrijf met veel cash zal niet snel cashproblemen hebben (p. 33)
Niet waar -> Je kunt vandaag wel veel cash hebben, maar dat zegt niet over morgen.
, Een bedrijf met veel activa is een gezond bedrijf (p.39)
Niet waar
Wil je de gezondheid van een bedrijf analyseren, kijk dan eerst naar het intern eigen vermogen (p.40)
Waar -> De 1ste balanspost die je moet nakijken om te zien of een bedrijf gezond is, is het
intern eigen vermogen.
Solvabiliteit is een ratio die overal op dezelfde manier wordt berekend (p.46)
Niet waar -> Mocht je ooit met ratio’s gaan werken, dan moet je weten dat ratio’s geen
wereldwijde definities kennen.
Een bedrijf met een hoge solvabiliteit is een gezond bedrijf (p. 51)
Niet waar -> Een zeer hoge solvabiliteit betekent dat een bedrijf voor het grootste deel door
de aandeelhouder wordt gefinancierd, zoals gezegd een dure vogel. De hoge vergoeding die
een aandeelhouder verwacht, kan een grote druk leggen op het bedrijf.
Bedrijfswinst = winst van het bedrijf (p. 64)
Niet waar -> Het bedrijfsresultaat geeft dus een belangrijk deel, maar niet de totale activiteit
weer. Voor het berekenen van de winst moeten ook het financieel en uitzonderlijke resultaat
meegeteld worden.
Als een bedrijf zijn producten verkoopt, krijgt het cash geld binnen (p. 64)
Niet waar -> verkopen = facturen sturen, betalingsuitstel
Om de kosten te kennen van de personen die voor een bedrijf werken, kijk je naar de lonen. (p.67)
Niet waar -> Het loon van het eigen personeel vinden we bij de lonen. De KOSTEN van
onderaannemers vind je niet bij de lonen maar bij de kosten van de diensten.
Afschrijven betekent geld opzij leggen voor toekomstige investeringen (p. 67)
Niet waar -> Afschrijven en sparen hebben echter niets met elkaar te maken. Afschrijvingen
zijn een toepassing van een belangrijk principe dat we al eerder zagen, de eenheid van
boekjaar.
Boekwaarde = marktwaarde (p.68)
Niet waar -> De boekwaarde van een actief zegt niets over de marktwaarde,
gebruikerswaarde.
Dividenden zijn financiële kosten (p. 74)
Niet waar -> De dividenden die het bedrijf uitbetaalt, vinden we echter niet onder de
financiële kosten. Dividenden kunnen pas uitbetaald worden als er winst overblijft na
betaling van de belastingen.
Het uitzonderlijk resultaat is meestal een klein bedrag (p. 76)
Waar -> Het uitzonderlijk resultaat is meestal slechts een klein deel van de winst.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur captainjacksparrow. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,47. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.