De verpleegkundige als beroepsoefenaar
Deel 1 Wetgevende en bestuurlijk overheden in België
1. Inleiding
1.1 Rechtstaat
Gezagdragers moeten democratisch tot stand gekomen rechtsregels respecteren (dus geen
onbeperkte macht).
Beslissingen genomen door een democratisch verkozen meerderheid
De meerderheid moet aantal rechten en vrijheden respecteren (rechten van de mens) zoals
rechten uit de grondwet maar ook in de internationale verdragen.
o Vb. Nazi-Duitsland kon niet als een rechtsstaat beschouwd worden omdat er normaal
werkend parlement was maar die niet de fundamentele rechten en vrijheden
respecteerde.
Over geschillen tussen burgers onderling of tussen burgers en overheid wordt door een
onafhankelijke rechtbank beslist.
Tegenovergestelde is een dictatuur.
1.2 Democratie
Democratie = de participatie van de burgers in het staatsbestuur via verkiezingen.
De taak van de overheid bestaat erin de rechten en belangen van de burgers te beschermen. Het is
dan ook belangrijk de burgers te betrekken bij de keuze van en de controle op de overheid.
Vb. In België was dit er vroeger niet. Dan mochten enkel de rijken klasse stemmen en arbeiders niet.
Nu is er een kiesrecht met opkomstplicht vanaf 18 jaar.
1.3 Scheiding der machten
Scheiding der machten = houd in dat de macht verdeeld is tussen de wetgevende, uitvoerende en de
rechtelijke macht en elke macht gecontroleerd wordt door een tegenmacht.
Dit is in het leven geroepen om geen misbruik te maken van u macht.
Nu is het niet meer zo sterk aanwezig maar is er meer een samenwerking tussen de machten dan
echt gescheiden machten.
1.4 Federale staat
Vanaf 1993 in de GW staat dat België een federale staat is. Met:
1 federale staat
3 gewesten
o Vlaams gewest
o Waals gewest
o Brussel Hoofdstedelijk gewest
3 gemeenschapen
o Vlaamse gemeenschap
o Franstalig gemeenschap
o Duitstalig gemeenshcap
,Toegewezen bevoegdheden = eigen bevoegdheden die uitdrukkelijk aan de federale staat, de
gemeenschappen of gewesten worden toegewezen in de GW of de Bijzondere Wet.
Residuaire bevoegdheden = bevoegdheden die niet uitdrukkelijk aan een overheid zijn toegewezen.
2. De federale structuur
2.1 De samenstelling van de federale wetgevende macht
Wetgevende macht wordt uitgevoerd door:
De koning
Het parlement
o Kamer van Volksvertegenwoordigers
o De Senaat
Tijdens de zesde staathervorming (“Vlinderakkoord”) werd de federale wetgevende macht grondig
hervormd, zowel wat betreft de samenstelling als de werking van de beide kamer.
2.1.1 De Kamer van Volksvertegenwoordigers
150 rechtstreeks verkozen leden
Om de 5 jaar verkozen (tenzij de Kamer vroegtijdig wordt ontbonde)
2 taalgroepen
o Nederlandse taalgroep
o Franse taalgroep (hier sluit de Duitse staalgroep zich aan)
Beslissingen
o Meerderheid van elke taalgroep
o 2/3 meerderheid van de totale Kamer
2.1.2 De Senaat
60 leden
o 50 deelstaatsenatoren = aangeduid door de parlementen van de deelstaten (29
Nederlandstaligen; 20 Franstaligen en 1 Duitstalige). Zij hebben een dubbel mandaat:
ze zijn senator en lid van het deelstaatparlement.
o 10 gecoöpteerde senatoren = aangeduid door de deelstaatsenatoren, waarbij de
zetelverdeling gebeurt op grond van het resultaat van de verkiezingen voor de Kamer
(6 Nederlandstalige en 4 Franstaligen).
o 2/3 van de senatoren mogen niet van het zelfde geslacht zijn.
o Vroeger senatoren van rechtswege (kinderen van koning of nakomelingen van de
regerende dynastie vanaf 18 jaar) maar deze is afgeschaft vanaf de 6 de
staatshervorming.
Geen parlementair orgaan
8 gewonde plenaire vergadering, kan bijgevoegd en verminderd worden wanneer nodig.
Je mag geen dubbel mandaat hebben:
Lid van Kamer en Senaat
Lid federaal parlement en het parlement van een gemeenschap of gewest
Lid zijn van Kamer of Senaat en Minister of Staatssecretaris
Uitzondering: deelstaatsenatoren
2.1.3 De Koning
Is de staatshoofd en wordt door erfelijke wijze opgevolgd.
,Maakt deel uit van de wetgevende macht en zal wetten moeten bekrachtigen (uitzondering
abortuswet).
Onbekwaam om alleen te handelen, minstens door 1 minister moet het worden gedekt.
2.2 De samenstelling van de uitvoerende macht
Bestaat uit:
De Koning
Regering
o Ministers
Volwaardig lid van de regering
o Staatssecretarissen
Lid van de regering maar heeft beperkte bevoegdheden
o Eerste minister
Regering is paritair samengesteld. Er zijn evenveel Franstalige als Nederlandstalige ministers,
uitzondering 1ste minister.
Samenstelling gebeurt via politieke partijen, na parlementaire verkiezingen. Moet benoemd worden
door de Koning en goedgekeurd worden door het parlement.
2.3 De bevoegdheden van het federaal parlement
2 belangrijke taken:
Het maken van wetten
Wetsontwerp = een initiatief om een wet tot stand te brengen kan uitgaan van een lid van de
regering.
Wetsvoorstel = een initiatief om een wet tot stand te brengen kan uitgaan van een lid van het
parlement.
1. Beide worden eerst in kleine groepen, zogenaamd parlementaire commissie besproken, voor
ze naar de voltallige vergadering van de Kamer gaan en daar al dan niet goedgekeurd
worden.
2. Vervolgens gaat de wet naar de Koning waar hij de wet al dan niet bekrachtigt, maar onder
verantwoordelijkheid van een minister (wetgevende macht)
Bekrachtiging = houd dus in dat de Koning zich akkoord verklaart met het door de Kamer(s)
aangenomen wetsontwerp of wetsvoorstel.
3. Daarna komt de afkondiging = dit is de handeling waarbij de uitvoerende macht het bestaan
van de wet bevestigd en beveelt dat de wet wordt bekendgemaakt.
4. Als laatste de bekendmaking = in het Belgisch Staatsblad. Door publicatie wordt elke burger
geacht de wet te kennen.
De kamer kan een parlementaire onderzoekscommissie aanstellen die als een soort
onderzoeksrechter zeer belangrijke en maatschappelijk gevoelige aangelegenheden onderzoekt.
Na de 6de staatshervorming werd dit van de Senaat ontnomen.
Vb. commissie Dutroux, Bende van Nijvel, Terreur, Vrouwenhandel
Het controleren van de regering
o Via de begroting
o Via de mogelijkheid om de aanwezigheid van ministers te vragen of te vorderen en
hen te bevragen of te interpelleren
o Senaat mag dit enkel maar schriftelijk doen.
, Na 6de staatshervorming:
Kamer: bijna uitsluitend bevoegd voor wetgeving en controle
Senaat: ontmoetingsplaats voor de deelstaten; amper nog bevoegd in zake wetgeving
2.4 De bevoegdheden van de federale regering
De bevoegdheid:
Uitvoeren van wetten
o De wetten hebben vaak een algemeen karakter, waardoor de erin opgenomen
regeling niet altijd onmiddellijk toepasbaar is voor burgers, bedrijven, ambtenaren.
Deze nadere uitwerking gebeurt daarom in Koninklijke besluiten (KB’s) en
ministeriële besluiten (MB’s).
Organisatie van openbare diensten (vb. FOD’s)
Buitenlands beleid
3. De gemeenschappen en de gewesten
3.1 Samenstelling van de wetgevende macht (Vlaams
Parlement)
Legislatuurparlement = een parlement dat verkozen wordt voor een vaste periode, zonder
mogelijkheid tot voortijdige ontbinding
Het Vlaams parlement kan niet worden ontbonden zoals het federaal parlement.
Federaal Wetten
Gemeenschappen en gewesten Decreten
Brussel-hoofdstedelijk gewest Ordonnantie
Provincies provinciale verordening
Gemeentes gemeentelijke verordening
3.2 Samenstelling van de uitvoerende macht (Vlaamse
Regering)
Bestaat uit 11 leden verkozen door het Vlaams Parlement want die heeft gouvernement-making
power = kan de regering samenstellen
De Vlaamse ministers moeten niet in het Vlaams parlement zitten, het mogen ook personen zijn die
niet verkozen zijn.
De Vlaamse regering is een collegiaal orgaan dat beslist bij consensus (iedereen moet akkoord gaan).
3.3 Bevoegdheden van de Gemeenschappen en de gewesten
De Gemeenschapsbevoegdheden:
Culturele aangelegenheden
Persoonsgebonden aangelegenheden
Onderwijs (met uitzondering van bepalen van beging en einde van de leerplicht, minimale
voorwaarden voor het uitreiken van diploma’s, pensioenregeling van het onderwijzend
personeel. Dit blijft federale bevoegdheden.)
Gebruik van talen in bestuurszaken, onderwijs en sociale betrekkingen tussen werkgeven en
werknemer
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur janamartens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.