Privaatrecht 2020-2021
Deel 1: Personen- en familierecht
Hoofdstuk 1: De mens
Afdeling 1: Bestaan van de fysieke persoon
BEGIN
A. Het bestaan
Alleen personen die bestaan hebben rechtspersoonlijkheid = rechtssubjecten, zijn drager van rechten en
verplichtingen (erven, ontvangen schenkingen, erkenning). Rechtspersoonlijkheid begint bij de geboorte
en eindigt met de dood.
Rechtspersoonlijkheid wordt toegekend wanneer:
- Het kind levend geboren wordt.
- Het kind levensvatbaar is.
Soms worden aan de nog ongeboren vrucht bepaalde rechten toegekend.
- Ongeboren kind moet verwerkt zijn vóór toekenning rechten.
- Ongeboren kind moet levensvatbaar geboren worden.
Let wel! Dit betekent niet dat het kind rechtspersoonlijkheid zou verkrijgen vóór de geboorte.
Art. 58 BW → Akte van levenloos kind.
Wanneer je bevalt van een kind dat je onvoldoende lang hebt gedragen, krijgt het kind geen familie maar
enkel een voornaam. Dit ligt moeilijk bij de ouders van het levenloos geboren kind.
B. Embryobescherming
Door evolutie in de medische wetenschap kwam er een noodzaak aan nieuwe beschermingen.
- Wet i.v.m. onderzoek op embryo’s in vitro = onder bepaalde omstandigheden is onderzoek op
menselijke embryo’s toegelaten, terwijl het reproductief klonen en het gebruik van embryo’s
voor commerciële doeleinden of met eugenetisch oogmerk (ras “veredelen”) verboden is.
- Wet Medische Begeleide Voorplanting regelt het statuut van de overtallige embryo’s.
Essentie = Vanaf dat je medisch begeleid wordt omwille van vruchtbaarheidsproblemen moet je
vooraf een overeenkomst tekenen waarbij er zal bepaald worden wat er met die embryo’s zal
gebeuren.
- Overtallige embryo’s worden gebruikt voor onderzoek of vernietigd.
C. Abortus
- Welk perspectief?
Spontaan, doel (therapeutische- eugenetische- en sociale redenen), uitvoering, toestemming
vrouw.
- Niet-vrijwillige abortus. In 1990 werd de strafbaarheid van abortus onder bepaalde voorwaarden
weggenomen → Art. 348 e.v. Sw.
Parlement: abortus kan.
Vorst: abortus kan niet. Mag koning (instituut) een geweten hebben?
Koning werd voor een korte periode onmogelijk verklaard om te regeren zodat wetgeving kon
worden bekrachtigd.
- Vrijwillige abortus. De abortuswet bepaalt dat een zwangerschapsafbreking niet strafbaar is
wanneer aan 5 cumulatieve voorwaarden wordt voldaan waarvan de tijdsvoorwaarde
belangrijkste is (los van 12 weken = moeder in gevaar of ongeneselijke ziekte van kind) → Art. 2
Abortuswet.
1
,EINDE
A. Dood
De dood is het einde van de fysieke persoon en het einde van de rechtspersoonlijkheid.
I. Vaststelling van het overlijden (m.b.t. orgaantransplantatie)
Moment van overlijden is moeilijk vast te leggen aangezien de dood geen momentopname is. Men neemt
aan dat een mens dood is bij afwezigheid van elke hersenwerking. De dood moet door 3 geneesheren
worden vastgesteld die niets met de transplantatie te maken hebben.
In België valt de transplantatiewet onder het positief stelsel = Iedereen is kandidaat-donor behalve indien
je in het bevolkingsregister kenbaar maakt dat je dit niet wenst.
II. Recht om rustig te sterven
a) Interventie in het stervensproces
Onaantastbaarheid van het sterfbed (= eenieder heeft het recht om ongestoord te sterven) ↔
Therapeutische hardnekkigheid (= alle ingrepen waardoor het stervensproces kunstmatig wordt
verlengd.
b) Euthanasie
Het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een andere dan de betrokkene, op diens verzoek.
Meerderjarige bevindt zich in een terminale OF uitzichtloze toestand van aanhoudend psychisch
lijden, dat ongeneeslijk lijkt. De toestand moet het gevolg zijn van een ernstige en ongeneeslijke, door
ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening.
Minderjarige bevindt zich in een uitzichtloze toestand van aanhoudende en ondraaglijk fysiek lijden
dat binnen afzienbare termijn (= terminaal) het overlijden tot gevolg heeft. De toestand moet het
gevolg zijn van een ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening.
Voorwaarden opdat euthanasie geen misdrijf is = arts (geen verplichting tot medewerking), herhaald
verzoek, medisch uitzichtloos, naleving voorwaarden en procedures (aangifte aan Federale controle
en evaluatiecommissie). Indien euthanasie volgens het “boekje” werd uitgevoerd dan is dit een
natuurlijke dood.
Elke handelingsbekwame meerderjarige kan, voor het geval dat hij zijn wil niet meer kan uiten,
schriftelijk in een wilsverklaring zijn wil te kennen geven dat een arts euthanasie toepast indien deze
arts er zich van verzekerd heeft: dat hij lijdt aan een ongeneselijke ziekte, dat hij niet meer bij
bewustzijn is en dat de toestand onomkeerbaar is.
Let wel! Eens wilsonbekwaam is het vaak te laat voor euthanasie tenzij men zich in een onomkeerbare
coma of vegetatieve toestand bevindt. Er rest enkel een negatieve wilsverklaring (afzien
sondevoeding, antibiotica of andere levensstrekkende behandelingen).
c) Medische handelingen zonder oogmerk om te doden
- Pijnbestrijdingsmiddelen.
Bv.: bij een gewenningseffect aan morfine blijft men de dosis verhogen, dit kan de dood tot
gevolg hebben terwijl men niet de intentie heeft om te doden.
- Het niet toepassen van zinloze of onverantwoorde medische ingrepen.
- Het kunstmatig in leven houden.
Dood (klinisch dood) = Alle activiteiten behoren gestaakt te worden, behalve degene die nodig
zijn om het lichaam in een toestand te houden, geschikt voor transplantatie.
Niet dood (coma) = Geen wettelijke regel maar men zou kunnen stellen dat de interventie alleen
mag worden gestopt wanneer naar medisch inzicht de behandeling nutteloos is.
2
, - Recht om behandeling te weigeren.
De beslissing van de ouders over een minderjarige kan worden getoetst door de jeugdrechter.
III. Rechtstatuut van het lijk
Een lijk is geen rechtsobject maar een res sacra (heilige zaak):
- Niet verhandelbaar.
- Wil van overledene moet gerespecteerd worden m.b.t. zijn beschikkingen over zijn lijk en
begrafenis.
Een arts mag niet zomaar op zoek naar de oorzaak van het overlijden d.m.v. een lijkschouwing. In
bepaalde omstandigheden kan deze sacraliteit wel doorbroken worden (moord, dood zeer jonge
kinderen, …).
Afstand van een lijk is de wilsbeschikking van een overledene waarin hij verklaart zijn lichaam af te staan
aan een universiteit/onderzoekscentrum om voorwerp uit te maken van een verdere studie.
Orgaantransplantatie mag niet bij een overlijden wegens ongekende oorzaak. De anonimiteit van de
donor moet gewaarborgd blijven (tenzij levende donor).
B. Onzekerheid nopens het bestaan
Wanneer men het overlijden niet kan vaststellen heeft dit een impact op de nalatenschap.
I. Afwezige
Degene die opgehouden heeft te verschijnen waar hij zijn woonplaats/verblijfplaats had en van wie men
geen nieuws heeft ontvangen, zodat men niet weet of hij leeft of dood is.
- Vermoeden van afwezigheid = +3 maanden geen nieuws ontvangen (≠ overlijden, nalatenschap
valt niet open).
- Verklaring van afwezigheid = 5 jaar na vonnis van vermoeden van afwezigheid geen nieuws
ontvangen (= overlijden, nalatenschap valt open).
II. Vermiste
Degene van wie men redelijkerwijze weet dat hij dood is, maar van wie men het lijk niet kan terugvinden.
Men voert een gerechtelijke procedure om het overlijden te doen vaststellen.
III. Eenvoudig niet-aanwezige
Persoon die men niet aantreft in zijn woonplaats, alhoewel men met zekerheid weet dat hij nog in leven
is. Wordt voor de handelingen van het dagelijks rechtsverkeer toch aanwezig geacht in zijn woonplaats.
Afdeling 2: Biotechnologie en het recht
Het menselijk lichaam is geen voorwerp van een juridische regeling in het BW maar een publiekrechtelijk
statuut = We onttrekken het lichaam vh privaatrecht en op die manier ook vh handelsrecht. Gevolgen:
- Geen zelfbeschikking.
- Leer persoonlijkheid (geen beschikking van rechtssubject over ander rechtssubject).
A. Medische vooruitgang
De vooruitgang in de wetenschappen hebben een explosie aan vragen/problemen doen ontstaan rond het
gebruik van organen, het testen van behandelingen op mensen, het ontwikkelen/gebruik van stamcellen
en het ingrijpen op de menselijke onvruchtbaarheid. Hierdoor werden er nieuwe wetten gecreëerd.
3
, B. Toegenomen zeggenschap over eigen lichaam
Deze ontwikkeling zorgde ervoor dat de wetgeving over abortus en euthanasie werd gewijzigd en dat er
een wetgeving ontstond over tatoeages en piercings.
C. Zorg om patiënten
Vroeger = Overgave aan arts. Nu = Rechten gedreven relatie tussen arts en patiënt.
Afdeling 3: Persoonlijkheidsrechten
Persoonlijkheidsrechten zijn rechtstreeks verbonden aan de persoonlijkheid en zijn geen zakelijke rechten (niet
in geld waardeerbaar of verhandelbaar).
PRIVACY
Privacy is meer dan alleen het afschermen van de private levenssfeer. Het is de bescherming van een aan een
persoon eigen levenssfeer of de ruimte aan elk individu toegekend waar hij, niet gestoord door derden, kan
instaan voor zijn zelfontplooiing.
A. Ontwikkeling grondrecht
Grondrecht wordt gerealiseerd door EHRM en Belgische rechtbanken met 5 beschermingsniveaus.
I. Afgeschermd leven (‘The right to be let alone’)
Verbod binnen te dringen in het afgeschermde leven + bescherming voor handelingen gesteld in het
openbaar (eerbiediging dagboek, bewaken, verbod op stalking, …).
II. Omgang met anderen
Bv.: omgang met vrienden, aard van het gezien, transmissie- en communicatiebescherming, …
III. Zelfbeschikking
Bv.: erkenning geslacht, fysieke integriteit, …
IV. Informationele privacy
De regeling van de verwerking van persoonsgegevens.
V. Geautomatiseerde besluitvorming
Elke burger heet het recht zich te verzetten tegen het feit dat op hem een besluit wordt toegepast dat tot
stand is gekomen op grond van een geautomatiseerde gegevensverwerking (bv.: Big Data). Kan van
worden afgeweken met toestemming van titularis.
B. Verwerking persoonsgegevens
III. Grondbeginselen
- Erkenning van informationele zelfbeschikking
Verwerkingsverbod. Dit impliceert dat principieel niemand persoonsgegevens mag verwerken
van een andere persoon, zonder toestemming van het datasubject.
+ Uitzonderingen. In bepaalde gevallen mogen persoonsgegevens van een ander wel verwerkt
worden (bv.: je hebt persoonsgegevens nodig om contract uit te voeren).
- Proportionaliteit van de verwerking
Gegevens mogen enkel voor het doel gebruikt worden en niet voor andere zaken.
- Bijzondere beschermde gegevens
Bv.: seksuele geaardheid, …
- Rechten datasubject
Datasubject heeft verschillende rechten (bv.: correctie, toegang, informatie bij opname, …).
4