Bijzondere leefsituaties
Hoofdstuk 1
Opvoedings:
Doelen
Klimaat
Middelen
Context
o Pedagogische vraag en aanbod model (kok)
o Gezinspedagogisch kader (Hellinckx)
o Ecologisch model (Belsky)
o Methodisch werken: Beeldvorming- + begeleidingscyclus
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opvoeden betekend:
- In relatie gaan
- Wederzijds beïnvloeden
- Doel: groeien, ontplooien, mondig worden
- Hoe? Klimaat creëren + situaties hanteren
Ö Hellinckx: opvoeden = in relatie gaan
Verzorgen
Leren/werken
Spel/ontspanning
Spreken/met elkaar omgaan
Observatie van deze punten geven zicht hoe gezin opgevoed wordt
Ö Wederzijds ‘circulair proces’ kok en Hellinckx
Worden samen ouder en veranderen mekaar. Gedrag kind <--> aanpak ouders
Ö Doel: impliciet/expliciet
- Iedereen geeft mee vorm aan doelen SAMEN
- Nadruk/balans verschilt naargelang klimaat (culturele achtergrond of
maatschappelijke positie)
Juf wil beleefd zijn -> leerlingen denken er anders over en werken tegen
1. Zelfontplooiing en zelfbepaling op maat
(Experimenteren, zelfredzaam, keuzes maken) bv veters strikken, met bestek eten
2. Sociaal verbonden zijn en deelnemen aan samenleving
Relaties, rollen, solidariteit
3. Geluk en welbevinden
Fysiek, materieel en emotioneel (met kleren in douche -> onveilig)
Ö Pedagogische klimaat
Sfeer van opvoeden
- Vaak nauwelijks merkbaar,
- Iedereen beïnvloed klimaat
- Goede relatie = belangrijkste voor geslaagde opvoeding
, Soorten klimaat: materiële (wat je hebt)
Immateriële klimaat (wat je kan bieden) belangrijkste!
Wordt duidelijk bij gebrek aan goed klimaat
Kok ‘pedagogisch klimaat’
1. Kwaliteit relatie
~ Betrokken, geborgenheid, verantwoordelijkheid (niet lachen als je valt)
2. Klimaat van veiligheid, rust, regelmaat
~ Acceptatie, regels, grenzen
3. Ruimte en uitdaging
~ (Negatieve) ervaringen opdoen (tegen muur laten lopen, dingen vergeten)
4. Positieve ondersteuning
~ Aanmoedigen, ondersteunen (tekening lelijk/mooi)
Klimaat niet goed? Elkaar positief beïnvloeden moeilijk/van elkaar leren
Triple P:
1. Veilig/stimulerende omgeving
2. Laten leren door positieve ondersteuning
3. Realistische verwachtingen
Tips: kind wilt iets tonen stop met wat je bezig bent en geef aandacht, praat over de dag,
duidelijke grenzen en zit samen erover geef ook gevolg, doe dingen da je beide leuk vindt
Opvoedingsmiddelen
Werkwijze die ouders gebruiken tijdens opvoeden (om doel bereiken + situatie hanteren)
Velen vallen terug op dezelfde aanpak (niet makkelijk)
- aangepast aan leeftijd
- eigen aard van kind (heel zelfstandig of onzeker kind)
- situatie (klop er maar op, terwijl het een pester is)
Stijlen: straffen en belonen, onderhandelen, vriendelijk, kordaat,
Hellinkx noemt het: Pedagogisch besef
De betekenis die ouders geven aan gedrag + hoe eigen handelen ernaar richten
Voldoende besef?
- Weten wat in belang is van het kind
- Gaan dit belang dienen (volw geeft, kind ontvangt)
- Rekening met leeftijd bij betekenis van gedrag