Psychological And Neurobiological Consequences Of Child Abuse
Établissement
Universiteit Leiden (UL)
Dit is een samenvatting van ALLE artikelen die je moest lezen voor het minorvak Psychological and Neurobiological Consequences of Child abuse 2021. Ik heb ook een bundel met de colleges erbij en alle hoofdstukken van het boek van Bruce Perry, the boy who was raised as a dog.
LET OP: artikelen g...
Psychological And Neurobiological Consequences Of Child Abuse
Tous les documents sur ce sujet (4)
4
revues
Par: anoukbuijsx • 1 année de cela
Traduit par Google
The summary of these articles is based on the articles that were part of the exam material in the 2020-2021 academic year, but in the 2021-2022 academic year, there are other articles that are part of the exam material, so that this summary can no longer be used
Par: vanpeltvera • 1 année de cela
Par: floorellen • 2 année de cela
Traduit par Google
Prima
Par: thijshorstman • 3 année de cela
Vendeur
S'abonner
roosjulien
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting Artikelen Psychological and Neurological Consequences of Child
Abuse
Week 1
Boek Jaffee - Child Maltreatment and Risk for Psychopathology in Childhood and
Adulthood.
EPIDEMILOGIE VAN MISHANDELING EN VERWAARLOZING
In 2014 zijn 3.9 miljoen kinderen onderzocht voor verdenkingen van mishandeling en verwaarlozing.
De focus van deze review is de relatie tussen kindermishandeling en mentale gezondheid in de
volwassenheid. Ook psychosociale en biologische factoren worden bekeken die deze relatie
mediëren en modereren.
75% van alle slachtoffers in 2014 was verwaarloosd (niet toekomen aan de needs van het kind
waardoor het kind emotioneel of fysiek tekort komt) en 17% was fysiek mishandeld (fysiek schade
toe doen aan het kind). 8% was slachtoffer van seksueel misbruik en 6% van psychologische
mishandeling (kind bewust beledigen en zich laten voelen als nutteloos).
Kinderen onder de 3 jaar zijn de grootste groep mishandelde kinderen en vooral kinderen jonger dan
1 jaar. Er is geen verschil tussen jongens en meisjes. Wél zijn er socio- demografische verschillen
zoals arm zijn, jong moeder worden, een ouderlijke geschiedenis van kindermishandeling of
antisociaal gedrag.
METEN VAN KINDERMISHANDELING
Bij volwassenen worden vaak retrospectieve zelfrapportages gebruikt. Deze worden wel beïnvloed
door bias: er wordt niet gerapporteerd omdat de herinnering later pas opkomt of er wordt onjuist
gerapporteerd. Ook komen ze niet overeen met gedocumenteerde meldingen. Ook is er bias in de
volwassenheid door bijvoorbeeld drugs of alcohol gebruik.
Door al deze problemen wordt hier prospectief longitudinaal onderzoek aangeraden waarin
kinderen die mishandeling hebben meegemaakt direct daarna voor een aantal jaar worden gevolgd.
Toch komen retrospectieve zelfrapportages het meeste voor.
MISHANDELING EN RISIC VOOR PSYCHOPATHOLOGIE
Er worden meerdere onderzoeken meegenomen die kijken of kindermishandeling zorgt voor een
hoger risico op psychopathologie in de volwassenheid. Deze studies bevatten:
- Een prospectief design
- Een demografisch gematchte sample
- Psychometrische metingen van psychopathologie
Studies met zowel officiële data als zelfrapportage zijn het beste omdat alleen officiële data de
prevalentie van kindermishandeling onderschat.
Mishandeling en risico op externaliserende en internaliserende psychopathologie
Slachtoffers van mishandeling lopen een verhoogd risico op externaliserende problemen in de
kindertijd en in de volwassenheid: ADHD, CD (conduct disorder), ODD (oppositional defiant disorder),
delinquentie en antisociaal gedrag. Ook alcoholmisbruik wordt weleens gemeld als een verhoogd
risico. Er is ook een verhoogd risico in de volwassenheid op antisociale persoonlijkheidsstoornis en
criminaliteit. Verhoogd risico op alcohol en drugsgebruik is nog inconsistent.
Er is ook een hoger risico op internaliserende problemen in de kindertijd zoals depressie,
angststoornissen, PTSS en andere internaliserende symptomen. Ook in de volwassenheid is een
,verhoogd risico op depressie, angststoornissen en depressieve symptomen. Een onderzoek stelde dat
ongeveer 59% van alle depressie en angststoornissen wereldwijd veroorzaakt zijn door
kindermishandeling en dat een vermindering van 10% zou kunnen zorgen voor 31.36 miljoen minder
cases van depressie en angststoornissen.
Mishandeling kan via twee paden zorgen voor het ontstaan van PTSS:
1. Kindermishandeling zorgt voor mentale problemen die er weer voor zorgen dat iemand die
een trauma meemaakt eerder PTSS ontwikkeld.
2. Mishandeling kan ook een neurobiologische respons oproepen als reactie op trauma wat
ook zorgt voor een verhoogd risico op PTSS.
Mishandeling en risico op persoonlijkheidsstoornis, psychotische symptomen en zelfmoord
Slachtoffers van kindermishandeling hebben in de volwassenheid een verhoogd risico op boarderline
persoonlijkheidsstoornis. Ook is er een groter risico op zelfmoord en zelfbeschadiging. Losse studies
laten ook verhoogde risico’s zien voor psychotische symptomen of schizofrenie.
CAUSALE STAUS VAN EFFECTEN
Mishandeling in de kindertijd kan zorgen voor de ontwikkeling van mentale stoornissen in de
kindertijd of volwassenheid. Dit kan komen door zowel genetische als niet- genetische factoren.
Onderzoeken sluiten genen vaak uit door onderzoek te doen naar families met mishandeling waar
het kind geen biologisch lid is van de ouders. Ook wordt bij tweelingen het verschil in
psychopathologie bekeken tussen het kind dat wel en het kind dat niet mishandeld is. Hierdoor is de
opgroeiomgeving hetzelfde en de genen ook, alleen de mishandeling (wel/niet) verschilt.
Veel onderzoeken matchen kinderen op basis van omgeving karakteristieken zodat ze familie
karakteristieken kunnen meten als mogelijk moderatoren (socio- demografisch gematchte
controlegroep).
INTERGENERATIONELE OVERDRACHT VAN MISHANDELING
Cycle of violence hypothesis: mishandelde ouders hebben een verhoogd risico om zelf hun eigen
kinderen te gaan mishandelen. Uit onderzoek (retrospectief of prospectief via officiële rapporten of
via zelfrapportage) bleek dat er een matig effect is voor intergenerationele overdracht.
- De cycle is niet onvermijdbaar: de meerderheid van mishandelde ouders gaat zelf niet
mishandelen. Vaak door veel sociale support binnen hun relatie.
- Er is detection bias: kind- beschermende organisaties hebben een bias om gezinnen te
onderzoeken waar ouders zelf mishandeld zijn en dit kan zorgen voor een overschatting van
intergenerationele overdracht.
MEDIATOREN VAN MISHANDELING EFFECTEN
Er zijn drie fenomenen die sterk geassocieerd zijn met een geschiedenis van mishandeling:
hyperviligance to threat, tekorten in emotionele herkenning en een lagere sensitiviteit voor
beloningen. Deze fenomenen kunnen een verhoogd risico geven op psychopathologie.
Hyperviligance to threat
Attention bias: de neiging om de aandacht te richten op milde bedreigingen wat zou kunnen zorgen
voor de ontwikkeling van een angststoornis.
Onderzoek laat zien dat mishandelde kinderen meer aandacht hebben voor boze cues, zich
moeilijker af kunnen zetten van boze cues en eerder onbekende gezichtsuitdrukkingen te
herkennen als boos of bang. Ook hebben ze minder perceptuele informatie nodig om angst te
herkennen. Hierdoor ontstaan mogelijk symptomen van een angststoornis.
,Onderzoek (dot probe task) wordt vaak gedaan door kinderen links een boos, blij of verdrietig
gezicht te laten zien en rechts een neutraal gezicht. Aan een van de twee kanten verschijnt een stipje
waarna het kind moet aangeven aan welke kant het stipje verschijnt. Hieruit blijkt dat kinderen
sneller aangeven waar het stipje is als deze verschijnt op een boos gezicht dan op een neutraal
gezicht.
Kinderen blijken uit onderzoek wel een bias te hebben voor boze gezichten en niet voor verdrietige
of blije gezichten. Ook blijken kinderen met een bias voor boze gezichten eerder angststoornissen te
hebben. Streng ouderschap blijkt ook voor een bias te zorgen voor boze gezichten en voor
verhoogde sociale angst.
Er is ook onderzoek dat juist een aandacht bias geeft vanaf boze gezichten na mishandeling.
Mishandelde kinderen tonen verhoogde reactiviteit op bedreigende stimuli in de amygdala. Ook
voor boze (linker amygdala) en angstige gezichten (rechter amygdala en insula) is er meer amygdala
activiteit. Dit kan het ontstaan van angst in de volwassenheid als gevolg van emotionele
mishandeling mediëren. Ook minder activiteit in de prefrontale cortex is hier een mediator.
Naast een aandacht bias zijn er ook meer vijandige attributies die worden geuit in een agressieve
reactie (denken dat iemand iets opzettelijk heeft gedaan). Deze agressieve reactie volgt op een
uitdagende sociale situatie.
DUS mishandelde kinderen hebben een aandacht bias voor bedreigende stimuli die deels het risico
verklaart voor angst en agressie. Ook is er extra aandacht voor boze cues, minder afwijking van boze
cues, meer interpretatie van onduidelijke stimuli als boos en is er minder perceptuele informatie
nodig om boosheid te herkennen. Ander onderzoek toont juist een afwijkende bias voor bedreigende
stimuli.
Tekorten in emotieregulatie
De mogelijkheid tot het accuraat herkennen en begrijpen van emoties is belangrijk bij sociale
interactie. Ouders vertonen vaak atypische gezichtsuitdrukkingen en hebben meer invalidatie van
het gedrag van hun kinderen. Mishandelde kinderen zijn dan ook slechter in het identificeren van
emoties vanuit gezichtsuitdrukkingen. Laag IQ versterkt dit effect.
Verwaarlozing zorgt voor slechter herkennen van emoties en fysieke mishandeling zorgt voor een
bias voor boosheid. Er is voor mishandelde kinderen een mindere herkenning en begrip van emoties
met een groter effect voor herkenning dan voor begrijpen van emoties.
DUS mishandelde kinderen hebben problemen met het herkennen van emoties waardoor ze sociaal
slechter reageren. Ook hebben ze slecht inzicht in de soort situaties die bepaalde emoties
veroorzaken. Dit kan zorgen voor sociale afwijzing van medestudenten. Of dit ook leid tot depressie
en agressief gedrag moet nog worden onderzocht. Kinderen hebben zelf ook verslechterde
emotieregulatie waardoor externaliserende gedragsproblemen kunnen ontstaan.
Beloning Responsiviteit
Verminderde respons op beloningen is een mogelijk neuraal mechanisme waardoor mishandeling
kan leiden tot depressie. De basale Ganglia (ventral striatum en nucleus accumbens) zijn betrokken
in de responsiviteit voor beloningen en verwachting van beloningen. Er is verminderde activatie
gevonden in deze structuren (vooral de ventral striatum) bij mishandelde kinderen. Dit kan mogelijk
ook leiden tot depressie.
De ACC gaat over activatie bij leren met beloningen. Langzame ontwikkeling van de ACC zorgt
ervoor dat deze gevoelig is voor stressoren zoals kindermishandeling. Seksueel misbruik kan de
, ontwikkeling van de ACC beïnvloeden, en zo ook de mogelijkheid tot het leren van positieve
ervaringen wat zorgt voor slechte reacties die het risico op depressie verhogen.
DUS mishandelde kinderen hebben een verminderde respons op beloningen (vooral op anticipatie
van een beloning). Ook raten ze cues voor beloning minder positief dan anderen. Depressie kan
mogelijk ontstaan door kindermishandeling als gevolg van verminderde responsiviteit op beloning en
het niet kunnen leren van positieve ervaringen.
MODERATOREN VAN KINDERMISHANDELING
Moderatoren van mishandeling: factoren die het risico op psychopathologie als gevolg van
kindermishandeling verergeren. Dit risico is constant over demografische groepen en soorten
mishandeling. Effecten van mishandeling op een risico voor psychopathologie zijn een functie van
(1)genotype en (2)andere individuele en omgeving factoren.
Psychosociale moderatoren van mishandeling
Beschermende factoren voor kinderen zijn veerkracht, ego controle, hoog zelfvertrouwen en de
neiging om succes toe te schrijven aan zichzelf. Social support is een buffer tegen de negatieve
effecten van KM voor ouders en kinderen. Verminderde sociale support na mishandeling kan zorgen
voor psychopathologie. Deze buffer werkt alleen voor mensen die KM hebben meegemaakt.
Sommige studies zien sociale support alleen als buffer bij mensen die geen KM hebben meegemaakt
en andere studies zeggen dat het niet uitmaakt wat de KM geschiedenis is. Inschatten of sociale
support een buffer is, beschermende factor of mediator is moeilijk omdat verschillende factoren dit
beïnvloeden: tevredenheid met de support, temperament of persoonlijkheid van de persoon.
DUS KM zorgt voor slechtere sociale support vergeleken met geen KM. Bewijs voor een bufferend of
beschermend effect is nog inconsistent. In toekomstig onderzoek moet men (1) de bron van support
meten, (2) de grootte van iemands sociale netwerk meten en (3) tevredenheid met de ontvangen
sociale support meten.
CONCLUSIES
KM is een groot probleem en er is meer longitudinaal prospectief onderzoek naar nodig. Er is een
mix van onderzoekstrategieën nodig om te kijken hoe KM biologische en psychologische processen
beïnvloed. Biologische studies moeten grotere representatievere samples hebben en psychologische
onderzoeken meer causaal onderzoek naar moderatoren en mediatoren. Er is ook meer onderzoek
nodig naar waarom sommige kinderen beter/slechter regeren op behandeling na KM.
Artikel Schierholz – What mediates the link between childhood maltreatment and
depression? The role of emotion dysregulation, attachment, and attributional style.
Kindermishandeling en risico op depressie
Kindermishandeling heeft een sterke associatie met depressie is bekend uit zowel retrospectieve als
longitudinale prospectieve studies. Zelfs wanneer er wordt gecorrigeerd op contextuele factoren.
Ook de zwaarte van de depressieve stoornis kan worden beïnvloed: vaak hebben mishandelde
kinderen later een zwaardere en chronischere depressie.
Mediatoren van de link tussen kindermishandeling en depressie
De link tussen kindermishandeling en depressie wordt gemedieerd door sensitisatie (verhoogde
sensitiviteit voor stimuli) van het centrale stress respons systeem. Dit is een biologisch proces,
weinig studies hebben gekeken naar psychologische moderatoren. Deze studie bekijkt emotie
regulatie moeilijkheden, hechting en attributiestijl als mogelijk mediatoren. Deze variabelen:
- Hebben een relatie met kindermishandeling
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur roosjulien. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.