Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
College aantekeningen Cytologie En Histologie deel cytologie (D001082A) Cytologie & histologie, ISBN: 9789463932363 €5,49
Ajouter au panier

Notes de cours

College aantekeningen Cytologie En Histologie deel cytologie (D001082A) Cytologie & histologie, ISBN: 9789463932363

 37 vues  0 fois vendu

Dit zijn de college aantekeningen van het vak 'Cytologie en Histologie' van professor Calders van het deel cytologie. Dit kan zeker ook als uitgebreide samenvatting gebruikt worden

Aperçu 4 sur 59  pages

  • 19 janvier 2021
  • 59
  • 2019/2020
  • Notes de cours
  • Patrick calders
  • Deel 1 - cytologie
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (67)
avatar-seller
florencevanparys
Cytologie
Les 1 (25/09)
Examen
20 MCQ (13/20  10/20)
2 kleine open vragen
1 casus

CELMEMBRAAN
Celafmetingen
Microscopische afmetingen maar vrij grote variabiliteit mogelijk
Bv ei ve struisvogel = 1 cel (grote dooier = veel reservemateriaal)

Grootte afh v diffusiemogelijkheid & controle v kern
Hoe lager metabolisme, hoe groter de cel
Celvolume is afh vd grootte vh organisme

Celvorm
Wisselend: leukocyten & macrofagen (immuunsysteem)  vrije cellen
- Heel kleine vervormbaarheid
- Vervormbare cellen: meestal heel beweeglijk

Constant: bv zaadcel + algemeen de vaste cellen ve meercellig organisme bv
epitheelcellen

Celbouw: 3 grote delen
- Celmembraan
- Cytoplasma met ≠ celorganellen
- Nucleus (= celkern)

Celmembraan
= buitenlaag: beschermt hetgeen binnenin zit (dikte ± 7,5 mm)
- Opl v georiënteerde lipiden (dubbele laag fosfolipiden) & globulaire eiwitten
- Ergens een soort opening vr transport

Lipiden
- Fosfolipiden: fosfatidylcholine &
fosfatidylethanolamine
- Vormen een dubbellaag
o Polair, hydrofiel deel (fosfaatgroepen = PO43-)
 Gericht nr waterig milieu
o Apolair, hydrofoob deel (vetzuurketens)
 Gericht nr midden v membraan
- Vetzuurstaarten richten zich nr elkaar




1

,Eiwitten
- Komen niet enkel vr aan oppervlak
- Geen continue laag
- Verdeeld volgens mozaïek patroon
- Onderscheid tss
o Integrale eiwitten: overspannen membr  glycoproteïne
o Perifere eiwitten: aan buiten- of binnenzijde
- Bevatten polaire & apolaire delen




Perifeer eiwit




- Lekkanalen = eiwit met gat in
- Spanningsafhankelijk kanaal = eiwit met gat in MET POORT
- Vormen v receptoren!!
- Functies:
o Structureel: als bouwelement
o Transportproteïnen (carriers)
o Ionenkanalen
o Pompen
o Receptoren
o Enzymen

Glycocalyx
= dunne filamenteuse laag die celmembraan langs buitenzijde bedekt
= koolhydratenlaag  verankerd op eiwitten of vetten
- Verbonden met eiwit = glycoproteïne  grootste deel
- Verbonden met vet = glycolipide  klein deel
- Speelt mee een rol in herkenning lichaamseigen – lichaamsvreemd
- Bestaat uit vertakte filamenten aanwezig op eiwitten
- Functie:
o Bescherming (tgn fysische & chemische invloeden)
o Rol in transmembranair transport
o Celadhesie = vergroting vh contact  hechten zich makkelijker vast
o Contactinhibitie = vermijden v contact  cellen die niet binnen mogen,
wegduwen
o Herkenning (oppervlakte-antigenen): lichaamseigen  lichaamsvreemd
 immuunsysteem

2

,Speciale vormingen
Aan extracellulaire ruimte
- Microvilli
- Cilia

Aan intercellulaire ruimte = verbindingen tss de cellen
- Zijn meestal hechtstructuren of soms hechtstructuren die communicatie
mogelijk houdt (gap junctions of nexussen)
- Zonula occludens
- Zonula adhaerens
- Macula adhaerens
- Hemidesmosomen
- Nexus of gap junction

Microvilli
= uitstulpingen v celmembraan
- Zorgen vr heel groot contactoppervlak

Bv darmen

Les 2 (25/09)
Herhaling vorige les: basiscomponenten celmembraan
Dubbellaag v fosfolipiden met fosfaten nr buitenzijde (want zijn geladen  zijn
hydrofiel  wanden met veel water in)

Fosfolipide laag is dynamisch model dr cholesterol (structurele component) &
eiwitten

3 belangrijke functies v eiwitten:
- Transport: moeten integrale eiwitten zijn (doorheen het hele membr maw
fosfolipide laag)
o Lekkanaal = eiwit met een gat in wrdr ionen kunnen passeren via
diffusie (v hoog nr lage concentratie)
o Glucosetransporters: liggen te slapen in cytoplasma, wnr nodig w die
getransloceerd nr celmembraan, w daarin geplaatst, gaan glucose
opnemen & ervr zorgen dat glucose & receptor in de cel w opgenomen
- Thv membr komen heel veel enzymen vr
- Immuunsysteem: herkenning!! Er zijn heel veel eiwitten die een heel
specifieke vorm hebben (antigenen)  bv levercel als lichaamseigen
herkennen & er dus niet tgn reageren

Buitenzijde: glycocalyx = koolhydratenlaag die verankerd zijn op eiwitten
(glycoproteïne) of op vetten (glycolipide)  vormen een soort netwerk
- Contactinhibitie = vermijden v contact (stoffen die niet in cel binnen mogen)
- Contactadhesie = ze kunnen zich makkelijker vasthechten & opnemen in cel

Chemische bescherming




3

, Speciale vormingen aan de membr
Extracellulaire aanpassingen:
- Cilia & flagel (heel klein):
o Flagel: groter maar zelfde basisstructuur
o Gespecialiseerde & complexe structuren
o Gecoördineerde beweeglijkheid in welbepaalde richting
o Ingeplant op een basaal lichaampje
o Dwarse doorsnede: 2 centrale microtubuli & 9 perifere dupletten

o Perifere fibrillen:
 Subfibril A (13 uniteiten) is helemaal gevormd  bezit zijarmen,
reikend tot aan naburig duplet
 Subfibril B (10-11 uniteiten) is vr ¾ gevormd  deel vd wand is
gemeenschappelijk met subfibril A
 Maken een gecoördineerde beweging dus in een welbepaalde
richting  subfibril A bevat zijarmpjes met een kop die dyneïne
bevat (ATPase: afbreken v ATP  er komt energie vrij) 
energie zorgt ervr dat kopjes gaan bewegen als een zweepslag
(bv in eileider om eicel weg te borstelen in de richting vd
baarmoeder)

o Centrale fibrillen:
 Omgeven dr een speciale gestructureerde mantel  met
“spaken” verbonden aan subfibril A (= eiwitten)
 Spaken verteerbaar dr trypsine
o Kinetosoom

- Microvilli: oppervlaktevergroting dr er een soort cytoskelet onder te bouwen 
microfilamenten die verankerd zijn in het effectieve cytoskelet wrdr je pijlers
maakt wr je membr overheen ligt  zeer groot contactoppervlak

Intercellulaire aanpassingen: verbindingen tss de cellen (meestal hechtstructuren)

Trilhaar (cilia) is ingebed in de cel
- Basaal lichaam = kinetosoom  3 centrale tubuli & 9 perifere tripletten 
daarop kunnen de trilharen of flagellen bewegen (aan basis cilium)
- Is heel klein

Flagel spermatozoa
- Is soortgelijk opgebouwd (redelijk groot)
- 2 centrale + 9 perifere dupletten
- Zeer lange structuur
- Heel veel energie vr nodig die in het nekgedeelte zitten (mitochondriën) vd
spermatozoa  zorgen vr een energielevering v heel die zaken
- Prokaryoten: bacteriën  hebben ook een celkern maar niet zo ontwikkeld,
geen kernmembr rond  circulair DNA
- Eukaryoten: planten, dieren & mensen  hebben duidelijke celkern met
duidelijke kernmembraan rond



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur florencevanparys. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté