1. Mendelgenetica
Bij mendelgenetica wordt er altijd gekeken naar 1 gen. Dit wordt gedaan bij diploïde organismen die
per gen 2 allelen hebben. Een gen kan ook meer dan 2 allelen hebben. Genetica is eigenlijk
kansberekening. 1e wet van Mendel nog bespreken!
Gen -> stukje DNA dat codeert voor een eigenschap
Allel -> de invulling van het gen.
Door mutaties ontstaat genetische variatie. Die mutaties worden
doorgegeven door drift en selectie waardoor mutante allelen in
aantal toe of afnemen. Genetica bestudeert hoe eigenschappen
overerven.
P-generatie -> parental, de oudergeneratie
F1-generatie -> first generation, de eerste nakomelingen
Kleurgenen -> worden vaak aangegeven met cR en cW (colorgen)
Door middel van een kruisingstabel kunnen alle voorkomende
nakomelingen worden berekend.
Homozygoot -> 2 dezelfde allelen (PP of pp)
Heterozygoot -> 2 verschillende allelen (Pp)
Om erachter te komen of een bloem hetero- of homozygoot is
kan een testkruising worden uitgevoerd. Dit wordt uitgevoerd
met een homozygoot recessief individu. Als na een testkruising
witte nakomelingen komen, betekent het dat de geteste bloem
heterozygoot is. Als dit niet gebeurt is de bloem homozygoot.
Chi-kwadraat toets:
Een chi-kwadraattoets is in de statistiek een toets om na te gaan of twee
of meer verdelingen (populaties) van elkaar verschillen. Het kan daarbij
gaan om een bekende verdeling en een onbekende waaraan
waarnemingen zijn gedaan of om twee onbekende verdelingen waaraan
waarnemingen zijn gedaan.
Bij een ‘normale kruising’ tussen homo- en heterozygoot ontstaat een 3:1 ratio. Als deze ratio niet
3:1 is, is er vaak iets anders aan de hand bij de overerving.
- Incomplete dominantie -> een heterozygoot is een tussenvorm tussen het fenotype van
dominant en recessief. Het dominante allel is incompleet en dus niet sterk genoeg om te
overheersen. Er ontstaat een verhouding 1:2:1
- 3 allelen -> kan zijn dat een gen meer dan 2 allelen heeft. Dit kan een dominantiereeks
hebben (A1 > A2 > A3). Het kan ook zijn dat A1 en A2 even sterk zijn (beide dominant) en A3
recessief.
- Subdominantie -> dominante allel zorgt voor meer dan alleen vorm. 1 A is dan minder
dominant (geeft namelijk minder zetmeel)
- Overdominantie -> de heterozygoot is beter dan de homozygoot. Bijvoorbeeld heterozygote
pijnbomen resistenter tegen insectvraag dan homozygote pijnbomen.
, - Pleiotropie -> 1 gen kan meerdere eigenschappen beïnvloeden. Dit is bijvoorbeeld bij
albinisme het geval waarbij zowel de haarkleur wordt bepaald (geen pigment), de oogkleur
en de lagere vitaliteit.
Lethale genen/allelen -> 1 combinatie van allelen komt niet tot uiting omdat het embryo afsterft. De
verhouding van een kruistabel wordt hierdoor beïnvloed.
Seks determinatie en seks ratio -> bij mensen gaat dit via het XY-systeem. Bij kippen is de vrouw ZW
en de man ZZ, bij sprinkhanen is de vrouw XX en de man X. Bij bijen zijn de vrouwtjes diploïd en de
mannetjes haploïd. Bij schildpadden bepaalt de temperatuur de seks van de embryo’s.
Sex-influenced -> expressie wordt beïnvloed door sexe. Wordt X- of Y-gebonden overgeërfd (bv
kaalheid).
Seks-limited -> expressie in slechts 1 van beide sexen (lactatie)
2. 2 genen
Dihybride kruising -> kruising tussen individuen die in twee
erfelijke eigenschappen van elkaar verschillen en die voor die
bestudeerde eigenschappen ook homozygoot zijn.
De 2e wet van Mendel gaat over de onafhankelijke overerving.
In dit voorbeeld zie je 2 raszuivere lijnen. De ene heeft gele en
ronde erwten de andere lijn heeft groene gekreukte erwten.
Mendel had 2 hypothese:
- De afhankelijke overerving -> de eigenschappen van
beide rassen zullen samen overerven en verwachte
mendel een ratio 3:1 waarbij de eigenschappen niet
gecombineerd zouden worden, dus geen geel gekreukte
of ronde groene erwten. Immers de eigenschappen
horen bij elkaar.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maartjespeelman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.