Dit document is geschreven door een uitstekende student, die al veel samenvattingen heeft geschreven in haar leven. Deze samenvatting is gericht op het tentamen van de Hogeschool Rotterdam, voor het vak HRM Overview in OP2.
Manager= iemand die zich richt op de planning, organisatie, leiding en beheersing van een
organisatie. Ook middelen toewijst om een organisatiedoel te halen
Topmanagement - Ontwikkeling v/d organisatie
- Bezighouden met interpretaties van buiten
- Ze denken bedrijfsbreed en globaal
Middenmanagement - Het werk van operationeel op grotere schaal
kunnen, minder met individu maar meer groepen.
- Plannen van topmanegm. Vertalen naar lagere
Operationeel niveaus
management
- Primaire proces begeleiden en aansturen
- Delegeren: opdragen aan taken van
ondergeschikten.
- Managen van individuele prestaties van
ondergeschikten.
Basisvaardigheden manager
1. Conceptuele vaardigheden: zelfstandige ideeën ontwikkelen die oplossingen bieden.
2. Communicatieve vaardigheden: informatie, gedachten en gevoelens goed overbrengen
en ontvangen.
3. Interpersoonlijke vaardigheden: vaardigheden om te kunnen leiden, motiveren,
conflicten oplossen en samenwerken.
4. Technische vaardigheden: vaardigheden om specifieke procedures en technieken toe te
kunnen passen.
Functioneel management= management op specialistisch terrein. (Bijvoorbeeld een
functioneel manager). Dit begrip past bij de technische vaardigheden.
Basisfuncties manager
1. Plannen: functie waarbij men de doelen voor de toekomst vaststelt en vervolgens
bepaalt welke acties en tijdstippen nodig zijn om de doelen te behalen. Belangrijke
vragen bij planning: wie, wat, waar, wanneer, waarmee en hoe?
2. Organiseren: structureren en opbouwen van geschikt personeelsbestanden zijn de
hoofdbestanden van het organiseren.
3. Leidinggeven: na stap 1 en 2 moet de organisatie aan de gang worden gehouden, dat is
leiden. Ook zorgen ze ervoor om de ondergeschikten te blijven motiveren en
begeleiden. Zo kun je doelen halen.
4. Beheersen: de prestaties van een organisatie (afdeling of individu) te meten of
ingrijpen. Mochten de prestaties niet overeenkomen met de vastgestelde norm, moet
de manager kijken wat er mis is gegaan. Zo gaat de cirkel weer rond.
Doelen en middelen manager
1. Doelen:
a. Voortbestaan van de onderneming
b. Kwaliteit + kwantiteit: het leveren van de juiste hoeveelheid diensten en
producten met de juiste kwaliteit voor tevredenheid.
c. Effectiviteit en efficiëntie
d. Tevredenstelling van betrokkenen bij de organisatie
2. Middelen: (voor het kunnen bereiken van de doelen)
a. Werknemers
b. Machines
c. Kapitaal
d. Informatie
Taak= de bevoegdheid + plicht van iemand om bepaalde activiteit uit te voeren
Hoe kom je tot de geschikte taakdefinitie? De volgende regels zijn belangrijk:
- De taak moet op niveau van de uitvoerder zijn. Niet erboven/eronder.
- De taak moet een logisch, overzichtelijk en afgerond geheel vormen
- De taak moet mogelijk tot ontplooiing bieden.
- De taak mag geen tegenstrijdigheden bevatten.
Herzberg heeft 3 oplossing bedacht om de werknemer gemotiveerd te blijven houden:
1. Taakverruiming: uitbreiding van taken, maar wel op hetzelfde niveau. Ook wel Job
enlargement genoemd.
2. Taakroulatie: taken ruilen, zo krijg je meer ervaring en breder inzetbaar. Ook wel Job
rotation genoemd.
3. Taakverrijking: het takenpakket wordt uitgebreid en taken van een hoger niveau. Ook
wel Job enrichment genoemd.
Functie= geheel van taken die iemand moet uitvoeren
Om een functie goed te omschrijven kun je de 4A’s noemen:
1. Arbeidsinhoud: wat iemand precies moet doen bij de functie.
2. Arbeidsomstandigheden: waaronder het werk uitgevoerd moet worden. Zit je de hele
dag aan een bureau, of ben je de hele tijd heen en weer aan het gaan in de hitte.
3. Arbeidsverhoudingen: de relatieve macht die men heeft. Aan wie legt men
verantwoording af en hoe zwaar is die verantwoording. Hoe hoog neemt men de
positie in de organisatie.
4. Arbeidsvoorwaarden: primaire arbeidsvoorwaarden, zoals salaris, secundaire
arbeidsvoorwaarden zoals auto, pensioen, onkostenvergoeding.
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fresoons. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.