Revaki van Respiratoir stelsel
Hoofdstuk 1: Algemeenheden – Respiratoire insufficiëntie
1 Ademhaling
Door het verbranden van glucose, vetten en eiwitten krijgen we energie. We verbruiken hiervoor O2
en er ontstaat CO2. Zonder respiratie is deze stofwisseling immers niet mogelijk!
Vb: C6H12O6 + 6O2 → 6CO2 + 6H2O
2 Bouw van de luchtwegen
Neus, sinussen en farynx zorgen voor bevochtiging, filtreren en opwarming.
Larynx zorgt voor het speekselorgaan.
Trachea is een 10 cm lange buis, splitst in 2 thv carina → vorming van de 2 hoofdbronchi. Trachea
zorgt voor geleiding tussen keel en hoofdbronchi. De rechter hoofdbronchi ligt meer in verlengde van
trachea → gevaar bij binnenkrijgen van vreemd materiaal.
Hoofdbronchi: bovenkwabs-, middenkwabs- en onderkwabsbronchi → bronchioli → alveolaire
ductuli. Deze zorgt voor de geleiding van lucht.
Alveoli doen aan gasuitwisseling.
3 Ventilatie en respiratie
Ventilatie is verplaatsen van lucht in luchtwegen en alveoli. Respiratie staat in voor de ventilatie en
de gastuitwisseling.
De longen is het orgaan waarin alles gebeurt. De gasuitwisseling is thv de alveolen, het alveolo-
capillaire membraan, de scheiding van haarvaten en longblaasjes. O2-arm bloed gaat via A.Pulmonalis
naar de longen. Er is meer zuurstofspanning in alveolen en meer CO2-spanning in de capillairen voor
een goede uitwisseling. Enkel is er een goede ventilatie en perfusie nodig, anders kan je te maken
met respectievelijk hypoxie of slechte gasuitwisseling!
De bronchiale circulatie hoort hier niet bij! Is enkel en alleen voor geleiding!
De adempomp is voor de ventilatie en bestaat uit ademcentrum, wervelzuil en ademhalingsspieren.
De ademhaling in rust zorgt bij inademing voor contractie van diafragma, scalenusspieren en spieren
achter het sternum. Het zorgt voor vergroting van de thoracale ruimte en er ontstaat negatieve druk
in het pleura en de luchtwegen. Dit zorg voor de inspiratie! Het uitademen of expiratie gaat van
nature.
Ademhaling bij inspanning heeft extra hulp nodig bij inspiratie dankzij de secundaire hulpspieren die
werken. De expiratie is ook een actief proces.
,4 Functie en dysfunctie van het respiratoire stelsel
We gaan zuurstof opnemen en sturen naar de organen, weefsels en cellen. Daar wordt CO2
geproduceerd en wordt dan afgevoerd.
De normale waarden voor de bloedgassen voor gezonde jonge mensen zijn voor O2 95 mm Hg, CO2
40 mm Hg, een pH van 7.40 en 97% O2-saturatie. Deze waarden vertellen veel over het cardio-
pulmonaal stelsel. De O2 is afhankelijk van de perfusie en ventilatie, de CO2 is afhankelijk van de
productie en afvoer.
Vb: bij een hyperventilatie neemt de CO2 af en toe bij hypoventilatie.
Een artieel monster is goed voor de bloedgasbepaling, een capillair monster is goed voor de pH en de
pCO2.
,De saturatie wordt bepaald door een saturatie-meter en is meestal boven de 95%. Onder de 92% is
waakzaak en vanaf 90% is er sprake van hypoxemie.
Bij een inspanning mag de O2-spanning niet afnemen of de CO2-spanning toenemen, anders is dit
pathologisch. Deze laatste mag wel afnemen tijdens inspanning!
De pathofysiologie heeft bepaalde grenzen om zaken uit te bepalen. O2 is lager dan 60 mm Hg en CO2
is hoger dan 50 mm Hg. Respiratoire aandoeningen kunnen ontstaan door slechte gasuitwisseling of
door problemen met de ventilatie.
1) Hypoxemie: wijst op een longprobleem door een gestoorde ventilatie en perfusie (COPD),
diffusie-stoornis (ARDS), een shunt of aangeboren afwijking (atelectase)
2) Hypercapnie: is door een probleem met de adempomp door minder kracht in de
ademspieren, mindere output van de spieren door medicatie of door een slechte mechaniek.
I. Longfalen of adempompfalen
II. Reversibel of irreversibel
III. Acuut of chronisch
➔ Acuut en reversibel: postoperatief na verdoving, intoxicaties, thoraxtrauma, pneunomie,
longoedeem door hartfalen, ARDS
➔ Chronisch en irreversibel: COPD, neuromusculaire aandoeningen (ALS, polio, Duchenne)
We kunnen dit gaan behandelen door te verzorgen of weg te halen. De functie verbeteren door
luchtwegverwijders of pleurapunctie. Bij longfalen is er toedoening van zuurstof voor de O2-waarde
te verhogen, indien dit niet lukt is er kunstmatige beademing. Bij kunstmatige ademhaling moet je de
ventilatie aanhouden tot de dysfunctie is opgelost!
,Hoofdstuk 2: Benadering van de longpatïent
1 Symptomatologie
Dyspnoe of kortademigheid of ‘luchthonger’ komt alleen voor bij een inspanning. Bij een pathologie
is dit ook in rust en zal toenemen in ligstand. Het hoort bij veel respiratoire aandoeningen voor zoals
COPD stadium 3, het begin van een astma-aanval.
,Hoest is voor de bescherming van de long om gevaarlijke stoffen te verwijderen. We moeten kijken
naar de duur van de hoest, wanneer en hoe men hoest, productief of niet en de uitlokkende
factoren. Oorzaken zijn infecties, roken, dampen, inhalaties, vreemde voorwerpen en COPD.
Opgeven van slijm is door teveel productie van slijm door acute of chronische ontsteking van de
bovenste of onderste luchtwegen. Het slijm wordt altijd onderzocht:
- Mucoïd slijm: grijs/keurloos
- Purulent slijm: geel/groen
- Mucopurulent: gekleurde vlekjes
Dit is meestal veroorzaakt door regelmatig te roken, COPD, deformaties, pneumonie en bronchitis.
Haemoptoe of het ophoesten van bloed is ALTIJD abnormaal. Meestal veroorzaakt door tumoren in
de bronchi, TBC, longembolen, stollingstoornissen.
Thoraxpijnen is ALTIJD abnormaal. Het kan een teken zijn pleuritis, longembool, pneumothorax,
tumoren in pleura, ribfracturen, aandoeningen van hart, longen, pericard, slokdarm.
Piepen komt door vernauwde luchtwegen tijdens het ademhalen, vooral bij het uitademen. Ontstaat
door astma of obstructie.
Stridor is eigenlijk luidruchtig inademen. Het ontstaat door een vernauwing van de larynx, trachea of
hoofdbronchi.
Snurken is een trilling van het verhemelte. Dit wijst op een vernauwing van farynx. Komt tot uiting
tijdens de slaap door stilvallen van de dilatoren. Dit kan wijzen op obstructieve slaap-apnoe maar is
niet per see pathologisch.
2 Technische onderzoeken
Thoraxradiografie is belangrijk om een diagnose te kunnen stellen voor een mogelijke aandoening.
We nemen voor-, achter- en zijkant een beeld waardoor we goed het hart, bloedvaten, longen,
skeletdelen, pleura, mediastinum. We kunnen ontdekken of mensen lijden aan hartfalen,
pneumonie, tumoren, pneumothorax, atelectase, COPD.
,CAT-scan of computerized axiale tomografie is handig om een beeld te maken van de thorax. We
kunnen de thorax zien in sagittaal, horizontaal en latero-lateraal vlak. We kunnen een goed beeld
vormen over het mediastinum. Dit is handig voor de anatomische structuren te vergelijken om
deformaties te ontdekken. Met contrastvloeistof kunnen we de bloedvaten zien.
PET-scan of positron emission tomografie is met radioactieve isotopen. Die gaan oplichten waar er
tumoren zijn of verhoogde hersenactiviteit. Met een CT-scan kunnen we dit vergelijken met de
anatomie om de plaats te bepalen in het hoofd of lichaam.
We kunnen ook de longfunctie gaan meten en bepalen. Dit is handig om te kijken of er
respiratorische aandoeningen zijn. We kunnen zo eventuele arbeidsongeschiktheid verklaren of
revalidatieprogramma opstarten.
Een meting is de spirometrie. Er is een statisch volumina, dat onafhankelijk is van de snelheid van de
ademhalingsbeweging. De dynamische volumina is de snelheid wel van belang.
, - Statische volumina kunnen we berekenen
➔ Vitale capaciteit: verschil max in- en uitademen
➔ Residueel volume: overschot lucht na max uitademen
➔ Teugvolume: luchtverplaatsing tijdens in- en uitademen
➔ Functionele residuele capaciteit: overschot lucht na normaal uitademen
➔ Totale longcapaciteit: som van VC + RV
- Dynamische volumina kunnen we berekenen
➔ 1-sec waarde: max inademen en dan waarde van 1 sec uitademen
➔ Tiffenau-index: 1-sec waarde/VC
➔ Maximaal adem minutenvolume: max lucht in- en uitademen op 1 minuut
Je kan dit alles meten via spirometer, uitgezonderd TLC en RV. Deze waarden zijn afhankelijk van
leeftijd, geslacht en lichaamsbouw. Het is uitgedrukt in % van verwachte waarde.
We willen weten of dit een restrictief of obstructief longlijden is.
- Restrictief longlijden: inzakken van de volumina
➔ Resectie van een long
➔ Kyfoscoliose
➔ Spierzwakte of verlamming
- Obstructief longlijden: vernauwing van de luchtwegen
➔ 1-sec waarde en Tiffenau daalt
➔ TLC daalt
➔ RV daalt
➔ VC daalt SOMS
➔ Denk aan COPD en astma
De piekstroom of peak flow wordt ook gemeten. Dat is de max luchtstroom tijdens max geforceerde
uitademing, is meestal bereikt na 1/10 van de eerste seconde. We gebruiken hiervoor de
piekstroommeter.
,Dit is de formule van de interpretatie voor de piekstroommeter. Bij gezonde mensen ligt deze
waarde onder de 10%, mensen met astma liggen rond de 20-25%.
De normaalwaarden worden afgelezen op een normogram. Deze waarden liggen bij een gezond
persoon boven de 80 % en is afhankelijk van leeftijd, geslacht en lengte. Bij mensen met een
aandoening geraak je niet aan de 80% dus moet je een gerefereerde waarde nemen, zoals zijn
‘persoonlijk record’. Het nadeel is dat we niet weten of het obstructief of restrictief longlijden is. Een
goede peakflow is GEEN garatie tot een goede longfunctie!
Deze meting is handig voor vooruitgang bij astma op te sporen, een dreigende astma-aanval voor te
zijn of inspanningsastma op te sporen.
,Het sputumonderzoek is belangrijk bij het opsporen van infecties en aandoeningen waarbij iets
kwaadaardigs wordt vermoed. We kunnen de verwekker van de infectie opspeuren. Er wordt een
staal genomen, in een steriel potje gezet en binnen de 2 uur naar het labo gebracht voor verder
onderzoek (voor longlijden in luchtwegen moeten we een dieper staal nemen, met gering aantal
epitheelcellen en voldoende neutrofielen).
Hoofdstuk 3: Astma
1 Inleiding
Astma wordt gekenmerkt door een diffuse luchtwegvernauwing. Samen met COPD behoorde dit
vroeger tot de groep CARA maar die term is verouderd want astma verschilt eigenlijk veel van COPD.
2 Definitie
Het is een chronische inflammatoire aandoening van diepere luchtwegen en wordt gekenmerkt door
een voorgeschiedenis van klachten zoals piepen en kortademigheid, variërende intensiteit en kan
gepaard gaan met een wisselende obstructie. De wisselende obstructie kan spontaan of medicatie
verbeteren of weggaan.
Astma zorgt voor 2 gevolgen:
- Obstructie van luchtwegen: wisselend van dag tot dag, week per week…, verbeterd spontaan
of door medicatie
➔ Onbehandeld leidt dit tot irreversibel!
➔ Kan ook ontstaan door een allergische reactie
- Overgevoeligheid: bronchiale hyperreactiviteit
➔ Ontstaan door teveel reactie op prikkels van rook, mist, uitlaatgassen…
Een allergie is een abnormale hevige reactie op een prikkel na contact met de huid of slijmvlies.
➔ Hooikoorts: allergie van pollen
➔ Eczeem: allergie op metalen
➔ Bakkerastma: allergie op meel
➔ Niet-allergische mensen kunnnen OOK astma hebben!
➔ NIET ALLE personen met allergie hebben astma!
, 3 Voorkomen
Het komt overal op de wereld voor en bij alle leeftijden, vooral bij kinderen. Mensen sterven er
zelden aan.
4 Diagnose
Met de anamnese komen we te weten of hij veel piept ‘s morgens, veel hoestbuien heeft, het na een
uur weggaat of door medicatie. Meestal kan dit ook voorkomen op meerdere tijdstippen of
seizoensgebonden. Blootstelling aan allergenen, infecties, inhalaties of inspanningen kunnen astma
verergeren. NSAID’s kunnen ook een zware aanval uitlokken, dan ben je wel niet allergisch aan
klassieke dingen.
Met een klinisch onderzoek kunnen we de status van de patiënt te weten komen. Zonder klachten
tijdens het onderzoek is de longfunctie normaal (normale auscultatie). De meeste klachten zijn het
piepen, eczeem, neussecreties en zwelling.
We kunnen dit vaststellen adhv een piekstroommeter. Als de variabiliteit groter is dan 15% lijd je aan
astma. We zien op de grafiek bevindingen die je normaal niet ziet. Het is handig bij het opstarten van
een revalidatie (voor de vooruitgang) en bij het opsporen naar een astma-aanval.
Opmerking: bij het stijgen van de piekstroom met 60 L/min door β2-medicatie, lijd je aan astma!