Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting genetica en neurowetenschappen €5,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting genetica en neurowetenschappen

 22 vues  0 fois vendu

Volledige samenvatting van het vak genetica en neurowetenschappen uit het eerste jaar orthopedagogie aan HoGent. Door deze samenvatting te leren was ik geslaagd in eerste zit.

Aperçu 5 sur 52  pages

  • 21 janvier 2021
  • 52
  • 2019/2020
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (11)
avatar-seller
cloedecanck
Hoofdstuk 1: De erfelijke code en de wijze waarop ze wordt doorgegeven

Een bevruchte eicel (zygote) zal zich verder delen in verschillende cellen (huidcellen, haarcellen, …).
Later wordt dit een embryo en dan een foetus. Bij opeenvolgende delingen krijgen cellen een
specifieke vorm en functie = differentiatie. Een cel is de basis van elk menselijk leven.



1. Situering in de cel

Een cel heeft 3 grote structuren

1.1 Celmembraan

Het buitenste vliesje rond de cel dat het geheel samenhoudt. Het is belangrijk voor de
stofuitwisseling.

1.2 Cytoplasma/celsap

Geleiachtige vloeistof waar kleine organellen inzitten voor het functioneren van de cel. De organellen
vervullen een bepaalde functie.

1.3 Celkern/nucleus

De celkern bevat een vloeistof (het kernplasma). Deze wordt omsloten door kernmembraan, dat
kernporiën bevat. In de celkern zit ook een grijze vloeistof, dit noemt men chromatine.

De chromatinedraadjes bevatten het erfelijk materiaal. Soms zie je nog een donkerdere vlek, dit is
het kernlichaampje of nucleolus en is belangrijk bij het doorgeven DNA (= Desoxyribonucleïnezuur).

Het zijn de chromosomen (geheel van 46 draadjes) die ons erfelijk materiaal dragen.



2. Uitzicht van het erfelijk materiaal
2.1 De enkelvoudige chromatinedraadjes

In elke menselijke celkern zijn er 46 chromosomen aanwezig (23 paren). Ze bestaan uit twee delen:
het erfelijk materiaal zelf en eiwitten. Wanneer de cel niet aan het delen is, zijn de chromosomen
niet apart zichtbaar, ze vormen dan chromatinedraadjes.



2.2 Omvorming tot chromosomen

Homologe chromosomen zijn chromosomen die gelijk zijn en hun centromeer (snijpunt) op dezelfde
plaats hebben. Ze bevatten geen identieke informatie, maar wel informatie van dezelfde aard op
overeenkomstige plaatsen (bv. op de ene streng zit informatie voor blauwe ogen, op de andere
streng informatie voor bruine ogen).

Autosomen vertellen niets over het geslacht, maar dragen andere informatie met zich mee (bv. de
lengte = 22 chromosomenparen).

We hebben één paar geslachtschromosomen.




1

, 3. De chromosomenkaart of het karyogram

Dit is het overzicht van de geordende chromosomen van een persoon, gerangschikt van groot naar
klein. Op deze manier kunnen we zien waar iets gelokaliseerd is op het chromosoom.

Rangschikking kan gebeuren volgens:

- Lengte van de chromosome
- Plaats van de centromere
- Bandpatronen (kleur, vorm, …)


Je kan dus een karyogram maken op basis van de ligging van het centromeer. Een centromeer is het
middelpunt van het chromosoom. Bij een normale chromosoom spreken we van een metacentrisch
chromosoom (beide delen zijn even lang). Bij een submetacentrisch chromosoom ligt het middelpunt
boven het midden (korte arm (P  petit), lange arm (Q)).

Bij een acrocentrisch ligt het centromeer helemaal bovenaan (kleine arm die we bijna niet meer zien,
en een hele lange arm).




Vaak gaan we ziektes en aandoeningen lokaliseren (bv. iemand heeft een aandoening op de lange
arm van chromosoom 7  Q7).

- Heterochromatine: bevatten vooral erfelijk materiaal dat niet echt gebruikt wordt en dus
geen invloed heeft op eigenschappen van een individu
- Euchromatine: bevat echte, coderende informatie



Er kan ook een indeling gebeuren op basis van
bandpatronen (kleuren die je ziet op een
chromosoom wanneer je die bestudeerd onder de
microscoop). Iedere arm wordt in 1 tot 4 zones
ingedeeld, en vervolgens wordt het genummerd van
1 tot 9.



Elk van de 46 chromosomen is opgebouwd uit een
lange DNA-streng (dubbele helix  bevat erfelijk
materiaal). Elk levend wezen ontwikkelt zich volgens
een bepaald plan, dit ligt in het DNA.

2

,Een gen is een stukje van het DNA, dat codeert voor een bepaald eiwit. De lange DNA-streng zit dus
eigenlijk vol eigenschappen. Het zijn dus de eiwitten die een zeer belangrijke rol spelen.



4. Karyotype of chromosomenformule

Een karyotype is een letter- en cijfercombinatie om iemands chromosomensamenstelling weer te
geven. Het kan praktisch zijn om chromosomale afwijkingen vast te stellen.

Er zijn regels omtrent de vermelding:

- Eerst vermeldt men het aantal chromosomen (normaal dus 46)
- Daarna de letters van de geslachtschromosomen (meisje: XX jongen: XY)
- Tenslotte de eventuele afwijkingen

Bijvoorbeeld:

46,XX  46 chromosomen waarvan 2X-chromosomen = normale vrouw

47,XY,+21  47 chromosomen, een man met supplementair chromosoom 21 = syndroom van Down


5. Hoe de code wordt doorgegeven: celdelingen
5.1 Soorten celdelingen

Mitose/gewone celdeling: bij de ontwikkeling van een embryo vertrek je vanuit één moedercel naar
2 dochtercellen. Het erfelijk materiaal wordt steeds vermenigvuldigd en zorgt voor de aanmaak van
nieuwe lichaamscellen.

Meiose/reductiedeling: enkel bij de vorming van
geslachtscellen/gameten. Bij een bevruchting moet je de
helft van de moeder en de helft van de vader krijgen. Het
gaat dus om 2 opeenvolgende delingen, die 4 dochtercellen
opleveren.



Amitose/directe celdeling: enkel bij eencellige organismen
(bv. pantoffeldiertje), soms in menselijke kankercellen.




3

, Hoofdstuk 2: Klassieke overervingspatronen / Mendeliaanse of monogene overerving

1. Inleiding

Als het gaat over heel eenvoudige wetten waarbij één gen verantwoordelijk is voor een aandoening
 Mendeliaanse/monogene overerving

3 basisbegrippen:

- Gen: een stukje DNA
- Locus: plaats van het gen
- Allel: vorm die een gen heeft (de variatie van een gen op een bepaalde plaats)
- Homozygoot
- Heterozygoot

Multipele allelen: meerdere variatie binnen een allel

Menselijk genoom = het geheel van alle chromosomen van een individu



Genotype: iemand zijn individuele genetische bagage (wat je in aanleg meekrijgt van je ouders)

 Wordt ook beïnvloedt door je omgeving (bv. je lichaamsbouw)
 Soms heb je in aanleg een ziekte meegekregen, maar ga je dit niet krijgen door je omgeving,
je volgt bv een dieet, hanteert een bepaalde levensstijl, …

Fenotype: het uitzicht van een individu bepaald door de samenwerking tussen genotype en milieu



Homozygoot: als de informatie die je meekrijgt van je ouders identiek is

 Bv. beide ouders geven aanleg voor bruin haar

Heterozygoot: iemand krijgt 2 verschillende allelen voor een bepaald kenmerk

Hemizygoot: eigenschappen op het X chromosoom van de man

 De man is hemizygoot voor alle kenmerken op het X chromosoom gelegen, dit zou ervoor
zorgen dat een man meer ziektes of aandoeningen zou hebben omdat het een afwijking is
die op het X chromosoom voorkomt. Een vrouw kan dit compenseren met een ander, gezond
X chromosoom, een man niet



In het algemeen zeggen we dat sommige eigenschappen dominant zijn op andere. Dominante
eigenschappen komen sterker tot uiting dan recessieve eigenschappen.

- Dominant: sterke kenmerken
- Recessief: ondergeschikte kenmerken (je hebt er vaak 2 nodig opdat ze tot uiting kunnen
komen)




4

, 2. Genetische overdracht van ouders naar kinderen

Het is niet omdat de ouders gezond zijn, dat we met zekerheid kunnen zeggen dat hun kind ook
gezond zal zijn.

- Autosomen: gaan niet over het geslacht, maar bv. over ziektes en aandoeningen die niet
geslachtsgebonden zijn (kan zowel voorkomen bij jongen als meisjes)
- Geslachtschromosomen: heeft te maken met geslacht

We moeten weten of de ziekte dominant of recessief voorkomt en of iets homozygoot of
heterozygoot aanwezig is!

Een stamboomonderzoek gaat men
opmaken bij het vermoeden van een
bepaalde ziekte. Het is een eerste
techniek om zicht te krijgen op welke
soort ziekte er in een familie zit.



Stambomen kunnen begrijpen en
interpreteren!



Naast het stamboomonderzoek gaat
men een andere techniek toepassen;
het rooster van Punnet. Dit is een soort
combinatierooster waarbij men een
aantal kenmerken van moeder en
vader in beeld gaat brengen en zo via combinaties gaat kijken wat de kansen zijn voor een ziekte.

- Dominant kenmerk = hoofdletter L
- Recessief kenmerk = kleine letter l
- Homozygoot = LL of ll
- Heterozygoot = Ll



Vrouw/man X Y
X XX XY
X XX XY


Klassieke overlevingspatronen:

- Overdracht van autosomaal recessieve kenmerken

Ieder van ons is drager van een aantal afwijkende kenmerken. het heeft te maken met de
eigenschappen op de autosomen, niet de geslachtskenmerken (bv. ziekte van Huntington of muco).

Muco: een erfelijke aandoening  taai slijm zorgt voor ademhalingsproblemen

Men kan de levensduur verlengen met een longtransplantatie. Muco komt voor bij 1/2500 kinderen
in Vlaanderen. Iedereen kan drager zijn van het afwijkende allel.

5

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur cloedecanck. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

66475 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,99
  • (0)
  Ajouter