INLEIDING TOT MODELLEN IN DE KLINISCHE PSYCHOLOGIE (LITERATUUR)
1: Inleiding
1896: Lightner Witmer stichtte eerste kliniek aan Universiteit van Pennsylvania.
1907: Term “klinische psychologie” (studie van individuen, door observatie of experimenten,
met intentie verandering te bewerkstelligen)
1.1 Klinische psychologie definiëren
Gedifferentieerde definities nodig
APA
o Breed scala aan mogelijke activiteiten
o Individuele psycholoog combineert niet al deze zaken
o Brede range aan mogelijke werkzaamheden en werkvelden
In andere definitie
o Aanpassing (adaptatie) niet aanwezig verondersteld geen normaliteit
1.2 Wat moet een klinisch psycholoog kunnen: basiscompetenties
EFPA: definiëren van competenties die noodzakelijk zijn om een Europees certificaat van
zelfstandig psycholoog te kunnen verwerven.
Competentie van psychologen: algehele doel van praktijkuitoefening is ontwikkeling en
toepassing van psychologische principes, kennis, modellen en methodes, op een ethische en
wetenschappelijke manier, om de ontwikkeling, het welzijn en de effectiviteit van individuen,
groepen, organisaties en de samenleving te bevorderen
Competenties:
o Primaire competenties: psychologische inhoud van praktijkproces
o Competenties die in staat stellen om effectief diensten te verlenen
o Kunnen verworven worden binnen:
Klinisch en gezondheid
Onderwijs
Arbeid en organisatie
Overig
o Competency cube (assen)
Fundamentele competenties
Functionele competenties
Stadia in professionele ontwikkeling
1.3 De cursus
1.4 Contact en vragen
,2: Basismodellen en Wetenschappelijk onderzoek
2.1 Context
Wetenschapsfilosofische kaders en paradigma’s
2.2 Leerstof
2.3 Uitkomst en procesonderzoek
RESEARCH IN COUNSELLING AND PSYCHOTHERAPY: A HISTORICAL OVERVIEW.
MCLEOD, (2013)
INLEIDING
Klinische verschuivingen over de tijd heen in onderzoek naar uitkomsten en processen van psychotherapie.
4 grote periodes:
1. De Vroege geschiedenis: klinische gevalstudies als manier om een kennisbasis op te bouwen
2. De ontwikkeling van systematisch onderzoek aan de hand van kwantitatieve methoden
3. De therapie-oorlogen
4. Terug naar de basis: de zoektocht naar praktijkgebaseerde evidentie
Dit zijn geen strikt afgebakende periodes
1 VROEGE GESCHIEDENIS: HET GEBRUIK VAN KLINISCHE GEVALSTUDIES OM KENNIS OP TE BOUWEN
Problemen: hulp van mensen in dichte omgeving of priesters
Westerse samenlevingen meer geïndustrialiseerd, verstedelijkt en geseculariseerd
psychotherapie (Freud, eind 19de eeuw, begin 20ste eeuw)
Psychotherapeuten moesten tonen en uitleggen wat ze deden en reflecteren.
Methode: klinische case studies
Kritische reflectie en theorie opbouw door dokters, hierdoor werden psychotherapeuten beter
Gedetailleerde observatie gelinkt aan theoretische analyses. Maar meer validiteit nodig.
Heel weinig methodologische evidentie (gebaseerd op herinnering en eigen assumpties), toch
ontwikkeling
Psychotherapie werd beroep genoemd en ze werken samen met sociologen nieuwe methodes
Eysenck: 70% van “herstel” is te danken aan spontaan herstel van cliënt (komen op diepste punt of
vinden copingmanieren) (Eysenck baseerde zich eigenlijk zelf ook op problematische evidentie)
Gevolgen: geen wetenschappelijke basis. Wel stimulatie voor objectieve studies
Sterktes: rijke beschrijving van therapeutisch proces
2 ONWIKKELING VAN SYSTEMATISCH THERAPIE-ONDERZOEK OBV KWANTITATIEVE METHODEN
WOII (toename in vraag naar psychische hulpverlening) en therapeutisch onderzoek (investeringen
door OH) sub-discipline van klinische psychologie
Audio-opnames en meetmethodes systematisch meten van effectiviteit van de therapie
Rogers (1940) client centered therapy
Ontwikkelen uitkomstmaten om effectiviteit van therapie te meten in termen van persoonlijke
definitie van probleem. Niet gefocust op beschrijven.
Distinctief model
Filosofische tekortkomingen van behavioristen benoemen, constante aandacht voor interrelatie
tussen proces en uitkomst en ervaring van cliënt.
Open, ontdekkingsgericht onderzoeksklimaat
Oneenigheid tussen onderzoekers: ze hadden interpersoonlijk conflict tijdens therapie aan
schizofrenen
Strupp: cross-theoretische processen. Hij zegt dat impact van therapie te danken is aan
ondersteunende en zorgende relatie, niet aan specialistische technieken. debat medisch en
contextueel
, Deed Vanderbilt I studie: trans-theoretisch proces in alle vormen van effectieve therapie. Mensen
kregen therapie van ervaren therapeut of met professor die gekozen werd obv interesses maar
zonder therapie-opleiding.
Openheid tot evalueren en identificeren van therapeutische processentussen verschillende
therapieën. Veel interesse in het ontdekken van processen in therapie. Wil om een veelheid aan
strategieën te gebruiken.
THERAPEUTISCHE ALLIANTIE (RELATIE): BLIJVEND ONDERWERP DOOHEEN GESCHIEDENIS VAN THERAPIE-
ONDERZOEK
Belangrijkste onderwerp: natuur van cliënt-therapeut relatie
Therapeutische relatie wordt later werkalliantie genoemd
Kwaliteit van relatie is van belang
Therapie-oorlogen liepen parallel met evidentie dat therapie-uitkomst afhangt van de kwaliteit
van de relatie. Maar tijdens therapie-oorlogen verdween dit uit het gezichtsveld
3 THERAPIE-OORLOGEN
Motivatie veranderd: nu is het van belang om te demonstreren dat ene therapie meer effectief
was dan andere competitieve psychotherapie
RCT’s in labo’s steunen mentale gezondheid en medisch model
Follow-up interviews
The Sloane et al. Studie: Onderzoek met cliënten met klachten. Ene groep kreeg behandeling,
andere groep een minimale behandeling, ze werden minimaal ondersteunt wel. Beide maken
verbetering, maar behandelde groep meer dan minimale behandelden. Veel kritiek: validiteit,
minimale behandeling is ook behandeling, zo konden niet kiezen,… - meer controle nodig
Opnames, cliënten meer gescreend (meer zekerheid in uitkomst, maar minder realistisch)
Terugbetaling zorg enkel bij gevalideerde behandeling nood a therapie met gevalideerde
effectiviteit
Therapie-oorlogen: combinatie goeie kwaliteit RCT studies en beleidspositie van aanbieders van
georganiseerde zorg
Veel specifieke discussiepunten
Veel gepubliceerde studies significante impact op praktijk en beleid
Het therapie-onderzoek-tijdsperk werd gedomineerd door de cognitieve gedragstherapie
CBT (n=1) time-series volgen effectief RCT
Brede waaier aan onderzoeksmethoden
Veel meer voor CBT dan andere therapieën
RCT’s zijn intensief, vragen veel skills, geld en tijd
In deze oorlog is het quasi onmogelijk voor andere therapieën om op het zelfde level te battelen
dan CBT
4 TERUG NAAR DE BASIS: DE ZOEKTOCHT NAAR PRAKTIJK GEBASEERDE EVIDENTIE
Weerstand geboden aan assumpties die tijdens therapie-oorlogen werden aangekaart
RCT’s leveren beste evidentie
Tegenwerpingen RCT methodologie:
o Vertekende resultaten die aanpak onderzoeker bevoordelen
o Geselecteerde cliënten zijn geen cliënten die typisch gezien worden in praktijk
o Vooraf bepaalde vragen cliënt kan echte mening niet geven
o Manualbenadering wordt integratief/eclectisch
o Belangrijkste uitkomsten zijn ervaringen en inzichten die niet gemeten kunnen worden
o Voorkeur voor therapie van cliënt wordt genegeerd
o Er zijn sterkere voorspellers dan specifieke therapeutische benaderingverkeerde kern
Oorlogen hebben niet genoeg bijgedragen aan therapie-kwaliteit in verhouding tot kosten
, Methodologisch pluralisme: RCT’s als brug gebruiken naar andere methoden. Het is de appreciatie
van de rol en bijdrage van een diversiteit van methodologische tradities eerder dan het verbeteren
ervan.
Relatie onderzoek en praktijk: evidentie gebaseerde praktijk (praktijk is gebaseerd op beste
onderzoeks-evidentie en praktijk gebaseerde evidentie (kijken wat werkt en niet werkt in praktijk)
Assumpties over natuur van praktische kennis
o Praktijkmensen vinden nieuwe ideeën, niet universitairen
o Aanpassen aan specifieke omstandigheden
o Responsief en flexibel karakter van therapeut
o Geen behandeling maar collaboratieve activiteit
o Geen vast juist antwoord
De benaderingen worden gezien als wortels, waarbij kennis stijgt via bottom-up eerder dan top-
down.
ROUTINE UITKOMST- EN PROCESMETINGEN
Verzamelde informatie over cliënt was complex
1990: nieuwe maatstaven
o CORE: clinical outcomes routine evaluation outcome measure
o OQ: outcome questionnaire
o ORS: outcome rating scale
Mogelijk om effectiviteit van therapie te meten en verschillen tussen therapeuten
Tools werden ontwikkeldopslaan en analyseren (ook nieuwe schalen ontworpen)databases
Groepen met beoefenaars organiseerden zichzelf in praktijk onderzoek netwerkenmeer nood
aan onderzoek voor praktijk
Grote verschuiving in relatie tussen onderzoek en praktijk
DE STIJGING VAN KWALITATIEF ONDERZOEK
Brede waaier aan kwalitatieve methodes
Verdere stap naar acceptatie van kwal onderzoek: publicaties van Stiles en Elliott over validiteit en
publicatierichtlijnen
Mogelijkheid om in eigen woorden uit te leggen
Meestal exploratie naar beleefde ervaring van de ondergane praktijk
CASE BASED EVIDENTIE
Mogelijkheid om relatie tussen fenomeen en context te exploreren
Systematische gevalsstudie-onderzoeken werden ontwikkeld
Strategieën:
o Team-gebaseerde gevalsanalyse (met verschillende onderzoekers kijken)
o Time serie ananlyse
o Systematisch verzamelen van data (kwantitatief en kwalitatief)
Doorbraak: boek van Fishman: The Cas for a Pragmatic Psychology in boek was gevalsstudie-
onderzoek een onmisbaar element in onderzoek dat bij zou kunnen dragen aan praktijk.
PERSOONLIJKE ERVARINGSMETHODOLOGIEËN
In vroeg stadium van ontwikkeling in relatie met veld van therapieonderzoek, maar al impact wat
betreft het benadrukken van de significantie van onderzoekers’ wederkerigheid als kennisbron.
OPKOMST VAN THERAPEUTISCHE ATTRIBUTEN ALS FOCUS VOOR PROCESONDERZOEK
Gerandomiseerde onderzoeks-ontwerpen om effectiviteit van verschillende therapiebenaderingen
te vergelijken, leidde tot onderdrukken van therapeutische effecten.
Leidde tot bijdrage in belangstelling van therapeutische kenmerken aan proces en uitkomsten van
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur marievandewalle1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.